A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Ketterij


Onder ‘ketterij’ verstaan we een opinie, die binnen de Kerk aan de orde wordt gesteld, maar een ernstige afwijking vormt van de leer van de Kerk.

Bij dat woord ‘leer’ moet je dan denken aan wat de Kerk op grond van de Bijbel belijdt.

Wat is een ketter?

 Een ketter is dus een lid van de Kerk, die op centrale punten het belijden van de Kerk afwijst.

De apostel Paulus schrijft aan de gemeente te Corinthe: “...ketterijen moeten er wel onder u zijn, zal het blijken, wie onder u de toets kunnen doorstaan.”  In de NBG- vertaling staat “scheuringen” In de Statenvertaling echter staat ‘ketterijen’ en ik meen dat dit de juiste vertaling is.

Hoe kan Paulus nu zeggen, dat er ketterijen moeten zijn en dat nog wel “onder u”. dat wil zeggen: te midden van de gemeente?

Als Paulus zegt dat er ketterijen moeten zijn bedoelt hij daarmee zeker niet dat ze er mogen zijn.

Het is duidelijk wat Paulus met dat woordje ‘moeten’ in “ketterijen moeten er wel onder u zijn” bedoelt, namelijk: het ligt in de aard der zaak, het is onontkoombaar.

Noodzaak toetsing

 

Waar de Geest van Christus is, daar móet zich wel de geest van de antichrist openbaren.En nu wordt ons geloof beproefd.

Gouderts wordt in de smeltoven geworpen om de onzuivere bestanddelen en de slakken af te scheiden.

 Ons geloof wordt getoetst, beproefd door de ketterijen. De ketterij is, bij wijze van spreken, de smeltoven van de Kerk.

Waar een  ketterij verschijnt, gaat blijken wie echt gelooft.

Smeltoven en slakken

 

Dan komt het vuur van de ketterij om het vanzelfsprekende in je geloof  uit te zuiveren.

Er is ook de slak van de vanzelfsprekendheid die gezuiverd moet worden. We vinden het vanzelfsprekend dat Christus is opgestaan. Natuurlijk. Hij is verrezen, zeggen we.

Een ketterij is bijvoorbeeld de opvatting dat we in Jezus alleen maar met een gewoon mens te maken hebben.

Ignatius, zei van de ketters: ze zijn als mensen die je wijn met honing aanbieden, maar er stiekem wat giftdruppels in gemengd hebben.

 Het smaakt heerlijk zoet, maar je drinkt je eraan dood.