A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Rein en Onrein


Rein en  onrein

   (Zie ook Melaatsenkolonies en Onrein en Heilig)

Het verschil tussen onrein en heilig is veel groter dan dat van onrein en rein

 

Het Oude Testament onderscheidt tussen rein en onrein. Kunnen we ook spreken over onreine en reine plaatsen, heilige en onheilige plaatsen in de Bijbel? 

 

 

 

 

Het ideale offerzwijn was voor de Romeinen het Etrurisch zwijn:kortbenig, sterke nek en gedrongen gebouwd. Het zwijn werd in het Romeinse rijk aan alle goden geofferd

 

Paulus over onrein en rein

 

 

 

Rom. 14 Rein en onrein

  Het onderscheid tussen rein en onrein was zelfs nog voor de christenen in Rome een behoorlijk grote twistappel.(Rom. 14 :1-12) De heiden-christenen toonden weinig begrip voor de joden-christenen die helemaal geen vlees aten, omdat het van een heidense slager afkomstig was. Paulus doet een beroep op beide partijen om de ander zijn overtuiging te gunnen. Uitgangspunt is dat we allen van de Heer zijn. Paulus hanteert het harmoniemodel. Niemand leeft voor zich zelf en niemand   sterft voor zichzelf. Als wat je doet maar bedoeld is om Hem te eren. Je moet niemand aanstoot geven. Dat wil zeggen: in een moskee trek je je schoenen uit en in orthodoxe kerk draag je een hoofddoek en in een joodse synagoge zet je een keppeltje op. Je moet niemand schofferen. De onenigheid had waarschijnlijk iets te maken met het feit keizer Claudius vanwege een heftige ruzie onder de Joden over een zekere Chrestos Joodse gemeenteleden het land had uit in het jaar 49 (Hand. 18:2), maar toen dit decreet werd opgeheven  die joden weer terugkwamen. Toen kunnen de joodse christenen  over het eten van offervlees door niet-joodse christenen heftige ruzie gemaakt hebben. Dat zou de historische achtergrond geweest kunnen zijn van Paulus oproep in Rom 14 :13.

 

Waarom rein en onrein?

 

 

 

Laat ik met het eerste begrippenpaar beginnen. In het Oude Testament wordt een scherp onderscheid gemaakt tussen reine en onreine dieren. Een uitvoerig lijstje vinden we in Leviticus 11. De klipdas, de haas natuurlijk ook het zwijn  worden daar genoemd. Het ene dier mocht wel en het andere dier mocht niet gegeten worden. Wij denken dan: was dit niet volkomen willekeurig? De genoemde verboden zullen wel samen gehangen hebben met Gods verkiezing van Israël en de plaats van Israël tussen de volken. Israël was maar een heel klein volk,veel kleiner dan wij vaak denken.

 

 Een onreine plaats was natuurlijk ook het Hinnomdal. Daar werden zelfs  door de Kananietenkinderoffers gebracht Er was een begraafplaats en ook een stortplaats van kadavers Dus onrein. Het was gehenna, de hel

 

In de tijd van Jezus was Tiberias ook een onreine plaats. Hij werd in de tijd van Jezus door de joden gemeden. Nergens lezen we in de evangelieen dat Jezus in tiberias geweest is. Bovendien woonde daar Herodes Antipas.

 

 

De melaatsen vormden ook een onreine gemeenschap. Zie bij melaatsenkolonies

 

Verkiezing 

Toch heeft God dit volk uitgekozen.” Niet omdat jullie talrijker waren dan de andere volken, maar omdat de HERE jullie liefhad, heeft Hij zich aan u verbonden”.(Lev.11)

Verkiezen is aan zich verbinden.

