A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Gerar


Gerar (Genesis 20 en 26)

 

Hier lag waarschijnlijk de stad Gerar. Bekend vanwege koning Abimelsch

De beroemde archeoloog Flinders Petrie is van mening dat we die plaats moeten zoeken in de ruïneheuvel Tell Dsjemme, 13 km ten zuiden van Gaza.

Hij vond niet alleen allerlei resten van korenpakhuizen, maar hij ontdekte ook dat het paleis van de stadsvorst aan het noordwesten van de oude stad lag.

Vlak daarvóór was het enige terrein ronden de nederzetting waar de Bedoeïnen hun kamp konden  opslaan, dus ook Isaäk

Dan zou Abimelech het uitzicht hebben gehad op  de tent van Isaäk en zou hij  op die plek getuige hebben kunnen zijn van de vrijage van Isaäk en Rebecca, waardoor hij  ontdekte dat Rebecca niet de zuster van Isaäk was, maar zijn vrouw.

Oorspronkelijk  woonden in Gerar de Kanaänieten, maar de Filistijnen hadden in die tijd ook al veroveringstochten gemaakt in die regio.

 Pas in de tijd van de rechters  vormden ze de grootste bedreiging voor Israël.

Gerar lag in het land der Filistijnen, tussen Hebron en Bersjeba in.

 

Hongersnood

 

De plaats Gerar kennen we uit Genesis 20 en Genesis 26. In beide hoofdstukken lezen we hoe een aartsvader vanwege de hongersnood   naar het land der Filistijnen vlucht en gastvrijheid bij koning Abimelech vindt.

Hoe zag koning Abimelech eruit? Waarschijnlijk als deze Filistijn met een helm van veren op zijn hoofd.(rotstekening uit Egypte)


 In Genesis 20 is het Abraham en in Genesis 26 is het Isaäk. In beide gevallen lezen we ook hoe zij Abimelech  bedriegen door te zeggen dat hun vrouw hun zuster is

Zo iets gebeurde nog al eens in het oosten, omdat men bang voor eigen leven was.

 Als een vorst  een mooie vrouw van een ander wilde hebben, liet hij haar echtgenoot ombrengen. Isaäk doet precies hetzelfde.Ook hij liegt tegenover Abimelech.Zo vader, zo zoon.

 

Waterputtenconflict 

 

Maar er is nog iets anders, waarin  Isaäk zijn vader heeft gevolgd.Dat lezen we in Genesis 26: 18 “De waterputten die in de tijd van zijn vader Abraham waren gegraven en die de Filistijnen na Abrahams dood hadden dichtgegooid, groef Isaäk weer open en hij gaf ze dezelfde namen als zijn vader ze had gegeven.

Zo vader, zo zoon. Dit optreden van Isaak is helemaal niet spectaculair.

Zijn taak bestaat alleen hierin dat hij de traditie moest doorgeven. Daar was lef voor nodig om in het land der Filistijnen te volharden bij het verbond dat God met vader Abraham had gesloten!!