God bestaat niet. Hij leeft!

Deze one-liners hebben een persoonlijk karakter. Op een goede dag heb ik ze eens bij elkaar gesprokkeld uit mijn aantekeningen.

Ze kunnen ons waarschuwen om niet telkens een blik cliché's te openen of gemummificeerde uitdrukkingen te gebruiken.

Ze kunnen ons soms ook op een nieuw idee brengen of stimuleren hetzelfde eens pittiger en puntiger te zeggen.



Oneliner 1101 tot 1200


  1. 1101. Het is moeilijk de geestelijke weersgesteldheid van onze tijd in kaart te brengen.
  2. 1102. Ze zijn als twee egels, die elkaar willen warmen en toch elkaar telkens steken.
  3. 1103. De deugd in het midden: vrijgevigheid is het midden tussen verkwisting en gierigheid.
  4. 1104. De veramerikanisering van onze taal neemt als maar toe.
  5. 1105. Hij is als een kapitein die de koperen reling van zijn zinkend schip laat oppoetsen.
  6. 1106. De moderne wetenschap heeft de zin-vragen als zinloos afgewezen.
  7. 1107. Een gevoel alsof iemand jou in je eigen huis heeft opgesloten.
  8. 1108. Je kunt kijken zonder te zien.
  9. 1109. Die ambtenaar heeft een starre en gipsachtige uitdrukking in zijn gezicht.
  10. 1110. Die opgemaakte vrouw heeft een glimlach van roestvrij staal.
  11. 1111. Het symbool van de kerk is niet de rijzende zon of de kraaiende haan, maar het kruis.
  12. 1112. We kunnen de wijzer van onze aardse parkeermeter niet eindeloos laten doorlopen.
  13. 1113. De bovenkamer van die vrouw is niet gemeubileerd.
  14. 1114. De hyena's van de haat, jakhalzen van jaloersheid en tijgers van begeerte, wonen in ons hart.
  15. 1115. De Here God heeft ons hartstochtelijk, hartgrondig en hardnekkig lief.
  16. 1116. Hij heeft de partij over de sloot getild.
  17. 1117. Dat is een uitgekauwd onderwerp.
  18. 1118. De ogen van de neuroot zijn verstard, zijn handen vertangt en zijn gezicht verkrampt.
  19. 1119. Ieder in zijn eigen karrenspoor is toppunt van individualisme.
  20. 1120. Mensen in de schaduw en de schemer van het leven.
  21. 1121. Velen hebben handen als zuignappen waarmee ze zich aan anderen vastklampen.
  22. 1122. Ze doet het vuile werk want ze heeft een Assepoesterfunctie.
  23. 1123. Johannes ziet een 'iemandachtig' wezen op de troon zitten.
  24. 1124. Na de ontgoddelijking van de hemel vindt de ontmenselijking van de mens plaats.
  25. 1125. Als lotgenoten bondgenoten en tochtgenoten worden hebben ze weer een doel.
  26. 1126. Het is allemaal even geurloos en kleurloos.
  27. 1127. De eindeloze tik-tak van uitbuiten en uitgebuit worden.
  28. 1128. Hij leunt op mensen zoals een invalide op zijn stok.
  29. 1129. Ik mag niemand laten gaan zei de bewaker van de cycloop Ik ben Niemand zei Odysseus.
  30. 1130. Er heerst een ijzig Noordpoolklimaat.
  31. 1131. Is de kerk een handelaar in postzegels die niet meer geldig zijn?
  32. 1132. Velen kijken niet verder dan de volgende kerktoren.
  33. 1133. Er valt met God te praten. Hij heeft geen spreekuur en staat niet achter een loket.
  34. 1134. De dood reist ons tegemoet.
  35. 1135. Het verouderingsproces gaat door. We kunnen de dood niet voor ons uit schuiven.
  36. 1136. Velen hebben vandaag een uitgesleten verantwoordelijkheidsbesef en een uitgehold normbesef.
  37. 1137. Wie overtollig en overtallig is voelt zich spoedig overbodig.
  38. 1138. De schakelschema's van onze zenuwbedrading onder ons schedeldak functioneren soms niet goed.
  39. 1139. Wie allemans vriend wil zijn wordt allemans voetveeg.
  40. 1140. Geloven is weten dat wat met Jezus is geschied ook met ons zal geschieden.
  41. 1141. Geloven is niet een weg die doodloopt, maar een weg die door de dood héén loopt.
  42. 1142. Wie zijn mond houdt, houdt zijn vrienden.
  43. 1143. Het verdwijnen van wandteksten is een teken aan de wand.
  44. 1144. Onze stem is geen orkaan, maar een orgaan.
  45. 1145. De existentiefilosofie verwaarloost de existentiaal: "tegen U heb ik gezondigd!"
  46. 1146. De gelijkenis van de zoekende vader en de verloren zoon tekent ieders relatie tot God.
  47. 1147. Een zinkend wrak kan alleen gered worden als er iets is dat nog dieper zinkt en het opheft.
  48. 1148. Mensen met een scherpe tong hebben meestal ook lange tenen.
  49. 1149. We kunnen veel barrières doorbreken, maar nooit die van het licht (300.000 km per sec)
