- Maangodin
- Macedoie Extra
- Macedonie
- Macedonie / Vandaag
- Machaerus
- Machpela
- Magdala
- Magie in Bijbel
- Magie in Egypte
- Makkabeeën
- Malta
- Manasse
- Maranata
- Marcus de evangelist
- Marcus' biografie
- Maria Magdalena (3)
- Maria Magdalena (1)
- Maria Magdalena (2)
- Martelaarschap
- Martelaren
- Massa en Meriba
- Massada
- Matteusevangelie
- Meden
- Meer Galilea / Mensenvisser
- Meer van Galilea 1 Mensen vissen
- Meer van Galilea 2
- Megiddo
- Melaatsenkolonies
- Memfis
- Mensen van de weg
- Mensvormigheid Gods
- Mesopotamie / Talen
- Mesopotamie / Wonen
- Mesopotamie/ Religie
- Messiaanse Gemeente
- Messiassen
- Metamorfoseberg
- Middellandse Zee (1)
- Middellendse Zee (2)
- Midden-Oosten
- Midden-Oosten Map
- Midian
- Milete
- Mispa
- Moab / Stele
- Moab /Topografie
- Moab/Kir-Chareset
- Moederdag
- Moederverdriet
- Mohammed en Jezus
- Morgenster
- Moria (heuveltop)
- Moslims over Jezus
- Mosoel Nineve (1)
- Myra
Mesopotamie / Wonen
Mesopotamië / wonen
Bijenkorfachtige huisjes in Haran, Mesopotamie
Zo zag een huis er uit. Elke huis had een binnenplaatsje en via een trap kon men het platte dak bereiken waar men in de zomer sliep. Vermoedelijk hadde de meeste huizen echter een trap op het binnenplaatsje waarlangs men het dakterras kon bereiken. Buitentrap had risico voor dieven en adders.
Hoe woonden de Mesopotamiërs?
Je kunt tegelijk ook de vraag stellen: Hoe woonden de Egyptenaren en hoe woonden de ballingen in Babel en de Israëlieten in Gosen? De bouwstijl is het Midden-Oosten had namelijk veel gemeenschappelijk. De klei lag er voor het oprapen en aan zonnewarmte was er geen gebrek, maar het hout moest echter ingevoerd worden. Palmhout was er wel, maar dit was veel te vezelig.
Import van hout
Daarom moest men voor de bouw van tempels en paleizen het nodige hout invoeren.
Heel wat cederhout van de Libanon werd daarom vervoerd via de Eufraat en de Nijl.De klei kon in natuurlijke staat tot tegels worden verwerkt.
Ze werden dan in de zon gedroogd. Zowel de Mesopotamiërs als de Egyptenaren vermengden de klei met fijn gehakt stro om de kleideeltjes beter te doen samen gaan. Ook de farao’s volgden dit procédé.
De Israëlieten werden door de farao’s zelfs tot slavendienst verplicht. Op de voorgrond zie je de Egyptische opzichter staan. De klei werd in een eenvoudigc raamwerk als mal gestort en op de achtergrond vervoeren de Isralieten stro (Uit de film)
De Bijbel vertelt hoe de Farao hen tegels liet maken voor zijn bouwwerken in de delta. Om het werk voor de Israëlieten zwaarder te maken, werd het stro voor het maken van de tegels niet langer aangevoerd. Ze moesten het zelf gaan halen op het land en toch even veel tegels fabriceren. Wanneer de klei goed met het stro vermengd was, werden de tegels gevormd met eenvoudige houten ramen. Een gedroogde kleitegel is tamelijk duurzaam. Toch haalt hij het niet bij een baksteen, die in een oven is gebakken. Maar daarvoor was brandstof nodig en zoals we gezien hebben was hout erg schaars en dus duur. Gebakken tegels gebruikte men alleen om schriftelijke tekens op vast te leggen en vooral ook bij gebouwen waarbij de kosten geen bezwaar waren. Vandaar natuurlijk dat veel ziggurats, tempeltorens, de eeuwen vaak getrotseerd hebben. Zware en grote gebakken tegels gebruikte men voor paleizen en tempels, veel kleinere en ongebakken tegels voor gewone huizen.
Beter gesitueerden bouwen een type huizen die bekend zijn geworden als 'vierkante woningen" Vier kamers naast elkaar en een van die kamerstjes deed dienst als halletje. Hier een huis opgegraven in Tell el Daba'a
In Egypte had men daarentegen nog de beschikking over echte rotsstenen en graniet voor de bouw van de paleizen en piramidenDe oorspronkelijke behuizing in Mesopotamië was een hut van takken en stro, gemetseld met leem dat de reten en kieren afsloot. In het midden van een dergelijke hut zal een steunpaal gestaan hebben, waaraan gebogen zijpalen bevestigd waren zodat een koepel werd gevormd.
In de ijzertijd ( plusminus 10e eeuw voor Chr.) ging met vierkamerwoningen bouwen.Hier heeft men twee van deze woningen opgegraven. Het plafond was er laag en de woning had geen ramen.
Later ging men over tot het type van huizenbouw dat bestond uit een viertal loodrecht op elkaar staande rijen kamers rond een binnenplaats. Het was een gemetselde doos, zonder fundament opgetrokken op de vast gestampte bodem. Als een huis was ingestort, ruimde men het puin niet eerst op, maar stampte men de vloer glad. Vandaar dat de huizen steeds hoger stonden en zo op de duur een tell vormden.
Binnenplaatsje
Op de binnenplaats bevond zich tegen een muur een vuurhaard. De keuken ontbrak. Men had natuurlijk ook geen stromend water. Er was ook geen schoorsteen. De rook ontsnapte door de deur of door een gat in de muur. Het privaat was op Turkse wijze ingericht met een diepe kuil in de grond. Om het huis van een dak te voorzien legde men over de afzonderlijke kamers van muur tot muur palmtakken en dekte men die af met bundels riet en palmbladeren. Daarom konden de vrienden van de verlamde het dak zo gemakkelijk openbreken en hem voor de voeten van Jezus neerleggen. Dieven konden ook gemakkelijk inbreken via het dak. Men sliep meestal in de zomer op het platte dak, dat vanuit de binnenplaats te bereiken was langs een houten ladder.
Dergelijke lemen zeer dicht op elkaar staande en hoge flats vindt men waarschijnlijk alleen in Jemen. Zo werden ze gebouwd in het ijzertijdperk en zo staan ze er nog steeds van leem!! Zonlicht bereikt deze woningen nauwelijks. Het wit absorbeert de warmte.
Inrichting
Bij de meeste woningen was van versiering geen sprake.
Men bestreek de woningen hoogstens met witkalk om de sombere leemkleur weg te werken. Ook de buitenmuren bestreek men meestal met witkalk omdat men had ontdekt dat wit de zonnestralen minder absorbeert. Men kende twee plagen in de behuizing. Allereerst de brandende warmte van de zon,die men tot elke prijs buiten de deur trachtte te houden. Ventileren deed men daardoor nauwelijks. Maar omdat het in de huizen altijd iets minder warm was dan in de felle zon, had veel ongedierte een veilige schuilplaats gezocht binnen de huizen, waar de zon werd geweerd, maar ventilatie ontbrak. Als lastig ongedierte wordt in de Mesopotamische wichelboeken genoemd: kleine adders, hagedissen, schorpioenen , motten en kakkerlakken. Als het donker werd was dit ongedierte moeilijk te vangen. Adders en schorpioenen verscholen zich vaak onder de matten waarop men sliep.