- Aardbevingen
- Aarde /wereldbeeld
- Aarde als Medergodin
- Aarde/ Ruimteschip
- Aardrijkskundige notities
- Aarons graf
- Abba
- Abilene
- Aboe Simbel
- Abraham / Oecumene
- Abraham / Pelgrim
- Abraham / Ur
- Abraham 50 jaar
- Abrahams / offer
- Achaje
- Achordal
- Adelaar
- Adelaarsnest
- Adem van God
- Adullam
- Advent
- Aesculapium
- Afek/ Farao in Kanaan
- Afgoden gedumpt
- Afstanden Heelal
- Agape en Eros
- Agapeviering
- Ai (Et-Tell)
- Ajjalon (dal)
- Akdamar Kruiskerk
- Akeldama
- Akko
- Alexandrië
- Alfa en Omega
- Allah
- Altaar / Algemeen
- Altaren / Offerhoogten 1
- Altaren /Gedenkstenen 2
- Altaren /Kanaanieten 3
- Altaren en muziek 6
- Altaren in de kerk 5
- Altaren in Israel 4
- Amelekieten
- Amfipolis
- Amman
- Amorieten (1)
- Amorieten (2)
- Amuletten / Ketef Hinnom
- Anatolie
- Anatot
- Ankara
- Antichrist
- Antiochië ( Syrische)
- Antiochië/Pisidië
- Antiochie-Gemeente
- Antiochie/China
- Antipatris
- Apocalyps
- Apocalyps in karikartuur
- Apocrief Evangelie
- Apocrief Thomasevangelie
- Apostelconvent (1)
- Apostelconvent (2)
- Apostelconvent (3)
- Appartementen in Rome
- Aquilas werkplaats
- Arabia Petrea
- Arabie van Paulus
- Arad
- Aram
- Aramees Taal van Jezus
- Aramees / Maronieten
- Ararat
- Arimatea
- Ark Noach Slot
- Ark als talisman
- Ark van het Verbond
- Ark van Noach
- Ark van Noach (2012)
- Armageddon
- Armeens Akdabar
- Armenie
- Artemis actueel
- Asia
- Assus
- Assyrie (1) Inleiding
- Assyrie (2) Confrontatie
- Assyrie (3) Israel
- Assyrie (4)Juda
- Astarte
- Astrologie
- Athene / Akropolis
- Athene / Areopagus
- Athene / Filosofen
- Athene / Vandaag
- Atlassen van de Bijbel
- Attalia
- Avdat
Assus vissersplaatsje West Turkije
Wij voeren naar Assus om Paulus daar op te pikken (Hand. 20:13)
In deze haven hebben de vrienden van Paulus hem weer opgepikt
Bij het plaatsje Behramkale bevinden zich onder aan de voet van zeer steile rotsen twee kleine hotelletjes. Eén hiervan draagt de naam Nazli Han. Er komen hier nauwelijks toeristen.
Er is geen zandstrand en er is niets te beleven. Toch komen in Nazli Han elk jaar weer tal van amateur-archeologen uit de hele wereld die geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van dit plaatsje, dat in de bijbel Assus genoemd wordt. Veertig jaar geleden was dit plaatsje volkomen van de buitenwereld afgesloten en kon je het uitsluitend met schip bereiken.
Nu gaat er enkel malen per dag een dolmus naar dit gehucht in West Turkije aan de Egeïsche Zee. Zelden hebben we zo'n romantisch plaatsje gezien. Ook de apostel Paulus is er geweest toen hij met een kustvaarder op weg was naar Jeruzalem.
Paulus en zijn zeven vrienden hadden afgesproken elkaar in Troas te ontmoeten. Paulus was nog wat langer in Filippi gebleven [1]Als ze in Troas zijn aangekomen, blijven ze daar zeven dagen en gaat Paulus op de eerste dag der week het evangelie verkondigen. [2]
Waarom bleef Paulus in Filippi achter?
Tijdens zijn derde zendingsreis blijkt Paulus op de zeeroute tussen Filippi en Assus tot twee keer toe het vrij grote reisgezelschap waarover we lezen in Hand 20 te hebben verlaten om op eigen gelegenheid verder te gaan.
Het einddoel op deze derde zendingsreis was Jeruzalem.
Daar zouden ze de ingezamelde gelden afdragen aan de christelijke gemeente. Waarom is Paulus nog even in Filippi gebleven? Waarom heeft Paulus er de voorkeur aan gegeven om lopend de afstand tussen Troas en Assus af te leggen? Waarom is hij niet met de broeders op het schip mee gegaan?
Dat was toch veel gezelliger en gemakkelijker? Dat zijn de twee vragen die bij mij boven komen Ik denk dat dit met twee zaken samenhangt. In Filippi heeft Paulus tot zijn grote verrassing Lucas weer ontmoet.
Hé, Lucas jij hier ? Dat weten we omdat Lucas in Hand 20:6 weer de "wij-vorm"gebruikt. Immers even daarvoor schrijft hij:zij trokken door het Frygische, Galatische land.
