Romeinse religies
Isis, de duizendogige Egyptische godin, kreeg in het Romeinse rijk een overweldigende invloed.deze mysteriegodsdienst met haar uitbundige extase werd erg populair. Ze was persoonlijk, emotioneel en uitbundig. Dat was nog eens iets anders dan de saaie religies van Rome
Het Romeinse rijk bezat een waaier van religies. Tempels domineerden de steden. Op veel straathoeken stonden tempels. Dat was niet het geval in Judea dat ook tot het Romeinse rijk behoorde. Judea was sterk monotheïstisch. Daar woonden de meeste joden. Maar in Galilea, waar Jezus opgroeide,kon je op veel plaatsen heidense tempels tegen komen. U zult zich afvragen; hoe kwam dat zo? Wel dat was een erfenis van generaties lange invloed van de Grieks-Romeinse cultuur. Die was er eigenlijk niet in Judea.
Judea regio apart
In Judeawas de invloed van de joden (en dus van de Farizeeën) dominant. Maar in Galilea is Jezus in aanraking gekomen met een cultuur, waarin de heidense wereld veel sterker was. Ik denk aan de steden Sefforis en Tiberias. Het is mogelijk dat Jezus nog als bouwvakker gewerkt heeft in Sefforis, dat vijf kilometer van Nazaret was verwijderd.
Huisgoden
In de woningen van de Galileeërs zal Jezus vaak huisgoden ontdekt hebben, maar de mensen uit Judea waren meer op de tempel georiënteerd. Er was een bijzondere identificatie tussen de Romeinse hoofdgoden en het Griekse pantheon. Maar de oosterse culten werden steeds belangrijker in Rome, Ostia en Pompeï. De traditionele religies in de tijd van Augustus waren voor vele Romeinen te saai:te weinig opwindend, rte weinig persoonlijk. Nieuwe religies werden populair: de verering van Cybele, Isis en Dionysus van uit het oosten werd populair. Het waren geheimzinnige mysterie religies met geheimzinnige inwijdingsriten. Het ging er uitbundig toe:De uit het Oosten afkomstige goden werden extatisch vereerd. Wilde en woeste processies en festivals gaven de Romeinen het gevoel dat zij nu eindelijk eens persoonlijk bij de religie werden betrokken.
Oosterse goden
De Egyptische Isis-cultus en de Aziatische Cybele-cultus werden ongelooflijk populair in Rome en andere steden van het Romeinse rijk. De Romeinen hadden een bijzondere manier om nieuwe goden in hun godenverzameling op te nemen. Zo’n verzameling heette een
pantheon. Als ze een stad veroverd hadden, voegden ze het godenbeeld van die stad toe aan hun collectie. Dus telkens als Rome er een nieuw territorium erbij kreeg konden de Romeinen een nieuwe god erbij kiezen. Nu was de Griekse wereld een bonte verzameling van onafhankelijke stadstaatjes. Die hadden allemaal hun eigen goden en godjes, die gunstig gestemd moesten worden via het brengen van offers. Het unieke van de godsdienst van Israël is dat daar sprake was van één God. Hij hoefde niet gunstig gestemd te worden. Hij gaf zich zelf als levend offer.In het christelijk geloof staat niet de extase, maar de oneindige liefde van Jezus in het middelpunt.