A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Johannes-evangelie


 

 (Zie ook bij ONDERWERPEN Johannes A en Johannes B

 

 Het Johannes-evangelie is natuurlijk geen Bijbelse plaats, maar de apostel  Johannes was zo precies in het weergeven van Bijbelse plaatsen, dat ik ook hier iets over zijn evangelie wil doorgeven. Alle evangelisten hebben trouwens veel met Bijbelse plaatsen te maken.Bij Onderwerpen  vertel ik over de andere evangelisten.

 

Johannes wordt met een adelaar vergeleken.

Het is waar; hij verheft zich boven het triviale. Hij neemt een hoge vlucht, maar Johannes heeft ook aandacht  voor het detail. “De adelaar kenmerkt zich niet alleen door stoutmoedige wiekslag en hoge vlucht, maar ook door zijn scherpe  blik. Niet voor niets is de arend  beeld van JHWH God de HEER dat Hij ‘ zeer hoog woont en zeer laag neerziet’ . Johannes wijze van vertellen neemt een hoge vlucht, maar hij  vertelt niet in vogelvlucht. Zijn aandacht voor kleinigheden is minstens zo opvallend als zijn grootse visie en grandioos uitzicht’  (Willem Barnard in ‘Stille omgang’) 

 

 

De vader van Johannes was visser op het meer van Gelilea. In Betsaida is Johannes geboren. Jaren later verhuisde hij naar Kafarnaum, omdat Betsaida  niet meer aan zee kwam te liggen

 

 

Johannes is begraven in Efeze. Boven zijn graf verrees een machtige kathedraal

 

 

 

Door keizer Domitianus werd hij verbannnen naar het eiland Patmos. Daar schreef hij "De openbaring aan Johannes"

 

Johannes was op hoge leeftijd toen hij dit evangelie opschreef in Efeze. Daar is hij ook begraven, net als Maria die daar ook waarschijnlijk is begraven

 

 

 

Bibliotheek in Efeze die Johannes ook gekend zal hebben

 

Kerntekst

 

Joh. 20: 16 is voor de dichter Willem Barnard de ontroerendste tekt uit de Bijbel. Daar lezen we hoe de vreemdeling Maria uit Magdala (de als maar huilende Maria )toefluistert  in de hof van Jozef van Arimathea "Maria". Jezus noemt alleen maar haar naam. Wat zo hoog en zo diep is, zo ver en zo breed, komt hier zo nabij als een stem aan mijn oor. Het heeft de 'nabijheidswerking' van een liefkozing. Het omvat de aanvang en het einde, het reikt van de Hof van Eden tot het Nieuwe Jeruzalem. De Opgestane houdt geen betoog. Hij noemt alleen maar onze naam en zo worden we herkend.

 

 Niet de enige

 

Wat mij telkens weer opvalt is dat de Bijbel vele getuigen kent, terwijl de islam slechts een verslaggever kent van de Koran en hij is zelfs nog geen oog en oorgetuige.

Wat andere evangelisten schreven gaat Johannes zoveel mogelijk niet herhalen. Hoofddoel van Johannes is te documenteren dat Jezus de Christus is de Zoon van de levende God`’ opdat u gelovende , het leven hebt in zijn naam. (Joh. 20:30,31)Vanaf het begin heeft Johannes in de onmiddellijke nabijheid van de Meester  verkeerd. Hij behoorde aanvankelijk tot de discipelen van Johannes de Doper. Deze was de eerste die Johannes attent maakte op Jezus. Als Jezus langs het meer van Galilea loopt, roept Johannes de Doper :Kijk daar gaat het lam Gods dat de zonden der wereld wegneemt. Met Andreas was hij de éérste discipel die een hele dag (Joh.1:40) de gast van Jezus wasDit ééndaags verblijf heeft de basis gelegd hebben voor zijn vriendschap met Jezus.

