A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Tyrus en Sidon


 

 Opmerking vooraf:

 Onder de Republiek Libanon behoren onder andere Tyrus en Sidon. In  Bijbelse tijden waren  Tyrus en Sidon  echter Fenicische steden. Ze staan bij mij onder Fenicie dat ook wel Phoenicie genoemd .De Romeinen spraken van Punisiche steden  

==================================         

 

Tyrus en Sidon / Bijbel Wee!  Chorazin, wee! , Betsaïda! Want indien in Tyrus en Sidon die wonderen waren gebeurd, die bij jullie gebeurd zijn, dan zouden de inwoners van die steden zich allang in een boetekleed hebben gehuld. IK zeg jullie: het zal voor Tyrus en Sidon draaglijker zijn in de dag van het oordeel dan voor jullie. (Matt.11:20). 

Triomfboog van Tyrus 

Resten Baal tempel te Tyrus

Tyrus en Sidon  worden in de Bijbel in één adem genoemd. Jezus doet dit bijvoorbeeld. Ook de evangelist Marcus noemt die beide steden  tegelijk. Daarom breng ik ze ook beide ter sprake op onze site. Marcus vertelt dat ook uit Tyrus en Sidon heel veel mensen tot Jezus kwamen omdat ze gehoord hadden wat Hij gedaan had in Galilea.(Marc.3:8) Dat zal Petrus hem wel verteld hebben. Marcus is de tolk van Petrus zoals u wellicht weet.

 

Heel eind lopen

 

Wij denken daar verder niet zo  over na, maar van Sidon naar de zee van Tiberias was toch wel twee dagen lopen. De Sidoniërs hadden er dus heel wat voor over om Jezus te zien en te horen. Nu zullen  we niet moeten denken aan autochtone Feniciërs, maar aan Israëlieten uit het gebeid van Tyrus en Sidon. Ook daar woonden namelijk veel  Joden. Zie Diaspora Marcus vertelt dat uit heel Israël mensen Jezus opzochten. Sommigen kwamen zelfs uit Tyrus en Sidon.

 

 

Marcus onderscheidt twee groepen  onder de duizenden  mensen, die bij de oever van het meer waren samengestroomd: De eerste groep vormen al de ooggetuigen van zijn daden. Met eigen ogen en oren hebben ze gezien en gehoord wat Jezus heeft gedaan en gezegd. Van die man willen ze meer weten. Zij zijn de volgelingen uit Galilea. Marcus noemt hen in Marc. 3: 7. Maar in Marc. 3:8 noemt hij het toestromend publiek als tweede groep. Dat zijn al die mensen uit Jeruzalem, Judea en ook Tyrus en Sidon die over de wonderen van Jezus al veel  gehóórd hadden weliswaar , maar Hem nog nooit hebben gezien.

 

Aanslag beraamd

 

Toen de Farizeeën de synagoge te Kafarnaüm verlieten gingen ze direct met de Herodianen overleggen hoe ze Jezus het gemakkelijkst uit de weg konden ruimen.(Marc.3:6)Jezus trok zich terug aan de oever van het meer. Hij onttrekt zich niet aan het volk, maar wel aan de Farizeeën. Ondertussen ziet het aan de oever zwart van de mensen. Duizenden willen Jezus horen of door Hem genezen worden van de een of andere kwaal. Jezus dreigt onder de voet gelopen te worden. De mensen willen niet alleen Jezus zien, maar Hem ook aanraken!

 

 

 

 

 

 Daarom geeft Hij de leerlingen opdracht een scheepje  als nooduitgang gereed te houden, om niet onder de voet gelopen te worden. Foto is uit 1894!!

 

Weet u wat mij zo is opgevallen?

Dat Jezus twee keer achter elkaar voorzorgsmaatregelen treft. Hij wil geen risico lopen.

In de eerste plaats wil Hij nu nog niet gearresteerd worden. Hij ontwijkt  de Farizeeën.

In de tweede plaats  wil hij niet onder de voet gelopen worden.

