Matteusevangelie
Koninklijke heerschappij
Mattheüs gaat uit van het motief van de koninklijke heerschappij van de Messias
Dat zien we bijvoorbeeld heel duidelijk in het laatste vers van dit evangelie
De Opgestane verschijnt aan zijn discipelen in Galilea en zegt:
Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.
Gaat dan heen, maakt alle volken tot mijn discipelen,
En zie Ik ben met u al de dagen, tot aan de voleinding der wereld (Matth. 24: 18-20)
Nadruk op al
Opvallend is het woordje "al" dat vier keer gebruikt wordt.
alle macht, alle volken, al wat ik u bevoelen heb en al de dagen
Dit telkens terugkerende woordje doorbreekt elke begrenzing van Jezus' macht.
Matteüs legt nadruk op zijn koninklijke macht,
Marcus op zijn bevrijdende macht( Marc.16,14-20) en
Lucas op Jezus' vergevende macht (Luc.24:44-53)
Ieder heeft uit Jezus' toespraken opgetekend wat hem trof.
Aansluiting OT
Mattheüs laat zien dat Jezus zich nauw aansluit bij het Oude Testament
Jezus ziet Daniël 7: 13 en 14 in vervulling gaan
en Hem werd heerschappij gegeven en eer en koninklijke macht,
Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij die niet zal vergaan
en zijn koningschap is onverderfelijk
Het gegeven van de heerschappij, eer en koninklijke macht vinden we bij Mattheus terug
In Matth. 24:18b en 20b is er weer sprake van zijn onverderfelijk koningschap
Voor de Joden
Mattheüs schreef voor de Joden en Lucas schreef aan de niet-Joden
Zie bv de wisseling van de woorden "hemelen" bij Matheuüs en "hemel" bij Lucas
De meervoudvorm "hemelen'" is een voorbeeld van een joodsbijbels spreken,
De enkelvoudvorm "hemel" sluit meer aan bij het spraakgebruik in de hellenistische wereld
Net als de term Koninkrijk Gods bij Lucas.
Lucas past zijn evangelie aan bij wat zijn lezers kunnen begrijpen. Inhoud blijft gelijk
Vergelijk Matth. 7:24-27 met Luc. 6:47-49. De overeenkomsten zijn duidelijk.
Toch zijn er verschillen. Bij Matteüs gaat het om een storm.
Bij Lucas gaat het om een buiten haar oevers tredende rivier.
Volgens Mattheus bouwde de verstandige man zijn huis op een rots,
Volgens Lucas bouwde hij zijn huis zonder stevig fundament.
Palesstijnse situatie
Bij Mattheus hebben we met een Palestijnse situatie te maken.
Bij Lucas met een situatie die in een Hellenistische wereld meer voorkwam
Mattheüs tekent Jezus vooral als de nieuwe Mozes.
Mattheüs laat zien dat in de geschiedenis van Jezus de geschiedenis van Israël vervuld wordt.
Veel vervullingscitaten
Bijvoorbeeld Jezus' gang naar en zijn vlucht uit Egypte.
Opdat vervuld zou worden het woord uit Hosea. Uit Egypte heb ik mijn zoon geroepen.
De vervulling heeft bij Mattheüs betrekking op héél het aardse leven van Jezus.
De andere evangelisten laten de vervulling vooral slaan op Jezus' dood en opstanding.
Heel typerend voor Mattheus is het woordje "zie" dat hij telkens gebruikt.
Hij wil daarmee van de Joden extra aandacht vragen voor wat komt
En wat komt dan bijvoorbeeld?
Het zijn uitgerekend niet-joden die Jezus komen aanbidden (de wijzen uit het oosten)
Mattheüs noemt in zijn geslachtsregister niet :Sara, Rebecca, Rachel en Lea,
Zij namen in de traditie van Israël zo'n belangrijke plaats in
Uit de heidenen
Hij noemt vier vrouwen uit de heidenen:Tamar, Rachab, Ruth en Bathseba.
Juist aan de joden wil Mattheus laten zien, dat het evangelie niet alléén voor hen is