 

Boezemvriend van Jezus

 

Rabbi's in Israël hadden vaak een lievelingsleerling. Zo had Jezus óók een lievelingsleerling. Iemand die Hem het beste begreep. De oudste kerk heeft zich altijd herkend in die ene discipel, die "Jezus liefhad" Dat was Johannes.Hij duidt zichzelf aan met die woorden. Dat is geen eigenwijsheid. Ook  heeft dat niet een andere schrijver toegevoegd. Daarvoor is het Johannes-evangelie te authentiek. Johannes was de discipel die Jezus het beste heeft begrepen. Ook heeft de kerk zich altijd herkend in Maria Magdalena bij het graf toen Jezus alleen maar haar naam noemde "Maria" Als ze met z'n allen aanlagen, had Johannes een vaste plek, aan de rechterkant van Jezus. Steunend op zijn rechterelleboog, voeten naar achteren lag hij "op schouderhoogte" náást Jezus. In bijbelse taal wordt dat genoemd: hij lag aan zijn boezem. Vandaar ook de uitdrukking boezemvriend.Johannes was dus een boezemvriend van Jezus en terwijl ze aten, keek hij Jezus in het gezicht. Ook fluisterend konden ze elkaar dus heel veel vertellen, wat de anderen niet konden horen.

 

 Uit de eerste hand

 

Wat Johannes heeft opgetekend heeft hij dus uit de eerste hand van Jezus zelf gehoord. Gehoord toen ze aanlagen in de pronkkamer van de tolbeambten of de eetsalon van de Farizeeërs. Lucas kreeg zijn informatie vooral door de vele interviews die hij afnam. Zonder twijfel heeft Lucas ook Maria bezocht. Bij Johannes gaat het ook om insidersinformation maar dan van Jezus. Daarom heeft de stervende Jezus met een dubbele adoptieformule Maria ook overgedragen aan zijn leerling en vriend.   

 

 Oog-en oorgetuige

 

Johannes verzekert ons dat hij er zelf bij geweest is, bij alles wat Jezus gedaan en gezegd heeft. Hij is altijd een oog en oorgetuige geweest. Pas jaren later heeft Johannes puttend uit zijn geheugen zijn herinneringen schriftelijk vastgelegd. Met zijn broer Jacobus en met Petrus behoorde Johannes tot de drie intimi van Jezus. Petrus is de patroon geworden van de Westerse kerk. Johannes vertegenwoordigt vooral het Oosterse christendom. Johannes is de evangelist van de grote lijn.Hij begint zijn evangelie niet op aarde, maar in de hemel. Het Woord is vlees geworden. Het is ook Johannes die heel scherp de Hoge Afkomst van Jezus laat zien. Jezus zegt Ik ben van boven. Jullie zijn van beneden. (Joh.8:23)Tegelijk blijkt telkens dat Johannes oog heeft voor details. Telkens vermeldt hij kleinigheden die de andere evangelisten niet hebben. Zo vermeldt hij bv. dat bij de opstanding van Jezus de "zweetdoek" keurig opgerold ter zijde lag.  Het was geen zweetdoek maar een hoofddoek die verticaal om het hoofd en om de kin werd geboden. Voor zulke kleinigheden had Johannes een geoefend oog.  In Joh.  21: 24  staat Dit is de discipel die van deze dingen getuigt  die deze beschreven heeft en wij weten, dat zijn getuigenis waar is. Met die "wij" van "wij weten” is duidelijk een kring rond de schrijver bedoeld

 

 Zoon van God

Tekende Marcus Jezus vooral als de Zoon des mensen, Bij Johannes komt de nadruk te liggen op Jezus als de Zoon van God. Het is verrassend hoezeer Johannes aandacht heeft voor de menselijkheid van Jezus. Maar het accent bij Johannes ligt toch zeker bij de heerlijkheid van Christus. Al  bij het eerste wonderteken trekt Johannes de conclusie: dat Jezus daar zijn heerlijkheid toonde. Toen al in Kana is al iets van de heerlijkheid van de opgestane Christus zichtbaar geworden. Bij Johannes valt alle nadruk op de eenheid tussen God de Vader en God de Zoon.Hier geldt inderdaad; Zo Vader, zo Zoon.  Jezus  heeft het ook niet heeft over onze "Vader", maar over "mijn VaderDie unieke relatie komt o.a. tot uitdrukking in de typische Johanneïsche woorden "eniggeboren zoon".  

