A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Eenheid Oud/Nieuw Testament


 

Twee maal twaalf

Jezus had twaalf apostelen en het oude Israël bestond uit twaalf stammen. Dat is niet toevallig. Het is een illustratie van de eenheid van het Oude en Nieuwe Verbond of Testament. Het stralende middelpunt van beide testamenten is Jezus Christus.

De Thora is een blauwdruk van het Koninkrijk Gods dat Jezus heeft verkondigd. De  Heer zei na zijn opstanding tot de reizigers naar Emmaüs :

Jezus is de vervulling van het O.T.

Toen Ik nog bij jullie was, heb Ik tegen jullie gezegd dat alles wat in de Thora van Mozes, bij de Profeten en in de Psalmen over mij geschreven staat in vervulling moest gaan (Luc.24:44) De weg van de graankorrel 

De weg van het  Gods volk in het Oude en Nieuwe Testament loopt niet via machtige paradeavenues en onder indrukwekkende triomfbogen door maar is de weg van de graankorrel. 

In de aarde vallen en sterven om dan veel vrucht te kunnen voortbrengen.

De geschiedenis van Israël is de vóór-geschiedenis van Jezus en de vóórgeschiedenis van de nieuwtestamentische gemeente.

 Die weg loopt via de woestijn naar het Beloofde Land, via de vernedering naar de verhoging, via lijden tot heerlijkheid, via de vergankelijkheid naar de opstanding. Dat is de rode draad die beide testamenten verbindt.

Eenheid losgelaten 

Die eenheid losgelaten in de Nieuwe Bijbel Vertaling

Prof. Dr.C. Houtman, die heel zijn leven met de studie van het Oude Testament bezig is geweest, merkte in zijn afscheidscollege aan de V.U in 2006 op dat de Nieuwe Bijbel Vertaling het uitgangspunt van de eenheid van beide testamenten heeft losgelaten.

De NBV heeft het Oude en Nieuwe Testament als twee op zichzelf staande bundels vertaald. De nieuwste stand van onderzoek heeft de NBV verwerkt en ze heeft de resultaten van het historisch-kritisch onderzoek hierbij gebruikt.

Ze wil het Oude Testament recht doen als een verzameling antieke Hebreeuwse geschriften, zonder daarbij te verdisconteren wat hierover in het Nieuwe Testament staat.

Geen kerkelijke vertaling

Prof. Houtman concludeert daarom vervolgens dat de NBV in tegen stelling tot de Statenvertaling en de NBG vertaling geen kerkelijke vertaling is.  De kerk is immers in haar belijden altijd uitgegaan van de eenheid van beide testamenten.

Nu is historisch-kritisch onderzoek wel noodzakelijk, maar beslissend daarbij is wel je vóór-wetenschappelijke geloofsovertuiging. Volgens het getuigenis van Jezus ligt de eenheid van beide Testamenten in zijn eigen persoons-geheimenis. Hij is het stralende middelpunt. Deze eenheid  is tot stand gekomen omdat de Heilige Geest ten diepste de auteur is van beide testamenten. Hij heeft daarbij steeds gebruikt gemaakt van mensen in diverse situaties en culturen.  De twaalf stammen van Israël De twaalven 

Volk van God

 

 

In de roeping van de twaalven door Jezus zelf ligt het begin van de organisatie van de nieuwtestamentische kerk.

Het trof mij dat Jezus heel vroeg in de morgen de twaalven uitgekozen en aangesteld heeft als apostelen Waarom  toen al? Wel de hele nacht had Hij zich teruggetrokken op een berg in de eenzaamheid om te bidden en overleg te plegen met zijn hemelse Vader.(Lucas 6:12)! Die twaalven vertegenwoordigen het nieuwe volk van God.

Het is zeer frappant dat Jezus niet uit elk van de 12 stammen één representant heeft uitgekozen .

 

 

Stamverband onbelangrijk

 

 

 

Nergens in de bijbel wordt gezegd uit welke stam een discipel afkomstig is. Dat stamverband is blijkbaar totaal onbelangrijk voor Jezus! Hij is bij de keuze van de apostelen niet gebonden aan de banden van het bloed. Als het stamverband niet belangrijk is, wat is dan wel belangrijk geweest toen Jezus zijn leerlingen riep om apostelen te worden?

