Gods meervoudigheid
Geen abstracte term
God in een algebraformule ?
Nee, want het is géén abstracte term. De bijbel geeft geen theoretische verhandeling over de Drieëenheid.
Geen drie goden, maar drie personen.
De persoon van God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. Drie-eenheid.
Oude Kerk sprak van drie' personen'
Maar dat woord betekent heel iets anders dan ons persoon.
Het woord stamt uit de toneeltaal en hing samen met personare=ergens door heenklinken.
Het duidt het masker aan waardoor de toneelspeler heensprak. Dit duidt de rol aan die hij speelde.
Drie rollen
God is niet drie personen, maar Hij spreekt door de rol als Vader, de rol als zoon en de rol als Geest.
We ontmoeten telkens weer dezelfde God, welke gestalte Hij ook aanneemt.
God heeft drie gezichten, maar is één in wezen.
In Drie-eenheid gaat het om markeren van lijnen om mysterie te eerbiedigen. Het geheim bewaren.
De nadruk ligt op één.
Er is één God.
Die belijdenis vinden we al in het zogenoemde Sjema:”Hoor, Israël: de Here is onze God; de Here is één!
Prompt volgt daarop het grote gebod:’
Ge zult de Here uw God liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel’
Zoals God één is, zo worden ook wij tot éénheid geroepen.
Als God één is, dan zit daar een appèl in, dat wij niet in ons zelf verdeeld Hem liefhebben.
Daarom is de belijdenis van de Drieëenheid heel practisch
God is een éénheid. Maar Hij zet zich drievoudig in voor ons. Hij komt van drie kanten.
God is niet poly en niet mono, maar stereo
Zo kan muziek van drie kanten tot ons komen terwijl het toch dezelfde muziek is.
Overal waar in het Nieuwe Testament de Heilige Geest ter sprake komt, gaat het over de Geest van Jezus.
De Heilige Geest is de Geest van Jezus.
Alles wat de Geest zegt, is in de Geest van Jezus.
En Jezus openbaart ons God de Vader ten volle:
‘Alles wat Ik van mijn vader gehoord heb, heb Ik u bekend gemaakt’
Heel praktisch
De eenheid tussen God de Vader en God de Zoon (dat is de eenheid in de Geest) wil zichtbaar worden in de eenheid onder de gelovigen.
In Johannes 17 bidt Jezus:’….opdat zij één zijn, gelijk Gij, Vader, en Ik één zijn, dat zij volmaakt zijn tot één ‘(vers 22,23)