 

 Ik ben-teksten

En vervolgens zijn er de bekende zeven "Ik ben" uitspraken Die Ik ben uitspraken heeft Jezus uitgesproken in de tijd  rond het Loofhuttenfeest en het Pascha.  Jezus gaat uitspraken die in Jesaja 43  uitsluitend op God betrekking hebben, toepassen op zich zelf. (Jesaja 43:2, Ik ben met u, vrees niet, want Ik ben met u, 25 Ik ben het die uw overtredingen vergeeft).  Ik ben het Licht der wereld.  Ik ben met u alle dagen enz. In Jezus laat God zich nu kennen als de presente God.God maakte zich aan Mozes bekend als Ik ben of Ik ben die Ik ben.Die naam neemt Jezus over Hij identificeert zich dus met God zelf. Dat is de grootste ergernis van de joodse schriftgeleerden geweest. Hij is een autodidact, heeft geen enkele opleiding gehad en dan wil hij zich nog gelijk stellen met God. Toppunt van verwaandheid. De andere evangeliën worden genoemd de synoptische evangeliën.

 

 Verschillen synoptici

Wat zijn nu de grote verschillen? Typerende bij Johannes is het verschijnsel van de lange redevoeringen van Jezus.  Bijvoorbeeld het gesprek met Nicodemus. (Joh.  3) en het gesprek met de Samaritaanse vrouw. (Joh.  4). Verder is het opvallend, dat bij Johannes de gelijkenissen ontbreken. Het belangrijkste verschil is het verschil in de beschrijving van Jezus 'persoon. De synoptici zetten in bij de geboorte en de geschiedenis van Jezus. Het vierde evangelie zet in bij Het Woord dat God was. Het vierde evangelie legt alle nadruk op de goddelijk heerlijkheid van Jezus. Johannes schreef zijn evangelie omstreeks het jaar 90. Toen had er al enige jaren een verscherping  plaats gevonden tussen kerk en synagoge. Als iemand beleed dat Jezus de Christus was, werd hij uit de synagoge gebannen. (Joh. 9:22).  

 

 Anti-gnostiek

 

De Gnostiek kent in het algemeen de minachting voor al het stoffelijke. Vandaar de grote nadruk die Johannes legt op het Woord dat vlees werd (Joh. 1:14). Daar moesten de gnostici niets van hebben. Johannes tekent de kruisiging als verhoging. Het betekent een verhoogd worden aan het kruis, maar tegelijk houdt het ook een verheerlijking in. De overwinning op de kwade machten begint bij het kruis, de martelpaal en schandpaal waar de bliksem van Gods heiligcheid insloeg en zijn oeverloze liefde openbaar is geworden. Kenmerkend voor Johannes is ook het gebruik van het woord "tekenen.Jezus heeft nog wel vele andere tekenen voor de ogen van zijn discipelen gedaan, maar deze zijn beschreven  opdat ge gelooft dat Jezus is de Christus.  Tekenen zijn illustraties van de goddelijke heerlijkheid die Jezus uitstraalde tijdens zijn optreden. De laatste wens van Jezus tijdens zijn verblijf op aarde heeft ook alles te maken met die heerlijkheid. In het hogepriesterlijk gebed vraagt Jezus zijn vader; Vader ik wil, dat, waar Ik ben, ook zij bij mij zijn,die Gij mij gegeven hebt, om mijn heerlijkheid te aanschouwen  Als Jezus zegt 'Ik ben de Goede Herder', dan is dit een contrastbeeld. De nadruk moet liggen op het woordje "Ik" in tegenstelling tot de Farizeeën. Zij dachten wel het licht der wereld te zijn, maar dat is een vergissing!