- Kameleonsyndroom
- Kant (Immanuel)
- Keizercultus
- Kennen van God
- Kerk
- Kerk en synagoge
- Kerk in one-liners
- Kerkhof van Pisa
- Kerstgebeuren in one-liners
- Ketterij
- Kinderen
- Knekelkist Jakobus
- Knekelkist van Jakobus?
- Kohlbrugge
- Koningen
- Koningen van Israel
- Koningschap Jezus Christus
- Koninkrijk der hemelen
- Koninkrijk van God
- Koosjer
- Koptische Kerk
- Koran
- Kosmos
- Kruissymbool
- Kruiswoorden van Jezus
- Kunst en kitsch
- Kwaad (het grote)
Kwaad (het grote)
Kwaad is iets anders dan lijden.
In het kwaad zit altijd een destructieve macht.
Het grootste probleem voor de mens is het probleem van het kwaad
Het kwaad treft vaak goede mensen en kwade mensen hebben het vaak heel goed
Hoe kunnen we de belijdenis van de oeverloze goedheid van God rijmen met het onbegrensde kwaad?
Er zijn drie soorten kwaad
Het kwaad dat mensen elkaar aandoen:Ruzie, oorlog,beledigen, pesten, bedriegen en enz
Dat noemen we het het morele kwaad
Het kwaad in de natuur en in ons lichaam Rampen ziekten, overstromingen, aardbevinmgen, branden, enz
Dat noemen we het fysieke kwaad
Het kwaad heeft ook een geestelijke dimensie
Dat noemen we het spirituele kwaad
Wij kunnen het raadsel van deze drie kwaden niet verklaren.
Hoe te rijmen met de belijdenis van Gods goedheid?
De roeping van de mens is het kwaad te bevechten. Nodig is een duel met die duistere Derde!
De aarde is een arena en het menselijk en de samenleving is een slagveld
Slagveld tussen het rijk der demonen en het Gods Rijk dat in Jezus is verschenen.
Wij worden opgeroepen het morele kwaad te bestrijden met het centrale liefdegebod
Wij worden opgeroepen het fysieke kwaad te bestrijden door een dienende levenshouding
Wij worden opgeroepen het spirituele kwaad te bestrijden door het aantrekken van Gods wapenrusting
Deze wordt beschreven in Efeze zes. Daar worden allerlei verdedigingswapens genoemd:
Het schild van het geloof, de helm van het heil en het pantser der gerechtigheid
Er is slechts één aanvalswapen en dat is het zwaard van de Geest
Het goede en het kwade, het licht en de duisternis zijn echter geen eeuwige tegenstellingen
Het is niet zo dat er een god van het licht is en een god van de duisternis
Er is geen sprake van enige vorm van dualisme, twee-heid
In Jesaja 45 : 7 lezen we Ik formeer het licht en de duisternis
.Ik maak de vrede en schep het kwaad. Ik, de Here doe al deze dingen.
.De herkomst van het Kwaad blijft raadselachtig en voor ons verborgen
Het hangt wel samen met het feit dat wij uit het paradijs verdrevenen zijn
Het vindt zijn oorzaak in de oerbreuk tussen God en mens
-
Belangrijke studie over het kwaad
Vandaag (20 nov. 2010) kwam ik terug van een symposium in IJsselmuiden waar het nieuwste boek van Dr. B. van Veluw gepresenteerd werd. Titel is:
"Waar komt het kwaad vandaan?
Enkele hoofdlijnen van deze indrukwekkende studie heb ik hieronder vrij en heel kort bewerkt. Misschien is het voor sommigen een aansporing het boek ter hand te nemen.
Van Veluw gaat uit van een feitelijk goede schepping en een historische zondeval. Daarmee zet hij zich af tegen die wetenschappers die beweren dat het in de eerste hoofdstukken van Genesis om sagen gaat.
Geen sagen
We kunnen echter volgens Van Veluw dat verhaal niet symbolisch lezen. God heeft de mens in een soort tuin, de hof van Eden, geplaatst. Een soort stormvrije zone. Daar was het goed leven.
Dat was het paradijs. Maar de mens is gevallen en door God uit de tuin in de wereld geplaatst. Dus uit het paradijs verdreven.
Dat kun je als straf zien, maar ook als genade. Hij mag als verdrevene toch weer verantwoordelijkheid dragen voor de schepping. ‘Als je van de boom eet, zul je sterven’ zei God. Dat gebeurt niet onmiddellijk. De mens krijgt de gelegenheid het goede te zoeken en verantwoordelijkheid te nemen voor de schepping.
Elckerlyc
Veel wetenschappers ontkennen dit. Zij beweren:Adam is elckerlyc De hof van Eden zou een Hof van Heden zijn. Adam is ieder mens. De laatste spreker ging uit van deze opvatting. Het thema van zijn bijdrage was dan ook: Gij zijt die man. Wij zijn dan Adam. Genesis 3 wordt dan helemaal onthistoriseerd en kunnen we niet terecht nog spreken van verzoening.
Erfzonde
De term erfzonde is misschien niet zo gelukkig, want we erven de zonde niet, maar wel de neiging telkens weer een verkeerde keus te maken.
Maar toch is de erfzonde meest voor de hand liggend om te verklaren dat de mensen zijn zoals ze zijn. Ze maken steeds weer ruzie en oorlog. Gen 3 is beslist geen sage. Op een concreet punt in de tijd heeft de mens ’nee’ gezegd tegen zijn Schepper. Van Veluw houdt overeind, dat God almachtig is, dat Hij de wereld goed geschapen heeft en dat de mens op een kwade dag de dienst aan God heeft opgezegd.
Zondag 10
Zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus legt een verband tussen God en het lijden. Het is wat ongelukkig geformuleerd als gezegd wordt dat lijden ook uit zijn hand komt. Bedoeld is’: ‘ter hand neemt’. Je moet het zo zien. In die tijd geloofde men in het noodlot.
Dat was een puur heidense gedachte; het Fatum treft de mens.
De Heidelbergse Catechismus zegt dat ons leven niet bepaald wordt door het noodlot, maar geleid wordt door onze hemelse Vader. We vallen nooit uit zijn handen.
God neemt het wel ter hand
Het kwaad komt niet uit Gods handen, maar uit de klauwen van de duivel. Hij kan het in zijn goedheid wel ter hand nemen.
Van Veluw zet zich wel af tegen de gedachte, dat het kwaad ergens goed voor zou kunnen zijn, dat het dus een zekere zin zou hebben. Er is echter vreselijk veel zinloos lijden waar we nooit een mooie draai aan kunnen geven.
Geen zonden geen wonden
Het kwaad heeft alles te maken met de zondeval. “Geen zonden, geen wonden”.
Maar nu heeft het enorme fossielenarchief aangetoond dat de dieren elkaar ook al opvraten vóór de zondeval en dat er voor de zondeval van de mens ook al aardbevingen en overstromingen waren. Was dat dan geen kwaad?
Van dat kwaad kan de mens toch niet de oorzaak zijn? Volgens Van Veluw is een overstroming of een vulkaanuitbarsting op een andere planeet of onbewoond eiland geen kwaad.
Dat is het wel als mensen er het slachtoffer van worden. De mens is naar Gods beeld geschapen en de dieren ieder naar hun eigen aard.
Bij dieren is het voortbestaan van de soort belangrijk, bij mensen heeft het individu waarde.