Woonplaats van God
Tabernakel. God begeleidt zijn volk op weg naar het beloofde land God tabernakelt bij zijn volk God leidt een nomadisch bestaan
De tent wordt vervangen door een vast gebouw in het land Kanaan.Alle lijnen van het wonen van God tussen de mensen komen samen in het Nieuw Jeruzalem
God troont en woont op de lofzangen van de gemeente.
Als iemand u vraagt hoe de woonplaats van God heet, zegt u natuurlijk direct ‘dat is de hemel’. Ik bedoel echter de woonplaats van God op áárde. Waar vinden we die volgens de Bijbel? Er zijn verschillende plaatsen die in de Bijbel worden beschreven als plaatsen waar God woont te midden van de mensen: het paradijs, de tabernakel, de tempel, de berg Sion en in het Nieuwe Testament de christelijke gemeente en tenslotte in het boek Openbaring het Nieuw Jeruzalem waar al deze plaatsen weer terugkomen.
Paradijs
Vóór de oerbreuk van de mens was het paradijs ook een heiligdom van God. Het paradijs was méér dan een lusthof met vruchtbomen. Het was ook de woonplaats van God, waar de mens met God wandelde. Dat was vóór de zondeval. Na de zondeval wordt de mens uit het paradijs (ook een heiligdom) verdreven. De mens leeft dan niet meer in tegenwoordigheid van God. Cherubs bewaken de toegang tot het eeuwige leven`(Gen 3::22-24). Het paradijs is een woord om de woonplaats van God tussen de mensen aan te duiden. Jezus zei tot de medekruiseling:Vandaag nog zul je met mij in het paradijs zijn.
Tabernakel
Later wordt de tabernakel de woonplaats van God. Als het volk uit Egypte verlost is, krijgt Mozes de opdracht een tent te bouwen. Daar wil God wonen te midden van zijn volk. Die tent wordt tabernakel genoemd.(Ex 25:8) Zowel de tabernakel als de tent keren in h et boek Openbaring terug. In het heilige der heiligen stond de ark. Die symboliseerde de troon van God. Johannes begroeting van de zeven gemeenten in Openb. 2 en 3 heeft een oudtestamentische achtergrond.”Genade zij u en vrede van Hem die is en die was en die komt.(De Aanwezige, de Almachtige en de Euwige) !En van de zeven geesten die voor zijn troon zijn. De geadresseerden zullen direct begrepen hebben dat dit herinnert aan de zeven fakkels voor het heilige der heiligen waar de ark stond. De zeven vurige fakkels ziet Johannes branden voor de troon, Dat zijn de zeven geesten Gods. Die stonden in de tabernakel voor de ark, dat is voor Gods troon.
Tempel
De tempel uit het Oude Testament is een voortzetting van de tabernakel. De tabernakel was een tent die mee ging op reis. Hij was draagbaar en verplaatsbaar. Zo ging God met zijn volk, mee naar het beloofde land. In het beloofde land was een tabernakel niet meer nodig. Toen liet God zijn woning bouwen op de berg Sion in Jeruzalem.
Gemeente
In het Nieuwe Testament wordt de christelijke gemeente Gods tempel genoemd:
Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat Gods Geest in uw woont (1 Kor.3:16)? Ook in Openb. 11:1-2 wordt over de gemeente gesproken als over Gods tempel. Ook in Openb.. 11 worden we weer herinnerd aan het tempelcomplex met tempel en voorhof der heidenen. Die voorhof moet Johannes niet opmeten. Die behoort aan de heidenen.
Nieuw Jeruzalem
Weet u wat nu zo bijzonder is? Al die woonplaatsen van God die hierboven genoemd zijn, komen terug in het Nieuw Jeruzalem. Wat is het Nieuw Jeruzalem? Dat is het paradijs. De nieuwe schepping, de nieuwe tabernakel, de tempel en de gemeente als woonplaats van God. Dat Nieuwe Jeruzalem is geen creatie van de mens. Het daalt neer uit de hemel (Openb.21) In de woonplaatsen van de heilige God in het Oude Testament was er altijd sprake van een offer dat nodig was om met de heilige god om te gaan. In het Nieuw Jeruzalem is Christus het offerlam dat de oudtestamentische offers vervangt en vervult. In tabernakel en tempel werd aanschouwelijk onderwijs gegeven over de woonplaats van God en de ontmoeting met Hem.