A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Jezus is ook de Eerstgeborene der doden (Openb. 1:5)


 

Eerstgeboorterecht

In de cultuur van het oude oosten werd de eerstgeborene beschouwd als het belangrijkste kind.

Vooral als het een zoon was. Hij werd opgevoed als degene die de opvoeding van zijn broers en zusjes later moest overnemen.

Hij moest opkomen voor hen en hen beschermen. In het oude oosten kreeg de eerstgeborene ook een dubbel deel van de erfenis. Hij moest ook de verantwoordelijkheid van het familiehoofd overnemen. Dat was het familierecht, ook in het oude Israel.

De eerstgeborene had veel voorrechten. Het eerstgeboorterecht van Ezau was immers de aanleiding voor het conflict tussen Jakob en Ezau.

Nu is het opvallend dat God niet de eerstgeboren Ismaël verkiest, maar Isaäk.

Dat is toch wel heel vreemd!

Want óók als de eerstgeboren zoon  de zoon was van een vrouw  die minder geliefd was, dan moest hij toch erkend moeten worden als de eerstgeborene.

Hij moet ook een dubbele portie van zijn bezittingen krijgen (Deut. 21:17).

Ook bij Jakob en Ezau

Hetzelfde zien we bij Jakob en Ezau. Hoewel Ezau de oudste is, zal Jakob het voor het zeggen hebben in de tenten van vader Israël. En God kiest van de acht  broers uit het gezin van Isaï de jongste uit om koning te zijn.

Familierecht heeft voor God geen waarde. Hij wil een God van genade zijn, die de mens niet verkiest op grond van prestatie en verdienste. Hij is een God die kiest voor de minste, voor de geringste.

 

God kiest voor de geringste

God koos David om koning te zijn. Je zou zeggen: hij komt niet in aanmerking.

Maar God kiest een koning van wie wij denken: die is er toch helemaal niet geschikt voor.

Zo kiest God voor een gekruisigde om koning te zijn.

Hij kiest niet voor iemand met veel macht en aanzien. Hij kiest geen machofiguur.

 Hij kiest voor een schijnbare loser. Hij kiest voor een  machteloze figuur.

En Hij maakt hem tot eerstgeborene. Hij wordt ook genoemd de eersteborene der doden (Openb. 1: 5).

Hij is de grote Broer die zijn leven gegeven heeft voor al die kleintjes in het gezin van zijn Vader.

Hij heeft ons er toe bestemd om het evenbeeld te worden  van zijn zoon, die de eerstgeborene moest zijn van talloze broeders en zusters (Rom 8: 29).

 ========================================

In het N.T. wordt de term ‘eerstgeborene’ vrijwel uitsluitend van Jezus gebruikt.

Daarmee wordt niet bedoeld dat Jezus nog broers en zusters heeft gehad,  (al is dit zeker het geval geweest) maar dat Hij de eerste, de belangrijkste, de voornaamste onder de mensen is, de Zoon van God, de eerste Opgestane, de Verhoogde en Verheerlijkte.