Hij zorgt  voor een bootje waarop hij zich eventueel kan terug trekken.

Jezus had met één woord de schare achteruit kunnen doen wijken, maar Hij verkiest de vernedering om bij hen te zijn. Hij wil mens onder de mensen zijn.

 

Vanuit datzelfde bootje

 

In Marcus 4 komt dat zelfde scheepje weer ter sprake. Opnieuw hebben zich velen verzameld aan de oever. Maar deze keer verricht Jezus geen wonderen.

Vanaf de oever heeft Hij eerst weliswaar veel mensen genezen.

Hij is echter geen tovenaar. Daarom gaat hij  even later  vanaf het gereserveerde scheepje  de samengestroomde menigte op de oever  gelijkenissen  vertellen. Hij gaat de mensen veel dingen leren over het koninkrijk van God (Marc. 4:2). Onder de toehoorders zullen ook veel mensen uit Tyrus en Sidon geweest zijn.

 

Heidense steden

 

 Maar dat neemt niet weg dat Tyrus en Sidon  bij Israël in de kwade reuk stonden als heidense steden. Zij behoorden immers tot Fenicië.

 

 

 

 

Zegel van koningin Izebel, de echtgenote van Achab. Zij voerde de Baaldienst in in Samaria.Op dit zegel kun je heel duidelijk de invloed van Egypte zien.

 

 

Bij de Egyptische haven aan de zuidzijde van Tyrus bevond zich de beroemde tempel van Melkart. Daar stonden altaren van Baal. En het was juist de verering van Baäl en Astarte die voor Israël zo’n groot gevaar betekende. Ook Izebel kwam daar vandaan. Izebel betekent immers “Wie is als Bel= Baal?Jezus wist dat deze steden bekend stonden door  hun verering van Baäl. En toch zegt Jezus :Wee,Chorazin, Wee Betsaïda, Ik zeg jullie: op de dag van het oordeel zal het lot van Tyrus en Sidon draaglijker zijn dan dat van jullie. Waarom zegt Jezus dit? Wel, omdat Jezus in die steden veel tekenen heeft verricht, zieken genezen heeft en herhaaldelijk gesproken heeft in  hun synagogen, maar toch hebben de inwoners van die steden aan het meer van Galilea Jezus niet  aanvaard als de Messias. Ze hebben uiteindelijk Hem verworpen. Ze zagen in Hem niet het gelaat van God oplichten. Ze wilden zich niet bekeren. De vele wonderen die Jezus had gedaan in die regio, bracht hen niet tot de erkentenis dat Jezus van Hoge Komaf is.

 

Gastvrij land

 

In het boek Handelingen komt Fenicië nog twee keer ter sprake. Na de steniging van Stefanus ontstaat er een heftige vervolging van de christenen.(Hand. 8:1).De vervolgers zullen Joden geweest zijn, want hun volksgenoten, (de apostelen) worden voorlopig nog gespaard! (Hand. 8:1) De vervolging richt zich tegen Griekssprekenden, zoals Stafanus. Zij waren de allochtonen van die tijd.

In Hand. 11: 19 vermeldt Lucas dat zij die vervolgd werden zelfs tot Fenicië verder trokken. Fenicië was een toevluchtsoord voor christenen. Vooral de gemeente te Sidon was heel gastvrij.. Wat gebeurde er namelijk enkele jaren later?

 

 

 

 Zo zag de centurio (officier over 100 man) er uit die zo  vriendelijk was Paulus toe te staan zijn vrienden in Sidon te bezoeken. Daar logeerde hij zeven dagen bij gemeengteleden.

 

 

Toen Paulus op transport gesteld werd om in Rome voor de keizer te verschijnen, kreeg de apostel onderweg toestemming om zeven dagen lang bij zijn vrienden in Sidon te logeren. De centurio was een heel vriendelijke man.(Hand.27:9) Paulus zal de zeven dagen dat hij in Sidon mocht blijven heel warm en hartelijk door de gemeente zijn ontvangen!