God bestaat niet. Hij leeft!
Deze one-liners hebben een persoonlijk karakter. Op een goede dag heb ik ze eens bij elkaar gesprokkeld uit mijn aantekeningen.
Ze kunnen ons waarschuwen om niet telkens een blik cliché's te openen of gemummificeerde uitdrukkingen te gebruiken.
Ze kunnen ons soms ook op een nieuw idee brengen of stimuleren hetzelfde eens pittiger en puntiger te zeggen.
Oneliner 1901 tot 2000
- 1901. Op de voorgevel van de Geref. Kerk van Emmeloord staat En de zee was niet meer
- 1902. Het 1000 jarig Rijk is 10 maal 10 maal 10, drie maal de volmaakte maat van God
- 1903. God gaat straks geen andere mensen maken, maar Hij maakt de mensen anders
- 1904. De bewoners van de nieuwe aarde zijn geen science-fictionachtige figuren
- 1905. Er is een groot tekort aan onstuimige blijdschap en uitbundige vreugde
- 1906. De faxen van de grote mastodonten van de wereldhandel ratelen:Hij komt! Hij komt!
- 1907. Jezus is niet begonnen de mensen de jas uit te vegen, maar zalig te spreken
- 1908. Het boek Openbaring is het boek der zaligsprekingen
- 1909. Zalig verklaren is niet het privilege van de kerk, maar van een liefdevolle God
- 1910. Overal horen wij de dreunende hoefslag van de drie apocalyptische ruiters op hun onheilspaarden
- 1911. Het rode paard van de oorlog, het zwarte paard van de armoe en het vale paard van de dood
- 1912. Babylon is een wereld van weelde zonder liefde en van welvaart zonder barmhartigheid
- 1913. Miljoenen worden vandaag verbrijzeld tussen de zware molenstenen van het geweld
- 1914. Een weldadig optreden is iets anders dan een gewelddadig optreden
- 1915. Babylon is een wereld van weelde zonder liefde en van welvaart zonder barmhartigheid
- 1916. Er is een Hand die je wenkt. Er is een Stem die je roept!
- 1917. Miljoenen worden vandaag verbrijzeld tussen de zware molenstenen van het geweld
- 1918. Een weldadig optreden is iets anders dan een gewelddadig optreden
- 1919. Velen willen wel op Gods bruiloft komen, maar ze hebben geen bruiloftskleed
- 1920. Op het standbeeld van de Russische bevrijder in Berlijn staat: graf van de onbekende verkrachter
- 1921. Als mensen vernederd worden, gaan ze ook vaak anderen vernederen
- 1922. De verpretparkiserig is enorm toegenomen. Nederland is een pretland geworden.
- 1923. Verplaatste agressie is reactionaire agressie jegens niet-betrokkenen.
- 1924. Onze planeet is op de kaart van de zonnestelsels slechts een vliegenpoepje, een speldenknop
- 1925. Het doemdenken verwacht een catastrofe, het vooruitgangsgeloof een Gouden Eeuw
- 1926. De Bijbel verkondigt ons geen bepaald wereldbeeld, maar de doorbraak van een Nieuwe Wereld
- 1927. Onze toekomst is de onthulling van wat in Jezus al volbracht is, namelijk nieuwe lichamelijkheid
- 1928. Mens durf te leven! Open de vensters van je levenshuis!!
- 1929. Velen zeggen vandaag ik kan alleen geloven wat ik mij kan voorstellen
- 1930. Wat God voor ons in petto heeft, in zijn safe bewaard en achter de hand houdt is onvoorstelbaar
- 1931. Onze toekomstverwachting is geen rustkussen maar een springplank
- 1932. Onze toekomstverwachting is geen tranquillizer, maar een stimulerend pepmiddel
- 1933. Zeurpieten zijn spookrijders. Ze brengen het menselijk verkeer in gevaar.
- 1934. Velen menen: godsdienst ruikt muf, de kerk is een kamferkist en het geloof is een handicap
- 1935. Geloven jouw kinderen dus nog? Ach wat zielig!
- 1936. De belevingswereld van sommigen is erg donker. Niemand deugt. Niets is goed. Alles gaat fout
- 1937. Velen hebben een verkeerde oprit gekozen voor hun levensbaan
- 1938. Een christen mag zeggen: Blij dat ik leef!
- 1939. God wil ons geluk. Hij wil geen nepgeluk, schijngeluk, surrogaatgeluk
- 1940. God en mens zijn geen concurrenten
- 1941. Jezus Christus is de uitgestoken hand van God
- 1942. Dat we in Jezus met God Zelf te maken hebben is de essentie van het geloof
- 1943. Blijdschap is de tweelingzuster van de liefde. Ze lijken als 2 druppels op elkaar
- 1944. Wij zijn geroepenen, geroepen tot vreugde!
- 1945. We mogen luchtig, lichtvoetig en zelfs licht-zinnig zijn.
