Marcusevangelie
Marcus heeft zijn evangeliebeschrijving uit zijn herinnering opgetekend.
Alle informatie had hij gekregen van de apostel Petrus.
Er was dus een heel nauwe relatie tussen Petrus en Marcus.
Marcus tolk van Petrus
Marcus wordt de tolk van Petrus genoemd. In zijn evangelie horen we Petrus nog spreken.
Petrus neemt een belangrijke plaats in in het evangelie van Marcus.
Marcus begint zijn evangeliebeschrijving met de roeping van Petrus en Andreas.
Alleen Marcus vertelt ons dat Zebedeüs met de dagloners in het schip achterbleef.
Dit was ná de roeping van Johannes en Jacobus. Petrus had hem dat detail dus verteld.
Ook heeft Petrus aan Marcus verteld dat zijn schoonmoeder ziek was geworden.
Dat zij met hoge koorts in bed lag.
En dat Jezus ná zijn bezoek in de synagoge zijn woning was binnengegaan.
(Zijn huis stond naast de synagoge, zoals men aanneemt).
En dat zij met z'n drieën met Jezus over Petrus' schoonmoeder gesproken hadden (Mc 1:30).
Marcus laat allerlei gebeurtenissen, die Petrus in een gunstig licht stellen, onvermeld.
Daarentegen ontbreekt de zaligspreking over Petrus.
Ik zeg u dat gij Petrus zijt en op deze petra zal Ik mijn gemeente bouwen.
Petrus zal dit hebben verzwegen. Hij schaamde zich omdat hij Jezus had verloochend.
Lijden uitvoerigst vermeld
Marcus behandelt van de vier evangelisten het lijden van Jezus het meest uitvoerig.
Ongeveer een derde van zijn evangelie handelt over de laatste week van Jezus' leven op aarde.
Bij Marcus openbaren zich de conflicten al vanaf het begin van Jezus' optreden.
Groot aantal lollenaars!
De reden daarvoor was dat Jezus met een grote schare tollenaren gezellig ging eten (Marc. 2:15).
Dat konden de Farizeeën helemaal niet verkroppen. Daarom ontstond er al gauw een conflict.
Dat laat juist Marcus ons zien (Marc. 2:17,20 en 3:6).
Deze geschiedenissen vinden bij Mattheüs en Lucas een plaats in een later stadium.
Met opzet heeft Marcus die beschuldigingen en conflicten direct bij het begin al vermeld.
Dat was namelijk de pointe van zijn evangeliebeschrijving.
Vanaf eerste optreden al lijden
Marcus wil ons zeggen dat het lijden van Jezus vanaf zijn eerste optreden is begonnen.
De Schriftgeleerden en de Farizeeën zaten Hem direct al de voet dwars.
Alle synoptici spreken over Jezus als de Zoon des mensen.
Marcus verbindt deze titel vooral met het lijden van Jezus.
Zo kun je het evangelie van Marcus typeren als het evangelie van de lijdende Zoon des mensen.
Het woordje "weg" is verder ook geen neutraal woord bij Marcus.
Waarover waren jullie onderweg in gesprek?
En zij zwegen, want zij hadden onderweg met elkaar erover gesproken, wie de meeste was.
Jezus is onderweg naar het kruis om de minste te zijn.
De donkere schaduw van het kruis valt al over de weg er heen bij Marcus.
Zijn discipelen ruziën op deze kruisweg wie de meeste van hen is.
Vooral de daden van Jezus
Marcus laat verder overwegend de daden van Jezus zien.
Dat hangt wellicht ook samen met het beroep en het karakter van Petrus.
Iets van dat karakter van Petrus herkennen we in het veelvuldig gebruik van "terstond".
Alleen al in het eerste hoofdstuk van Marcus is dit elf maal het geval.
Mattheüs daarentegen geeft nog al wat lange redevoeringen van Jezus weer.
Als ex-tollenaar (Levi) was Mattheüs gewend lange verslagen te maken.
Het ontbreken daarvan bij Marcus hangt wellicht ook samen met het karakter van Petrus.
Door zijn beroep was Petrus ook een man die als visser gewend was aan te pakken.
Er zit zó een geweldige vaart en dynamiek in Marcus' evangelie.
Alles in de beschreven geschiedenissen stuwt heen naar het eigenlijke en grote doel.
Het grote doel bij Marcus is de beschrijving van Jezus' sterven en opstanding van Jezus