A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Deur schapen


Deur van de schapen

 Jezus begint zijn toespraak over de herder in Joh. 10 niet met te zeggen Ik ben de Goede Herder, maar met de woorden “Ik ben de deur voor de schapen”. Of iemand een goede herder is moeten we afmeten aan de vraag of hij door Jezus, die de deur is, binnenkomt. Want alleen als je door Hem binnenkomt, blijft Jezus de goede herder. 

Weid mijn schapen

  Heel concreet blijkt dit in Joh. 21:15-17..We lezen daar hoe Petrus wordt opgenomen in het herdersambt Drie keer zegt Jezus; weid mijn schapen of lammeren. Petrus wordt dus aangesteld als herder. Maar om dat te kunnen zijn, moet Petrus eerst door de ‘deur’ binnenkomen. Dat binnengaan wordt bedoeld met de drie keer herhaalde vraag Simon, zoon van Johannes, houd je van Mij? Je wordt heel persoonlijk geroepen. Simon wordt bij zijn naam genoemd met de naam  van zijn vader.Zo gaat hij ‘via Jezus, naar de schapen. Het is de kudde van Jezus,Omdat hij met Jezus in liefde verbonden is, daarom luisteren de schapen naar hem. Petrus komt door Jezus bij hen en Jezus zelf leidt via hem de kudde. De ware herder néémt geen leven, maar hij geeft het. We worden allemaal geroepen om een goede herder te zijn. Niet alleen een dominee of priester.