A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Ark van het Verbond


"God is Koning, Hij sticht zijn heerschappij. Volken, hoort zijn stem buigt u, beeft voor Hem  die met macht gekroond op de cherubs troont (Psalm 99:1 berijmd)"

De hogepriester knielt op Grote Verzoendag voor de Ark van het Verbond.Daar boven waren twee engelen, cherubs, afgebeeld.

Het was de zinnebeeldige presentie van God de HEER bij het volk Israël (Bijbels Museum Amsterdam).

De allerheiligste plaats van het volk der Joden was de ark. Nu moet je niet denken aan de ark van Noach en ook niet aan de ark als ruimte waarin de torarollen werden opgeborgen in de synagoge, maar aan de

Ark van het Verbond

Het was een draagbare, geheel met goud  overtrokken kist, waarin de twee stenen tafelen met daarop de tien Geboden bewaard werden.De ark werd gemaakt tijdens de exodus, bij de berg Sinaï. Hij stond in het Heilige der Heiligen, de binnenste ruimte van de tabernakel en later in dezelfde ruimte in de tempel te Jeruzalem. Op de foto hierboven zie je hoe op Grote Verzoendag de hoge priester het Heilige der Heilige binnenging en knielde voor God de HEER, die daar tussen de cherubs troonde.

 

De berg Sinai waar het volk de Tien Geboden ontving!

De kist zelf was gemaakt van hout en van binnen en van buiten overtrokken met een laag bladgoud. Het deksel van de ark was van massief goud vervaardigd.

Aan weerszijden ervan waren twee uit massief goud opgetrokken cherubs, die één geheel vormden met het deksel.

Deze cherubs hadden hun vleugels naar boven uitgespreid, als een beschutting boven het deksel, en stonden met de gezichten naar elkaar toe, met hun  gezicht op het deksel. Ook waren er aan beide zijden van de ark gouden ringen geplaatste waar twee draagstokken doorheen gestoken waren.

 Deze draagstokken mochten nooit verwijderd worden, ook niet toen de ark later zijn vaste plaats in de Tempel kreeg.

 Boven het dekstel van de ark was de sjechina, de tegenwoordigheid van God, zichtbaar tussen de cherubs.

Gewoonlijk wordt de sjechina beschreven als een vuurgloed of lichtverschijnsel. -e

 

De  bok die de woestijn werd  ingestuurd - zinnebeeldig beladen met de zonden van het volk en de hogepriester zelf. Dit was nu de'zondebok'!

 

In de tijd van Samuël bevond de ark zich in het plaatsje Silo (1 Sam. 4.).

Eenmaal per jaar bracht de hogepriester het zoenoffer voor het gehele volk door  het bloed van een onschuldig lam op het deksel te sprenkelen waarmee de zonden van het volk  bedekt werden. Dat was het hart van de eredienst van Israël. Bovendien werd een  bok zinnebeeldig beladen met de zonden van het volk de woestijn ingestuurd.

 

.

Nadat in 586 v. Chr., de eerste tempel, die van Salomo, door de Babyloniërs was verwoest verdween de ark uit de historie.

Het is onbekend waar de ark is gebleven. In de tweede tempel (die van na de ballingschap) heeft de ark nooit meer gestaan.

Hogepriester in vol ornaat met de 12 edelstenen op zijn borst die de 12 stammen vertegenwoordigden 

Voor-afschaduwing

Ook voor ons als christenen is de Ark ook belangrijk, omdat wij geloven dat de hele offerdienst een vóórafschaduwing is van het zoenoffer van Jezus als volmaakt offerlam, die de zonden van de gehele mensheid afdekt en onzichtbaar maakt voor de ogen van God, (de Sjechina).Wij vieren dit in de heilige Eucharistie en in het Heilig Avondmaal.

