Kyrie Eleison (3)
De Schrift leert duidelijk dat Christus er al was vóór de wereld er was, bv. Joh. 17:5. Hij eigent zich ook het gezag en de macht toe om boven Mozes uit te zeggen: Maar Ik zeg u.......Hij eigent zich de macht toe zonden te vergeven. Hij is ook de Zoon des mensen(ook Openb. 1 : 13) die volgens Daniël 7 het gericht zal voeren namens God.
Dag des Heren
In het Oude Testament is er sprake van de
Dag des Heren als de dag van het definitieve ingrijpen van God. Wat blijkt nu ? De twee woorden”des Heren” kunnen zowel op God als op Jezus slaan. Dat geldt ook van de term
Kurios. Ook met de uitdrukking
Naam des Heren geldt dat deze zowel op God als op Jezus kan slaan. In Joël lezen we “Wie de Naam des Heren aanroept, zal behouden worden, terwijl in Hand 2 waar dit citaat uit Joel gegeven wordt, het gaat om het aanroepen van de Naam van Jezus.
Naam des Heren is de naam van Jezus
In Handelingen is de Naam des Heren de naam van Jezus.! In veel studies blijft er onderscheid tussen Jezus en God omdat men monotheïsme niet wil prijsgeven. Maar in de aanbidding blijkt dit onderscheid weg te vallen. Ook Jezus wordt aanbeden. In Openbaring vallen de vier dieren en de vierentwintig oudsten , dat wil zeggen de gehele schepping en het ganse volk, op de knieën voor het Lam. Een melaatse knielde voor Hem neer (Matth. 8 : 2, de overste der synagoge viel voor Hem neer (9 : 18), de discipelen knielden voor Hem neer (Matth. 14 : 33), de Kananese vrouw viel voor Hem neer (Matth. 15 :25). Om maar enkele teksten te noemen. Het Griekse woord dat hier gebruikt wordt (
proskuneoo), is bij de synoptici (Mattheus, Marcus en Lucas) meer dan alleen maar een menselijk huldebewijs. Dat blijkt hieruit dat de kamerling uit Etiopië in Hand 8 naar Jeruzalem kwam om neer te knielen, te aanbidden Hand. 8:27)
Tweegodendom?
Als we werkelijk met God te maken hebben, is er dan geen sprake van een
tweegodendom ? Dytheisme ? Dat vragen sommigen zich wel eens af.Vooral als er sprake dat Gods troon ook de troon van Jezus is. Ook de Farizeeën verweten dit aan Jezus. Namelijk dat Hij, hoewel hij een mens was, zich met God gelijkstelde. Vaak zegt men dat Jezus niet identiek is met God, waarbij men zich beroept op Jezus woord: De Vader is meer dan Ik (Joh. 14 :28.) Vanuit die tekst wil men wat afdoen aan het waarachtig God-zijn van Christus. Van de Beek wil zowel het echt God zijn als het echt mens zijn vasthouden. Als men almaar tobt over die bovengrens van de christologie, kijkt men aldoor naar de hoogheid van Jezus !Jezus mag dan volgens sommigen wel heel ver komen, maar er moet altijd net een stukje tussen Hem en God blijven.
God als huilend kind
Dan komt men echter ook niet tot de verwondering over het feit dat God echt mens is geworden. Het was God niet te min om huilend kind te zijn en een man die vluchtte en door zijn vrienden in de steek werd gelaten.(Hippolytus). Paulus heeft Jezus opgenomen in de eenheid van het
Sjema van Deut. 6:
Er is maar ‘eén God en Vader, uit wie alle dingen zijn en tot wie wij zijn, en één Here, Jezus Christus, door wie alle dingen zijn, en wij door Hem (1 Kor. 8:6). Met God op één lijn
Jezus wordt dus met God op één lijn geplaatst. Er is een parallelie niet
naast God, maar
in God.Maar Jezus heeft toch gezegd;
De Vader is meer dan ik.?Blijkens Joh. 5 :18 en volgende verzen, slaat dit op de
volgorde. De Vader gaat voorop De Zoon kan niets doen uitzichzelf, Hij moet het de Vader zien doen. Joh. 5 :19. Maar de Zoon doet ook het werk van de Vader. Daarin zijn ze dus gelijk. De Vader werkt doden op, dat doet de Zoon ook, De Vader doet leven, dat doet de Zoon ook. De Vader heeft het oordeel aan de Zoon gegeven en ontvangt gelijke eer. Heel duidelijk komt dit aan God -gelijk -zijn b.v. tot uiting in Joh. 5 :26
Want gelijk de Vader leven heeft in zichzelf, heeft Hij ook de Zoon gegeven, leven te hebben in Zichzelf. Wij mensen hebben geen leven in onszelf.
