A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Koningen


Koningen van Israël/Egypte

Aboe Simbel.De farao's lieten zich als een god vereren Eengigantisch groot beeld van hem zien we op de Aboe Simbel, in Egypte. De farao had een absolute macht. Wij hebben een constitionele monarchie en de koning regeert vij de gratie Gods De troonsbestijging van de farao was als de opgang gvan de zon.

 Nu we straks Koningsfeest vieren heeft het zin eens over andere koningen  na te denken. Er is een heel groot verschil tussen de geschiedschrijving over de koningen van Egypte en die van de koningen van Israël. Op alle zuilen, sarcofagen en op vele papyri worden de Farao’s  bewierookt en gehuldigd als heilbrengers. Zie ook Farao’s .De koning van Egypte was het levende beeld van de godheid.Dat komt nergens duidelijker uit dan in de naam van Toetanchamon.  

 

Toetanchamon   

 

 

Toet= beeld. Anch= levend en Amon = die nieuwe koning van Egypte die in Thebe woonde. Toetanchamon betekent dus het levende beeld van Amon . Voor christenenis Christus het levende beeld van God, onze hemelse Vader. “Leert van mij dat ik zachtmoedig  ben en nederig van hart”.Zo is namelijk God ook.  Goede god  De koning van Egypte  werd aangesproken met de woorden ’goede god’, een gewoonte die later de Romeinse keizers van de Farao’s hebben overgenomen.De Farao werd beschouwd   als een god. In de grote tempel van Ramses II  in Aboe Simbel, in het uiterste zuiden van Egypte bij de grens van de Soedan, zie je hem dan ook broederlijk  naast de drie hoofdgoden zitten in het Heilige der heiligen Hij is dus de vierde god.De koning was een manifestatie van de zonnegod. 

Zonnegod 

 

De troonsbestijging van de Farao werd dan ook vergeleken met het opgaan van de zon. De tempel van Aboe Simbel was zo gebouwd, dat de eerste stralen van zon op de dag van zijn troonsbestijging het beeld van de Farao beschenen. 

Ook Hogepriester  

 

De Farao was niet alleen koning, maar ook hogepriester.Hij kreeg een luipaardvel om en werd gereinigd met anch-tekens Op afbeeldingen zien we  dat het net is alsof twee goden een kruik met water over hem uitgieten. Maar het vreemde is, dat, als je goed toekijkt, het helemaal geen watergolfjes zijn, maar allemaal levenstekens, die in een grote boog vanuit een kruik over de koning worden uitgestort. Die levenstekens waren anch-tekens 

 

Anchtekens

 

 Reinigen is dus geen afspoelen, maar opladen met levenskracht Hier hebben we dus de magie die in de religie van het oude Egypte een dominerende rol speelde, als het medium van de zelfverlossing. Elk spoor van profetische kritiek ontbreekt.In de geschiedenisbeschrijving van de koningen van Israël lezen we telkens dat zij kwaad deden in de ogen des Heren. In de naaste omgeving van de koning kwam je altijd een profeet tegen om hem te wijzen op de aard van zijn koningschap,Hij moest een koning van vrede en vriendschap zijjn. Zijn rijk mocht geen rijk van  macht   en geweld zijn maar van liefde, vrede en gerechtigheid. 

Achab en Izebel

  Van Achab lezen we dat hij een schitterend paleis van ivoor zich liet bouwen in Samaria. Dat was uniek voor die tijd. Maar daarover zwijgt de Bijbelschrijver. Als je daarvan méér wil weten moet je de kroniekschrijver maar raadplegen  zegt de schrijver van het boek Koningen (1 Kon. 22:39). ‘Het ivoren paleis dat hij gebouwd heeft, is het niet geschreven in de boeken der koningen van Israël ? 

David was heel anders

 Van Achab lezen we ‘Hij deed wat kwaad was in de ogen van de Heren .De Bijbelse geschiedschrijver wil niet imponeren met de pracht en macht van de koningen van Israël, maar hij wil  hen waarschuwen en oproepen tot geloof en bekering. Dat was vooral ook de taak van de profeten. De geschiedschrijver  laat dat vooral ons zien, Hij laa t ons zien hoe diep Achab gezonken is door met Izebel te huwen en zo de dienst van Baäl in te voeren.(zie Izebels beeld) Er werden zelfs door hen kinderen geofferd. .De geschiedschrijving van de farao’s is erg statisch, maar in die van Israëls koningen staat de relatie van de koning met God in het middelpunt. De koningen van Israël moesten een klein beetje lijken op de Verlosser- Koning die God eens zou suren Ze moesten lijken op de vede-koning van ps 72. De koning die God zou sturen, zou het levende beeld van God zijn.David zouj hier het meest aan beantwoorden.