Tevens is Jezus ook de volmaakte Hogepriester die dit offer voor het aangezicht van God en de gehele wereld heeft gebracht (Brief aan de Hebreeën)

De Heer sprak met Mozes Telkens als Mozes de ontmoetingstent (tabernakel, zie ook daar)   binnenging om met de Heer te spreken, hoorde hij een stem die tot hem sprak vanaf een plaats boven het verzoendeksel op de ark tussen de twee cherubs." Zo sprak de Heer tot hem (Num.7:89)

De shekina, de aanwezigheid van God, wordt herhaaldelijk zichtbaar gemaakt door de verhulling van een wolk(Ex.24:16). Die wolk was ook altijd rondom de ark. Wanneer ze verder trokken werd het volk Israël geleid door de ark en een kolom van wolken.

Die ark begeleidde het volk óók tijdens de verovering van het land Kanaan.

Toen de verovering was voltooid werd de ark en de hele ontmoetingstent op de heuvel te Silo geplaatst    

 

Silo heuveltop

Op zekere keer gebeurde er iets vreselijks.Israël werd verslagen en de Filistijnen namen de ark mee naar hun eigen land, naar hun hoofdstad Asdod. Daar plaatsten zij de ark in de tempel van Dagon. Eli was toen priester in Silo.

Hij zat op een bankje naast de stadspoort, toen hem het bericht bereikte dat de ark in handen van de Filistijnen was gevallen.

 Daarvan schrok hij zo ontzettend, dat hij achterover viel en zijn nek brak (Jozua 4:18).

Ark

"Laten we de ark uit Silo halen"riep het volk. "Dan zijn we zeker van de overwinning."
Zo gezegd zo gedaan.

Hofni en Pinehas brachten de  ark van Silo naar Eben-Haëzer. De blauwe lijn geeft aan de route van de ark waarlangs hij  in bezit was van Israël. De rode lijn is de route waarlangs hij in bezit was van de Filistijnen.  Waarom later de ark niet teruggebracht is naar Silo, maar naar Kirjat Jearim, blijft een mysterie.

Zie ook bij Ark van het Verbond.

De Filistijnen zijn nadrukkelijk aanwezig in het Oude Testament en wel voornamelijk als de grootste vijand van het volk Israël.

 Hun aanwezigheid in zuidelijk Palestina is in de tijd van de laatste richters en de eerste koningen een grote bedreiging geweest voor met name de zuidelijke stammen.

Na de nederlagen van de Filistijnen tegen David vermindert hun machtspositie aanzienlijk.'

In de afgelopen twintig jaar is veel geschreven over de Filistijnen, vooral op grond van de resultaten van de recente opgravingen in Asdod, Ekron en Askelon, drie van de bekende Filistijnse steden.

Alleen maar  tot hiertoe?

Voor sommige christenen  is het "tot hiertoe'  vooral beperkt tot het verleden -tot een "tot hiertoe heeft de HERE ons geholpen".

En nog niet verder Zij kijken 'bekommerd'. Zij kijken alleen maar achterom.Ze kunnen zich nog niet volledig toevertrouwen  aan Gods leiding voor de toekomst. Ze voelen zich zwak en weerloos.

Maar in de profetische geschiedschrijving van deze spreuk opent zich de volledige bevrijding van de druk der Filistijnen.

In het Eben Haëzer zit óók  toekomstperspectief. Die God die ons in het verleden heeft geholpen, zal ons ook in de toekomst nabij zijn.

De steen van Gods hulp mogen we omkeren naar de toekomst. Eben Haëzer. dit is een woord dat vooral naar voren toe is gesproken. Achteromziende, (ja, tot hiertoe) maar vooral vooruitziende.

In deze zin is Eben Haëzer een pand van de volkomen verlossing, waar het verhaal dan ook profetisch in uitmondt."Zo werden de Filistijnen vernederd en drongen het gebied van Israël niet meer binnen."

 

Het einde is al begonnen.

 

Ook vandaag mogen wij de gedenkstenen van hulp, de Eben Haëzers oprichten.

 Daar mogen we op gaan staan om over het hek van deze wereldtijd heen te kijken tot het voltooide koninkrijk van God.