- 1946. Christenen zijn soms zo zwaar op de hand en zwaartillend dat zij zwaartillenden niet kunnen opbeuren
- 1947. De prediker is geen pessimist, ook geen optimist, maar realist
- 1948. Vrolijkheid en vriendelijkheid, vreugde en vrijheid worden schaars
- 1949. Lol is als de suikerspin, veel lucht en weinig materie
- 1950. De funmanagers van de pretcultus roepen ons toe Fun waits for you
- 1951. De leegte wordt gevuld met pret en de stilte met geluid
- 1952. De goden van de Grieken woonden op de Olympus, ongenaakbaar en onbereikbaar
- 1953. Er gaan geen heiligen naar de hel. Alle pelgrims komen Thuis
- 1954. De goden van de Grieken woonden op de Olympus, ongenaakbaar en onbereikbaar
- 1955. In de Grote trek van het leven is Christus onze Voortrekker
- 1956. Jezus heeft reinigingswater veranderd in bruiloftswijn. Dat is nou typisch Jezus
- 1957. In de lange pelgrimsstoet gaat de Heer vooraan en Hij sluit de rijen
- 1958. Sion als de tempelberg van Jeruzalem is symbool van het volk van God
- 1959. Jezus medemenselijkheid is net zo belangrijk als zijn medegoddelijkheid.
- 1960. Als Jezus geen God zou zijn, was Hij een arrogante bedrieger
- 1961. Het is moeilijker in een huwelijk om echte bondgenoten te zijn dan badgenoten of bedgenoten
- 1962. De schriftprofeet is zegsman van God, die aan Hem zijn stem uitleent
- 1963. De profeet is ordonnans of verbindingsofficier tussen God en zijn volk
- 1964. De huistofmijtpopulatie produceert dagelijks vele malen zijn gewicht aan uitwerpselen. En wij?
- 1965. Vroeger woonden wij als gereformeerden op een kamerbreed tapijt van zekerheid
- 1966. Tegenwoordig is iemand die verzekerd is van zijn geloof bij voorbaat verdacht
- 1967. Heb jij soms ook dat lelijke eendjesgevoel?
- 1968. Luther vond;Gods gerechtigheid is een heilbrengende gerechtigheid en geen wrekende
- 1969. Romeinse gerechtigheid is een wrekende gerechtigheid en de Rabbijnse een zelfbewerkte
- 1970. God is rechtvaardig en Hij maakt rechtvaardig Geweldig he!
- 1971. We kijken vaak verkeerd, We kijken naar wat de ander heeft, de ander is en de ander doet.
- 1972. Als wij continue applaus voor ons zelf organiseren, kunnen wij niet liefhebben
- 1973. Een kroon is in het Nieuwe Testament meestal een krans
- 1974. Heidenen vonden een God als slaaf die slavenarbeid verrichten en een slavendood stierf, absurd.
- 1975. Net als een God die zich laat opjagen als een asielzoeker en gekruisigd wordt als een misdadiger
- 1976. God woont op twee adressen. In de Hoge en bij de verslagene van geest (Jes. 57)
- 1977. De loser voelt zich verbrijzeld en verslagen, versplinterd en verpletterd
- 1978. We beleven in dit informatietijdperk de teloorgang van het heilige
- 1979. Het besef van Gods heiligheid is bij de moderne mens uitgesleten en opgedroogd
- 1980. We voelen ons soms als een leegstaande woning die door duistere machten is gekraakt.
- 1981. Kerstfeest is voor velen het feest van lichtjes en gedichtjes, kerkjes, klokjes en kaarsjes
- 1982. De Verrezene heeft de duistere machten onttroond, ontmanteld en van hun voetstuk geschopt
- 1983. Jezus is Overwinnaar staat met Neonletters op de voorgevel van het Nieuwe Testament
- 1984. D-day was V-day. Decisionday was Victory day. Golgota was dag van beslissing, D-day
- 1985. De heerlijkheid van Christus is dat hij Heer is over alle bedreigende machten
- 1986. Je kunt niet in je eentje geloven, wel in je eendje!
- 1987. Liefde is de ander aanvaarden niet zoals hij zou moeten zijn, maar zoals hij is.
- 1988. De koersen van de liefde dalen sterk, maar we zijn gelukkig aandeelhouders van Gods liefde
- 1989. Competitie in het heilige betekent: de minste is de meeste!
- 1990. Jezus Christus lijkt niet op God want Hij is God gelijk
- 1991. Het vormgevingsvermogen van zwakzinnigen wordt gevoed door prelogisch en beeldend denken
- 1992. Alles moet vandaag leuk en cool en fun zijn
- 1993. Predikanten hebben professionele presentatietechnieken nodig
- 1994. De verpakking van de preek is net zo belangrijk als de inhoud.
- 1995. Goede kritiek is als zachte regen, het wil iemands groei bevorderen, zonder zijn wortels te ondergraven
- 1996. Het kruispunt, snijpunt en brandpunt van de protestantse kerk is de Woordverkondiging
- 1997. Alles wat aangekoekt, aangegroeid en aangeslibd is moeten we loslaten.
- 1998. De wereld is vol contacten en contracten, maar de verticaliteit is verdwenen
- 1999. Luther klopte vaak aan de deur van de heilige teksten om de stem van de levende God te horen
- 2000. Het jonge kind tekent wat het weet en ervaren heeft, niet wat het ziet
Pagina: [1] [2] [3] [4] [5] [6] [7] [8] [9] [10] [11] [12] [13] [14] [15] [16] [17] [18] [19] [20] [21] [22] [23] [24] [25] [26] [27] [28] [29] [30] [31] [32]