A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Jeruzalem Kajafas .Rondom het hogepriesterlijk paleis,


Zij die Jezus gevangen genomen hadden, leidden hem voor aan Kajafas, de hogepriester bij wie de schriftgeleerden en de oudsten bijeengekomen waren (Matt.26: 57)

 

 

Kerk van kraaiende haan

Deze kerk bevindt zich in het oude Jeruzalem boven de ruïnes van het paleis van de hogepriester Kajafas.

De naam van de kerk herinnert ons  aan de plek waar Petrus Jezus verloochende.

Het dienstertje bij het open vuur herkende Petrus en zei "Jij hoorde toch ook bij die Jezus?" Petrus antwoordde toen"Ik ken die mens niet over wie jij het hebt." [1]

Een steenen trap, een zogenoemde trappenstraat, die men in de jaren zestig heeft ontdekt en blootgelegd, voert de toerist van het badwater Siloam omhoog naar de berg Sion, waar het paleis van de hogepriester heeft gestaan. We weten zeker dat Jezus ook hier gelopen heeft. Deze weg is Jezus gegaan toen Hij na zijn arrestatie in Gethsémané naar het hogepriesterlijk paleis is gebracht.

 Als de avondmaalszaal ook in deze omgeving heeft gelegen -  wat waarschijnlijk is-  is Jezus ook langs deze trappenstraat naar beneden,  naar Gethsémané gegaan.

Geboeid tussen een cohort Romeinse soldaten besteeg Hij deze trappenstraat. Deze loopt vrij steil omhoog. Aan het einde van deze trappenstraat zou Jezus verhoord worden door de hogepriester. In Marcus 14:53 lezen we  "En zij leiden Jezus weg naar de hogepriester. . . . "

We horen nog de zwaarden kletteren tegen de stenen van de trap. Moeizaam beweegt de Heiland zich voort. 

 Daar is Hij al bij de poort van het paleis.  De gleuven in de rotsbodem waar de poort zich bevonden heeft, en waarin de zware deuren werden geschoven, zijn nog duidelijk te zien.

Trappenstraat

Volgens Marcus bevond Petrus zich vóór zijn verloochening beneden in de hof.[2] Een hof is een binnenplaats.  Je loopt daar over de rotsvloer.  Vanzelfsprekend is die plaats beneden. Op de eerste verdieping bevond zich rondom deze hof een balustrade. 

Deze was zo laag dat je daar gemakkelijk overheen kon kijken naar beneden en zien wat zich daar afspeelde.

Jezus bevond zich op het moment van Petrus' verloochening boven in de raadzaal van de hogepriester.  Je kunt je voorstellen dat Jezus de vloekende Petrus niet alleen gehoord heeft maar ook gezien, daar beneden op de binnenplaats.

 

Onder deze binnenplaats bevindt zich een ruimte die vroeger een openbare gevangenis was. Uitgehouwen in de rotsbodem. Je ziet het: Dit is echt, dit is authentiek!

 Midden in deze naargeestige ruimte bevindt zich de geselplaats. Hier kregen de gevangenen de bekende veertig-min-één slagen van het joodse strafrecht.

De geselplaats bestond uit twee ruwe pilaren.  De gevangene moest daar tussen gaan staan.  Zijn handen werden boven hem vastgemaakt door middel van een touw dat door twee openingen in de rots werd gehaald.

Zowel deze openingen als die van de beide pilaren, waaraan de voeten werden gebonden kun je nog duidelijk  zien.

Bij de ene pilaar bemerk je  in de bodem nog heel duidelijk een ondiepe kuil.

Voordat de geseling begon, goot men daar warm water in en voegde men een flinke hoeveelheid zout toe. Daar doopte men de gesel in.Het was zeker niet de bedoeling om de bestraffing nog wreder te maken, maar om de wonden bij voorbaat te desinfecteren.

Bij de andere pilaar bevindt zich een kleiner kuiltje.  Daar deed men  vroeger olie en wijn is voor de verzachting van de wonden na de geseling. Waarschijnlijk zijn Petrus en de andere apostelen op die plek ook gegeseld. [3] Jezus is hier in ieder geval gegeseld. Waarschijnlijk hebben de apostelen hier ook gevangen gezeten. [4]

De put

 De meest indrukwekkende plaats onder 'de kerk van de kraaiende haan' vind ik de 'put'. Daarin liet men gevangenen neer met behulp van een touw onder de oksels. [5]  Deze grote rond opening was de enige toegang voor deze niet zo kleine maar toch wel diepe kuil.

Men neemt nu aan dat Jezus in de nanacht van donderdag op vrijdag na zijn veroordeling door de hogepriester en de Hoge Raad dáár in arrest is gebleven om de volgende morgen vroeg naar Pontius Pilatus gevoerd te worden.

Ook Jezus zal in die kuil met een touw onder de oksels zijn neergelaten. Waar zou Hij anders die nacht hebben doorgebracht? Matth.  27:2 kunnen we dan als volgt lezen:

En zij trokken Hem uit de gevangenisput onder het paleis van de hogepriester, boeiden Hem en leidden Hem naar Pontius Pilatus. We denken aan de messiaanse psalm, psalm 40  Hij trok mij uit de kuil van het verderf, uit het slijk van de modderpoel .  Dieper dan deze put kon Jezus zich niet vernederen. Zo diep is God afgedaald in de meeste letterlijke zin

Maar na Goede Vrijdag is  het Pasen geworden!

Korban

Achter deze kerk van de kraaiende haanheeft men een grote deursteen gevonden. met deze inscriptie: Le ascham hua korban, wat betekent; voor onderhoud ( priesters ) is dit de korban. Dit Hebreeuwse woord wordt in  Matth.  27:6 vertaald met 'tempelschat'. In Marcus 7:11 is dit woord onvertaald gebleven.

Het betekent daar offergave. Vandaag zouden we zeggen;vaste vrijwillige bijdrage voor het onderhoud van de kerk.

In Marcus 7 gaat Jezus in tegen de uitwendige vroomheid van Israël. Mensen die zich willen onttrekken aan de onderhoudsplicht van hun ouders, gebruiken als smoes: het is korban.  Neemt u mij niet kwalijk, maar ik moet mijn offergave aan de hogepriester betalen. Die is toch al zo hoog.

De Put


[1] Marcus 14:71

[2] Marcus 14:71

[3] Hand.  5:40

[4] Hand.  5:18

  • [5] Jeremia 37:16