Op de tweede zendingsreis was Lucas om de een of andere reden in Filippi achter gebleven. Maar op de derde zendingsreis van Paulus gaat hij vanaf Filippi weer met Paulus mee(nu in omgekeerde richting) en blijft hem dan trouw tot in de gevangenis, ja tot zijn dood.
In zijn laatste brief die hij aan Timotheus schrijft lezen we: Alleen Lucas is nog bij mij. Lucas is ook tijdens Paulus' tweejarig huisarrest in Caesarea Palestinae hem trouw gebleven.
In die periode kon hij tal van tijdgenoten van Jezus interviewen, onder wie natuurlijk ook de moeder van Jezus.
Samenvattend kun je zeggen dat Lucas met Paulus meegereisd is op de tweede zendingsreis van Troas tot Filippi (dus van Azie naar Europa) en op de derde zendingsreis van Filippi tot Rome. [3]
Het reisprogramma van Paulus
Paulus heeft een duidelijke strategie.
Hij wil via Rome naar Spanje reizen Maar eerst moet hij de geldinzameling onder Griekse christenen ten behoeve van de arme Jeruzalemse gemeente afdragen.
Hij schrijft: Ik ben nu op doorreis naar Jeruzalem om geld af te dragen voor de armen in Jeruzalem De gemeenten in Macedonië en Achaje hebben voor deze armen een collecte gehouden.
Als ik het geld heb afgedragen kom ik naar jullie in Rome toe en wil ik graag via Rome naar Spanje reizen(Rom 15: 22-28)
Paulus bedreigd
Er is waarschijnlijk nog een andere reden waarom Paulus nog even in Filippi achterblijft. De eerste reden was waarschijnlijk de onverwachte ontmoeting met Lucas. Met hem wilde hij even bijpraten natuurlijk. Maar is meer.
De reisgenoten van Paulus hadden gehoord dat de Joden een complot tegen Paulus hadden beraamd en hem wilden doden. Ze zouden hem tijdens de zeereis naar Jeruzalem of vlak daarvóór willen ombrengen.
Berucht waren de Sicariërs, de dolkhelden, die volksgenoten bliksemsnel van achteren beslopen en neerstaken.
Rechtse extremisten van de Zelotenpartij vonden Paulus een verrader. Nu was de scheepvaart ook nog voor een groot deel in handen van de Joden.
Daardoor was het ook niet zo moeilijk om een kapitein van een schip om te kopen.
Waarom te voet naar Assus?
Als het hele gezelschap in Troas is aangekomen, wil Paulus per se alleen te voet naar Assus. De afstand bedraagt ongeveer 40 km. Met het schip is de afstand groter.
Het landschap tussen Troas en Assus vind ik nog altijd een schitterend wandelgebied. Lichtglooiende heuvelruggen afgewisseld met uitgestrekte vruchtbare vlakten zoals in Limburg. Lopend langs de kustlijn zie je telkens de zee rechts beneden je. Paulus zal na die drukke dagen in Troas eens een tijdje alleen willen zijn.
Ik denk ook dat hij zich wilde voorbereiden op wat hem in Jeruzalem te wachten stond. Ik loop een gedeelte van de weg die Paulus ook is gegaan. Wat heeft Paulus gezien? Als hij een dag gelopen heeft ziet hij op grote afstand boven op de acropolis van Assus de beroemde tempel van Athene liggen. Deze is van 530 vóór Chr. Wandelend door Assus vond ik enkele zuilen van deze tempel terug in de nieuwbouw. De acropolis lag op een terrasvormige trachietkegel van 234 km. hoogte. Boven op deze acropolis heb je een schitterend uitzicht op de Egeïsche zee.
Van hieruit kon Paulus ook het reisgezelschap uit Troas zien aankomen. De muren van de stad zijn opvallend goed bewaard gebleven. Ik ontdekte nog een marmeren poort die in de Byzantijnse tijd aan een kerk toebehoorde, maar die nu later gebruikt is voor de bouw van een moskee. De twee kruisen heeft men verwijderd, maar de naam Cornelius is nog zichtbaar ingekerfd
Het poortgebouw waardoor Paulus de stad via de necropolis (dodenstad) is binnen gekomen, is bijna nog geheel intact. Lopend over de graven is Paulus dus via het poortgebouw de stad binnengegaan om even daarna weer steil af te dalen naar het haventje, waar het schip van zijn reisgenoten zou binnenlopen. Dit haventje is ongeveer 200 meter verwijderd van het huidige haventje.
Alles is nog zo ongerept, dat we heel goed kunnen begrijpen waarom archeologen hier zo graag komen. We kunnen ons nu ook voorstellen hoe Paulus genoten heeft van deze wandeling en hoe hij de landelijke rust een verademing vond na zijn lange toespraak tot diep in de nacht in Troas. De preek van Paulus duurde zo lang, dat de jonge man Eutuches, die in de vensterbank zat, in slaap viel en van de derde verdieping naar beneden tuimelde. [4]
Klippen bij Assus.
[1] Hand. 20:5,6
[2] Hand. 20:7-13
[3] Hand. 16:10-17;20:5-15 en 21:1-18 en 27:-28:16)
[4] Hand. 20:9