Verkiezen is kiezen voor wat klein is, gering is, onbeduidend is,. Verkiezing is geen beperking van Gods liefde, maar juist de verdieping daarvan.  Heel waarschijnlijk werden sommige dieren bij  de vroegere bewoners van Kanaän  als heilig  beschouwd omdat ze aan hun afgoden gewijd waren en om deze reden voor Israël onrein waren. Het zwijn bijvoorbeeld was bij de volken rondom Israël een dier dat in hun religie een zeer belangrijke rol speelde. Het is duidelijk dat alleen al om deze reden het eten van dit dier voor Israël, dat zich afgezonderd moest gedragen, verboden was. Israël moest met het oog op het grote plan dat Hij met dit volk had, niet opgelost worden in de vele omliggende volken. Verder waren er ook dieren onrein denk ik zo, omdat ze zo nauw verbonden waren met dood en verderf. De Egyptenaren hadden veel belangstelling voor alles wat met de dood te maken had. Bij het mummificeren werden de ingewanden zelfs uit het lijk verwijderd. In Israël  was je al onrein als je een lijk had aangeraakt. Israël moest zich afzijdig houden van de religies en gewoonten van de heidense volken. Daarom waren er al die voorschriften van rein en onrein. Zo moest Israël zijn eigen identiteit bewaren.

 

Heilig  en onheilig

 Maar er was nog veel meer dan alleen maar rein en onrein. Er bestaat ook nog iets dat daar bovenuit rijst, het heilige. Het heilige is een gebied dat een geheel eigen karakter draagt. Heilig is al datgene wat rechtstreeks betrokken is op de dienst van God. Dat heilige eist eerbiedige erkenning van een ieder die ermee in aanraking kwam. De tempel zelf was heilig en in die tempel was een gedeelte dat als het heilige der heiligen werd afgezonderd. Al degenen die in de tempel dienst verrichtten waren heilig. De hogepriester was heilig. Heilig was het offer dat gebracht werd op het altaar. Kortom, er was onder Israël  een gehele reeks van heilige personen, dingen, tijden en handelingen. Waarom toch al die heilige zaken? Waarom dat onderscheid? Het antwoord is dat al het heilige op aarde een weerspiegeling is van God de Heilige. Het was allemaal een soort aanschouwelijk onderwijs. Het vreselijke van de zonde is dat de mens dat onderscheid niet meer maakt. Ezechiël verwijt zijn volk dat het geen onderscheid meer maakt tussen heilig en onheilig (Ez. 22:26)” Mijn priesters doen mijn wet geweld aan en ontwijden mijn heilige dingen. Tussen heilig en onheilig maken zij geen onderscheid, het verschil tussen rein en onrein onderwijzen ze niet. Zo word ik te midden van hen ontheiligd.”

In het Nieuwe Testament

 

Met de komst van Christus wordt alles anders. Totaal anders. Het onderscheid tussen rein en onrein valt weg, de functie van Israël tussen de volken wordt ook anders (Hand. 10:13).

 

 Geen rein en onrein meer in NT

 

 

Met de komst van Christus  valt ook het onderscheid tussen heilige en niet-heilige plaatsen weg. De Samaritaanse vrouw dacht dat niet Jeruzalem, maar Samaria de heilige plaats was voor aanbidding (Joh. 4:24).  Er is wel een onderscheid dat blijft: het onderscheid tussen de Heilige God en onheilige mensen. Ontroerend is wat we verder over die ontmoeting tussen Jezus en die vrouw lezen. “De vrouw zei tot Hem: Ik weet, dat de Messias komt, die Christus genoemd wordt. Wanneer die komt, zal hij ons alles verkondigen. Jezus zei tot haar:Ik, die met u spreek, ben het

 

Ook onreine dieren gered

 

Petrus zag  in een  droom een groot laken uit de hemel neerdalen aan de vier hoeken.(Hand. 10:11) Daarin  bevonden zich allerlei viervoetige en kruipende dieren en allerlei vogels. Alleen de vissen waren er niet bij. Dat is net als in de ark van Noach. In de ark van Noach waren ook geen vissen op genomen. Die konden zichzelf wel redden. Alle andere dieren werden gered. Reine en onreine. Want ook de onreine dieren zijn voor God de moeite waard. Er kwam toen een stem uit de hemel: sta op Petrus, slacht en eet. Petrus zei: Beslist niet HERE,want ik heb nog nooit iets gegeten, dat onheilig of onrein was. Toen kwam er weer een stem uit de hemel: Wat God voor rein verklaard heeft, mag jij niet voor onheilig houden”

 

   

.