A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Horen en zien in kerk


 

Iconostase 

Men kwam vroeger niet naar de kerk om het woord te hóren, maar om het evangelie te zien, te schouwen

Dit evangelie was afgebeeld op de beeldenwand.

Deze beeldenwand  heet iconostase.Een kerkleer in kleuren

De afbeeldingen op deze wand worden iconen genoemd

In het westen gebruikte men ook dikwijls beelden, maar die hadden slechts een illustratieve waarde.

 Ze hadden een didactische waarde en ze vormden het prentenboek van het heil.

Zoals de staties van  Jezus’ kruisgang.

Ze behoorden tot de ‘Biblia pauperum’ (boeken der armen) De armen konden niet lezen.

Grieks denken

In oude Byzantijnse kerken zijn nog veel schitterende fresco’s en mozaïeken te bewonderen.

De kerkgangers waren beïnvloed door het Griekse denken en visueel ingesteld

Israel auditief

Het volk Israël daarentegen was auditief ingesteld. De God van Israël is allereerst de God van het Wóórd

Het was voor het volk Israël indertijd veel gemakkelijker te geloven in de goden van de heidenen

 Die kon je in ieder geval zien. Goden zonder beelden bestonden niet  bij de heidenen.

Beeldloosheid godloosheid?

In het oude Oosten was beeldloosheid hetzelfde als Godloosheid.

Kenmerkend voor de goden is dat zij zwijgen.

De God van Abraham is de God van het Woord. Bij de Sinaï zag Israël niets, maar hóórde het  een stem.

”Wóórden hoorde u, maar een gestalte nam u niet waar”

In Rom 10:17 lezen we "het geloof is door het gehoor"

De NBG wekt de indruk dat het auditieve centraal staat.

Een dove zou zo niet tot geloof kunnen komen. 

Er staat letterlijk: "het geloven is uit het gehoorde"  Uit wat men gehoord heeft. Dus uit het evangelie.

 

Aangesproken

Typerend voor het gesproken woord is dat het plaats vindt in een ik-gij verhouding

 De mens wordt áángesproken. Ook zijn de toon van het woord en  de timbre van de stem  belangrijk

Jezus gebruikte in de gelijkenissen die Hij vertelde zowel het horen als het zien.

Bij een diapresentatie over Turkije zei een blinde eens tegen mij: dominee, ik heb dit land nog nooit zo duidelijk met eigen ogen gezien.

Het is opvallend dat ogen en oren vervangen kunnen worden.Maar het aanrakingszintuig kan niet vervangen worden. De mens heeft de dunste huid. De techniek kan ons niet leren op een afstand te omhelzen, te strelen, te kussen en tederheid te tonen.

Nadruk visuele

Onder invloed  van het Griekse denken (vooral van Plato) wordt in de oosters-orthodoxe kerken de nadruk gelegd op het visuele.

Men vroeg zich af: hoe kan het goddelijke zichtbaar gemaakt worden? Daar zat Griekse invloed achter. De Grieken noemde

men vroeger  het ‘volk van het oog’. Het goddelijke wilde men  niet allereerst horen of geloven, maar het moest aanschouwelijk gemaakt worden.

Het geloof is echter uit het gehoor Rom. 10:17 De gelovige leeft op het gehoor af, niet op het gezicht en ook niet op de tast. Als er iets te horen is, is er iets gezegd. “Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt’(Openb.2,3)

De dove en Jezus

Het grote probleem is dat mensen geestelijk doof zijn.De mens is doof voor Gods stem. Daarom staat er in Marcus 7 dat Jezus zuchtte. Dat is de enige keer dat we in het evangelie horen dat Jezus zuchtte. Bij de dove boort Jezus tunnels in een berg van stilte.

Begrijpelijk is daarom dat sommige Grieken zeiden ’We willen Jezus wel eens zien (Joh. 12:20)

In het westen gebruikte men ook dikwijls beelden, maar die hadden slechts een illustratieve waarde. Ze hadden een didactische waarde en vormden het prentenboek van het heil. Zoals de staties van  Jezus’ kruisgang. Ze behoorden tot de ‘Biblia pauperum’ (boeken der armen) die niet konden lezen.

In oude Byzantijnse kerken zijn nog veel schitterende fresco’s en mozaïeken te bewonderen.

Het volk Israël daarentegen was auditief ingesteld. De God van Israël is allereerst de God van het Wóórd

Het was voor het volk Israël indertijd veel gemakkelijker te geloven in de goden van de heidenen. Die kon je in ieder geval zien. Goden zonder beelden bestonden niet  bij de heidenen. In het oude Oosten was beeldloosheid hetzelfde als Godloosheid. Kenmerkend voor de goden is dat zij zwijgen.

De God van Abraham is de God van het Woord. Bij de Sinaï zag Israël niets, maar hoorde het  een stem. ”Wóórden hoorde u, maar een gestalte nam u niet waar”

In Rom 10:17 "het geloof is door het gehoor" De NBG wekt de indruk dat het auditieve centraal staat.  Een dove zou zo niet tot geloof kunnen komen.  Er staat: "het geloven is uit het gehoorde" Uit wat men gehoord heeft. Dus uit het evangelie.

 

Eeuw van de kijkende mens

Stripverhalen, modeshows, tv, reproducties en posters vertellen ons dat we leven in de eeuw van de kijkende mens.Wij zijn een kijkdoosvolk geworden.

Reclamedeskundigen zeggen dat het beeld  het geschreven en gesproken woord  nooit kan vervangen. De zin ’C en A is toch voordeliger’ kan nooit vervangen worden.

Typerend voor het gesproken woord is dat het plaats vindt in een ik-gij verhouding. De mens wordt aangesproken. In de toon van het woord en in de timbre van de stem worden ook menselijke gevoelens geuit

Jezus gebruikte in de gelijkenissen die Hij vertelde zowel het horen als het zien.

Geopende ogen

Lied 293 uit het Liedboek voor de Kerken komt de regel voor ' met gesloten ogen loop ik naar het onbekende land'. 

Dat is niet bijbels.  In de bijbel worden we telkens opgeroepen tot waakzaamheid. Jesaja 60 Matt 25 ;1 Cor.  16:13 Efeze. 5 : 14 enz.Beter is gez. 479 Laat dan mijn hart u toebehoren en laat mij door de wereld gaan met open ogen, open oren om al uw tekens te verstaan.

.