  50. 1150. Er is geen atlas van de hemel en de eeuwigheid heeft geen kalender.
  51. 1151. Christus is het snijpunt van alle coördinaten.
  52. 1152. Zoek je een gids voor het geluk stort dan je geld op de giro van de goeroe.
  53. 1153. We willen de banier van de belijdende kerk ontplooien en hooghouden.
  54. 1154. Een preek maken vereist een lange broedtijd.
  55. 1155. Het geloof is de vogel die al zingt als de nacht nog donker is.
  56. 1156. Wij moeten als christenen niet het buitengewone vragen, maar het vanzelfsprekende doen.
  57. 1157. De afbrokkeling van het christelijke levenspatroon gaat sneller dan de afkalving van de gletsjers.
  58. 1158. Vroeger kregen de overwinnaars een palmtak in de hand en een lauwerkrans op het hoofd.
  59. 1159. Overwinnaars staan nu op het hoogste platje van het ereschavot.
  60. 1160. Het is niet een kwestie van mode, maar van stijl.
  61. 1161. Wie het doel niet kent, kan de weg niet weten.
  62. 1162. Voor hem gaat geen zee te hoog en is geen rivier te breed.
  63. 1163. We zullen de vlag voor je hijsen en de loper voor je uitleggen.
  64. 1164. Waar de dijk het laagst is, stroomt het water het eerst over.
  65. 1165. Liefde is het bindweefsel van onze samenleving, ja de grondwet van het Godsrijk!
  66. 1166. Alleen de sterkste bomen komen boven de boomgrens uit.
  67. 1167. Steeds meer mensen hebben een vaag religieus gevoel als bij het zien van het Alpengloeien.
  68. 1168. We willen geen luchtkastelen bouwen, bellenblazen en utopieën ontwerpen.
  69. 1169. Iemand toespreken op het geringschattende toontje van 'kleutertje-luister'.
  70. 1170. Je mag vandaag mensen niet meer aanspreken op hun gedrag want dan komen de messen op tafel.
  71. 1171. Ons leven is geen film die boven in de cabine al kant en klaar op de rol ligt.
  72. 1172. Slechts wie liefheeft kan God kennen, niet de scherpzinnige.
  73. 1173. We letten niet meer op de gewone, zijdelingse dingen van elke dag.
  74. 1174. God heeft belangstelling voor de snotneusjes van de kinderen en de zweren van de melaatsen.
  75. 1175. De zinloosheid trekt koud op vanuit de achtergrond van ons leven.
  76. 1176. De Übermensch roept altijd Untermensch op.
  77. 1177. We moeten niet getuigen van ons geloof, maar van onze Heiland.
  78. 1178. Er is geen stopwatch die mijn verglijdende levensseconde kan meten.
  79. 1179. In een zuivere machtsrelatie wordt de ander rebels of horig.
  80. 1180. Velen denken vanuit het machtsdenken, hoe meer macht, des te meer mens.
  81. 1181. Samenleving is als buikzieke peer, van buiten gaaf en glanzend, maar van binnen rot als een mispel.
  82. 1182. We willen zo graag zelf de regenten van ons leven zijn, als kleine zelfstandigen voor God.
  83. 1183. Onze eerste kinderjaren zijn als een verdronken stad. We kunnen weinig meer boven water halen.
  84. 1184. Gevoelens van wrok en wraak en woede blokkeren elk gesprek.
  85. 1185. Christus is de spiegel van Gods hart.
  86. 1186. De Geest kan de uitgedoofde sintels van het christelijk dogma weer tot gloeiende lava maken
  87. 1187. Het reïncarnatiedogma gelooft in wegwerplichamen en kringloopzielen
  88. 1188. De apostelen verkondigden niet het kruis, maar de Gekruisigde!
  89. 1189. Via de psychische maffia kom je in een occult circuit.
  90. 1190. Perfectie leidt altijd tot confectie.
  91. 1191. We kunnen het Koninkrijk Gods zoeken, ontvangen, verkondigen, maar geen gestalte geven.
  92. 1192. Wie schuchter aan de poort van het Godsrijk klopt, zal spoedig voetstappen horen.
  93. 1193. Veel dogma's vormen een dood kapitaal in de schuifladen van onze herinnering.
  94. 1194. Het hiervóórmaals lijkt bij sommigen net zo belangrijk als het hiernúmaals en het hiernámaals.
  95. 1195. Velen zijn meer handgemeen dan mondgemeen.
  96. 1196. Het is meer een apartleving dan een samenleving.
  97. 1197. De Here God heeft ons wel vaak bezocht, maar meestal waren we niet thuis.
  98. 1198. We zoeken een schuilplaats voor kleinen en groten, een voorhof van ruimte en rust.
  99. 1199. Blijf uit zijn kielwater of je komt in zijn zog terecht.
  100. 1200. Door het geloof in Christus' opstanding steken wij de tong uit tegen de macht van de dood.