Onderdanig is eensgezind
In 1 Kor. 15 :27,28 staat echter dat de Zoon zich aan de Vader zal onderwerpen. Maar dit betekent geen
onderdanigheid, maar het betekent dat de Zoon in alle dingen, ook in het eindoordeel , eensgezind zal zijn met God de Vader. Zoals Christus oordeelt, zo oordeelt God. Juist in het oordeel blijkt de eenheid tussen de Vader en de Zoon. Niet alleen als gezondene doet de Zoon de wil van de Vader, ook als Rechter. Men moet de teksten over onderworpenheid en gehoorzaamheid van Christus niet uitspelen tegen zijn goddelijkheid. Juist in de onderworpenheid van de Zoon zien wij de volkomen representatie van God.
Geen gebod aan Jezus, maar aan disipelen
Aan het eind van de jongste dag zal openbaar worden dat Hij en de Vader één zijn.Maar staat er niet in Joh. 12 :49:
Ik heb niet uit Mijzelf gesproken, maar de Vader die Mij heeft gezonden, heeft zelf Mij een gebod gegeven, ? Ja zeker, maar dat is niet een gebod
aan Jezus, maar
aan de discipelen, namelijk het gebod om elkaar lief te hebben. Dat gebod om elkaar lief te hebben geeft Jezus door aan de discipelen: “Een nieuw gebod geef Ik u, dat ge elkaar liefhebt (Joh. 13 :34).Bij zijn heengaan heeft Jezus een andere Trooster of Voorspraak beloofd (Joh. 14: 16)
De Trooster
Na zijn verheerlijking is Hij dat zelf in de hemel, maar op aarde is Zijn Geest de Trooster of Voorspaak. Zoals de Zoon alles doorgeeft van de Vader, zo geeft de Geest alles door van Christus. Jezus spreekt niet uitzichzelf, maar vanuit de Vader, zo spreekt de Geest niet uitzichzelf, maar vanuit Christus. In Joh. 16:13 lezen we immers
De Geest zal niet uitzichzelf spreken, maar Hij zal Mij verheerlijken en Hij zal het uit het Mijne nemen .De relatie tussen de Geest en Jezus is dus als de relatie tussen de Zoon en de Vader. De Zoon is de volledige presentie van de Vader en de Geest de volledige presentie van de Zoon en daarmee evenzeer van de Vader.
Gpds Geest gaat uit van de Vader via de zoon!
Van Beek formuleert het zo
; het is de Heilige Geest die uitgaat van de Vader door de Zoon. Dus keert hij zich tegen het
filioque (de Geest gaat uit van de Vader en van de Zoon) In het filioque wordt de Geest gedacht zelfstandig uit te gaan van de Vader, buiten de Zoon om.!Een “wilde”Geest die niet weet van het werk van Christus ?De christologie wordt bondig weergegeven in Filip. 2 : 5-11 Dit was oorspronkelijk een vroeg-christelijke hymne:
Christus was in de gestalte van God, maar hij heeft de gestalte van een mens aangenomen. In een tijdspanne van nauwelijks 15 jaar is de kern van het Christologisch dogma- dat Christus en God en mens is- , geformuleerd.
Overweldigend groot
De indruk die Jezus op de mensen heeft gemaakt, moet overweldigend groot geweest zijn. Jezus is Heer! In Christus hebben wij met God te maken.! Dat riepen de mensen. En van Beek concludeert;
Wat is dit voor een mens, die mensen om Hem heen dit laat belijden en die tweeduizend jaar lang al mensen daarin meeneemt ?