Discrmineren is het grondrecht van elke burger.
Gij zult niet discrimineren.
Men zegt wel eens dat het elfde gebod is Gij zult niet discrimineren. Dit gebod geldt wel de overheid, maar niet de burger. Discrimineren is het grondrecht van de burger. Wij burgers doen niets anders dan discrimineren. Wij hebben het recht om die ene kapper of bakker links te laten liggen. Artikel 1 van de grondwet verbiedt elke vorm van discriminatie.
Instructie voor de overheid
Maar de grondwet is een instructie voor de wetgever en voor het bestuur, en niet voor de burger. De wet is er voor iedereen, maar de Grondwet schrijft alleen de overheid voor hoe te handelen. De burger heeft juist het recht om te discrimineren. Artikel 1 van de Grondwet heeft geen horizontale werking (tussen burgers onderling). Want dan was het gedaan met de vrijheid van de burger. Wij hebben het recht om in verenigingen, en instellingen onderscheid te maken tussen mensen.
De overheid heeft dit recht niet. Gij zult niet discrimineren geldt dus alleen voor de overheid. Het heeft niets te maken met de horizontale relaties tussen burgers onderling. Als iemand een levenspartner zoekt in eigen kring is dat een vorm van positieve discriminatie. Een café mag inderdaad bepaalde mensen uitsluiten.
Er bestaat vandaag ook een postcodediscriminatie. Deze wordt toegepast in achterstandswijken door hypotheek verstrekkers.