A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Stadspoort / binnen


  Haar man is bekend in de poort Als hij neerzit te midden van de oudsten des land.

Spreuken 32 : 23 Waar zat hij dan ? Behoorde hij zelf ook tot de oudsten?We horen vaak over profeten en .priesters, maar de oudsten vormden ook een belangrijke groep. Onder hen bevonden zich de zogenoemde ' wijzen' .Maar deze moet je niet verwarren met de "wijzen uit het oosten" van Lucas 2. die waren magiers en hadden niet de wijsheid van de "wijzen"!

Zie ook Stadspoort / buiten. Daar gaat het meer over de belegering van een stad. Zie ook bij Belegerde stad 

Voor de Israëliet waren de poorten de belangrijkste Bijbelse plaatsen van het land. Poorten waren beschermd door versterkte torens. Voor de poortdeuren werden zware grendels geschoven. Daar zaten de oudsten van het land. Daar werd veel vergaderd. Daar werd recht gesproken. Daar werden overeenkomsten gesloten. Daar werd belasting geheven.

 

Hoe moeten we ons  zo'n poortgebouw  voorstellen?

Hier ziet u een tekening. Het poortgebouw was uitgebouwd naar binnen. Daar was een soort plein met banken. Daar zaten de oudsten

Er stonden stenen banken voor de rechters. De rechtzoekenden stonden voor hen en er was ook voldoende plaats voor een menigte van nieuwsgierigen die uiteindelijk ook als getuigen konden worden opgeroepen.

 In Ruth 4: 2 lezen we dat er zelfs zitplaatsen  waren voor tien stadsoudsten en de boerenzoon Saul kwam de profeet Samuël tegen in de poort van Rama.

Rondreizende kooplui stalden hun waren voor de plaatselijke handelaren uit in de poort.

 En Absalom stelde zich  bij het beramen van zijn opstand tegen David bij de poort op (2 Sam. 15). De veiligheid van een stad hing voor een groot deel af van een sterk poortgebouw.

De Kanaänieten hadden  daarom zelfs de gewoonte om een mensenoffer te brengen bij het leggen van de fundamenten van de stadspoort.

Met het oog daarop liet Nehemia bij de wederopbouw van het verwoeste Jeruzalem de priesters de “poorten” reinigen. .

In het poortgebouw van   Megiddo, Gezer en Hazor waren  zelfs zes vertrekken. Die poort gebouwen stammen uit de tijd van Salomo. Op de foto zien we de opgegraven ruines van de zes ruimten van het poortgebouw.Daar zaten dus niet de oudsten, maar deze vertrekken waren bestemd voor de ambtenaren, poortwachters dus. Pas in de latere koningentijd kwamen geloof ik de wijzenen oudsten bij elkaar in het poortgebouw

 

Een totaal andere poort treffen we aan in Ugarit (Ras Sjamra), die via een tunnel toegang geeft tot de stad.

 

Het was  een echt ‘meeting- point’. Hangplekken ook voor ouderen en jongeren. Alle poorten werden bij zonsondergang gesloten en bij het aanbreken van de dag weer geopend. Sommige poorten zijn al eeuwen gesloten, zoals bijvoorbeeld de beroemde Gouden Poort in Jeruzalem, die al door Sultan Soleiman werd dichtgemetseld. De acht poorten die hij in 1542 liet herbouwen kun je eigenlijk niet vergelijken met de machtige poortgebouwen die koning Salomo liet bouwen. Ik beperk me nu tot één functie van het poortgebouw in Bijbelse tijden: plaats van ontmoeting van de oudsten die ook wel wijzen genoemd werden.

 Geen agora 

De Israëlieten kenden geen centraal marktplein, zoals de Grieken. Die hadden in elke stad hun agora, een staatsagora met de publieke gebouwen en de marktagora met de verschillende kramen.