We vinden het antwoord in de toespraak van Petrus. Toen er een vacature kwam in de kring der apostelen, moest er een ander aangewezen worden in de plaats van Judas. Het moest één van de  mannen zijn die steeds in de kring van de volgelingen van Jezus verkeerd hadden vanaf de doop door Johannes tot de hemelvaart van Jezus, Zij waren immers oog-en oorgetuigen van zijn opstanding (Hand. 1: 21).

 

 

 

Oog-en oorgetuigen

 

 

Dat zal ongetwijfeld ook het motief van Jezus geweest zijn. Of ze uit de stam van Juda of Manasse afkomstig waren zal voor Jezus totaal onbelangrijk geweest zijn. In het nachtelijk gebed met zijn hemelse vader zal Jezus in gedachten al die mensen de revue hebben laten passeren, die vanaf het begin met Jezus in contact waren gekomen. Zij alleen waren in staat om van Jezus’ optreden te getuigen. Lucas noemt daarbij het optreden van Johannes bij de Jordaan als eerste kennismaking.

Maar de roeping van de tolbeambte Levi dan? zul je vragen. Die kwam toch pas in het douanekantoor van Kafarnaüm in contact met Jezus?

Ik denk dat dit niet geval is geweest. Lucas vertelt namelijk dat ook tollenaars tot Johannes de Doper kwamen en dat ze hem vroegen wat ze voortaan moesten doen. Johannes heeft hen de uitoefening van hun beroep niet verboden. Ook Levi was wellicht daarbij. Hij zal wellicht zijn leven veranderd hebben en “vruchten voortgebracht die aan zijn bekering beantwoordden”.

Vermoedelijk zijn al de leerlingen die door Jezus als apostelen waren gekozen, eerst  discipelen geweest van Johannes de Doper! Ook Matteüs!. Ook deze tollenaar. Hij zal zeker niet zo abrupt Jezus zijn gevolgd. De twaalven vormden een team, net zoals de twaalf zonen van Jakob. Toch was er onder hen onderscheid. Het is opmerkelijk dat de namen van de twaalf discipelen steeds gegeven worden in drie groepen van vier namen. Aan het hoofd van elke groep van vier komen met stipte regelmaat dezelfde namen naar voren. Altijd vinden we aan het hoofd  van de eerste groep Simon Petrus, aan het hoofd van de tweede Filippus en aan de kop van de derde reek gaat Jakobus, de zoon van Alfeüs.

 

Jezus vervulling Tora!

Mozes heeft aan het volk Israël de Thora gegeven maar Jezus heeft die Thora nader uitgelegd en tenslotte zelf vervuld

Mozes wordt terecht de ‘middelaar van het Oude Verbond’ genoemd, terwijl Jezus  de Middelaar is van het Nieuwe Verbond.

De Grote Verzoendag (Lev.16) vindt zijn vervulling in het werk van de grote Hogepriester Jezus Christus, die eens en voor altijd in zijn lijden en sterven het offer brengt voor de zonden van de wereld.

De grote zonde van de oudtestamentische hogepriester Aäron was dat hij zich liet verleiden bij de Sinaï een gouden kalf te maken.

In de brief aan de Hebreeën wordt Jezus daarentegen als de volmaakte hogepriester beschreven. (Hebr. 4:14)

In de synagoge te Nazaret wordt hem verzocht te lezen uit de profetieën van Jesaja.

Daarna  trekt hij de conclusie:”Vandaag hebben jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan’(Lucas.4:21)

In het boek der psalmen bemerken wij in de opbouw van dit boek zelfs de weg die Jezus is gegaan van lijden tot heerlijkheid, en van vernedering tot overwinning. Want eerst komt het lijden en de vervolging van David in de psalmen van David ter sprake en pas in Psalm 72 beluisteren we de hunkering naar het volmaakte koningschap van de Vredekoning waartoe David niet in staat was.

Het boek Openbaring zullen we nooit kunnen begrijpen buiten het Oude Testament om. Johannes grijpt dikwijls terug op de symboliek van de apocalyptische beelden  uit het boek Daniël!