A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Hemelvaart Jezus


 

 

En nadat Jezus dit tegen hen gezegd had, werd Hij  in de hemel opgenomen en nam hij plaats aan de rechterzijde van God (Marc. 16:19) 

Hoe weet Marcus dit? Heeft hij dit misschien zelf verzonnen? Hij is er toch niet bij geweest?  zegt u misschien. Dat is ook zo. Marcus heeft dit gehoord van Petrus en Petrus was wel een ooggetuige van Jezus’ hemelvaart. Marcus heeft Petrus immers op zijn zendingsreizen begeleid. Dat weten we van Papias, een van de oudste kerkvaders. Lucas vertelt ons dat hij assistent van Barnabas was op Cyprus. In de nieuwe  vertaling lezen we dat hij mee gegaan was als ‘helper’. Het Griekse woord dat Lucas gebruikt betekent  ‘notulist’, schrijver. Marcus was toen al bedreven met de pen.

 Hoe weet Petrus dit? 

Maar ook Petrus kan de aankomst van Jezus in de hemel niet zelf gezien hebben. Hoe kan hij dit dan doorgeven aan Marcus? Het is opvallend dat Marcus de nadruk legt op wat Petrus nooit heeft kunnen zien. Dat Jezus in de hemel werd opgenomen en gezeten is aan de rechterhand van God kan niemand waarnemen. En voor heel veel mensen is de echte werkelijkheid alléén de werkelijkheid die je kunt waarnemen met je eigen zintuigen. Wat je niet kunt waarnemen, bestaat ook niet. Zo denken veel mensen vandaag.

Dat Jezus de hemel binnenkwam en plaats mocht nemen aan Gods rechterhand weet Petrus alleen omdat Jezus de leerlingen dat zo vaak heeft verteld. Hij zou inderdaad lijden en sterven, maar daarna zou hij opstaan en teruggaan naar zijn hemelse Vader. Telkens weer had Jezus dat de leerlingen verteld.

 Aan de rechterhand 

U moet de uitdrukking ‘aan de rechterhand van God’ niet letterlijk opvatten. In het Hebreeuwse taaleigen  is de rechterzijde van God een ereplaats. Jezus had dit tijdens zijn drie jarig verblijf op aarde aan de leerlingen  telkens weer verteld. En nu is het Petrus die dit weer doorgeeft aan Marcus. En daarom gaat het nu helemaal niet meer over de vraag wat Petrus nu zelf gezien heeft en meegemaakt heeft. Hij  heeft het van Jezus zelf gehoord. Hoe vaak heeft Jezus dat zijn leerlingen niet voorgehouden! Zijn woorden van vroeger gelden ook nog voor vandaag. Dat Hij een ereplek heeft bij God, dat kun je nooit concluderen uit alles wat je om je heen kunt zien. Dat kun je alleen maar geloven. Dat geldt ook van de woorden van de opgestane Jezus: Mij is gegeven alle macht (volmacht) in hemel en op aarde. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing(Matt.28:20). Dat is geen werkelijkheid die je zintuiglijk kunt waarnemen. Het is een geloofswerkelijkheid.