De oudsten behoorden tot de wijzen

In Israël kwamen vooral de oudsten bij elkaar in de poort. De bewoners luisterden graag naar deze oudsten. Ze hadden iets  te vertellen. Zij hadden de gave van de wijsheid. Je kon bij hen ook letterlijk zien dat zij oudsten waren (overtreffende trap!)aan hun grijze haren en hun grijze baard. De oudsten waren de raadgevers van de bewoners en van de plaatselijke overheid. Zij bezaten de gave van de wijsheid (chokma). Zij stonden niet een boodschap te verkondigen zoals de profeet, maar zij zaten, zij waren gezeten en gaven onderricht. Jong en oud zat vaak in een grote kring om hen heen,zoals de echtgenoot van de ‘degelijke’ huisvrouw van Spreuken 31 :10.

De wijsheid van deze wijzen was onderscheiden van het onderricht van de priester, dat gegrond is op de Mozaïsche traditie en van de openbaringswoorden van de profeten. Deze laatste stonden altijd. Zij hadden een boodschap. De woorden van de wijzen vinden we in het boek Spreuken. Spreuken is het boek van wijsheid. De zogenoemde “Wijzen uit het Oosten” uit Matt. 2: 2, waren echter geen wijzen maar magiërs. Niet alleen de profeten, maar ook de wijzen waren dragers van Gods Woord.

 Levenswijsheid 

Nu moeten we niet denken aan een gedachtensysteem of een bepaalde filosofie, maar aan praktische vaardigheden. Mensen die allerlei problemen konden oplossen waren wijs. Zij gaven levenslessen in levenswijsheid.

Het zijn vooral deze zaken waardoor de wijzen  in de poort bekend waren. De kern van het wijsheidsonderricht was de vreze des HEREN.(Spr. 1:7, 9:10). De vrees voor de HEER was voor hen  beginsel der wijsheid. Maar die  vrees had niets met angst te maken, maar met diep ontzag voor God en vertrouwen op Hem. God sprak ook via deze wijzen.

Heel anders dan de profeten spraken zij de enkeling aan. De profeten spraken tot het hele volk. De wijze deed een beroep op de persoonlijke verantwoordelijkheid van zijn toehoorders.

De mens 

Bovendien kent de wijze in de poort geen Joden of Grieken, Syriërs of Edomieten; hij kent alleen mensen. Het woord ha-adám komt heel vaak in het boek Spreuken voor, ad’am = mens. En alle mensen  zullen God moeten antwoorden, ieder is  verantwoordelijk. Tot ieder mens persoonlijk komen Gods beloften en Gods waarschuwingen

Mij frappeert het grote verschil tussen de spreuken van de Egyptische wijzen en die van Israël. De spreuken van de Egyptische wijzen zijn magische toverspreuken. Zij doen geen beroep op de persoonlijke verantwoordelijkheid maar suggereren dat de gebruiker invloed  kan uitoefenen op allerlei situaties en voorwerpen. Met de toverspreuken wil de Egyptische wijze greep krijgen op de dingen om hem heen.

De wijsheid van de Israëlische wijzen is geen schoolse wijsheid of academische geleerdheid waarmee hij zijn wereld wil beheersen. Het is eerbied. Eerbied voor de HERE God is het begin van een nieuwe manier van leven, het ernstig nemen van zijn geboden en  luisteren naar zijn stem die via de profeten en apostelen tot ons komt. Dwaasheid is het tegenovergestelde van wijsheid. Het is juist de dwaas die zegt dat er geen God is en die  geen rekening houdt met Hem.

 

Christocentrisch lezen 

 

Ik vond het boek Spreuken vroeger nogal moralistisch.

Totdat je ineens ontdekt dat ook dit boek ten diepste gaat over de Christus. Hij is niet gekomen om de wet en de profeten en (ook het spreukenboek) te ontbinden, maar om  te vervullen.  Hij is de enige tsadiek, (rechtvaardige) en Hij alléén is tammiem,(totaal integer, volmaakt in zijn liefde)

 Hij is tsadiek en tammiem  hoogstpersoonlijk.

 De hoogste wijsheid is volgens Paulus de grootste dwaasheid. 

Het is de ‘dwaasheid’ van het kruis.