A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Reizen met Jezus


Reizen met Jezus

Jezus is zijn openbare optreden begonnen vanuit Kafarnaüm. Van daar uit beginnen zijn tochten door Galilea. Hij zal ongeveer 30 jaar oud geweest zijn toen Hij Nazaret verliet.Dat was toen Hij hoorde dat zijn achterneef Johannes de Doper gevangen genomen was.(Matt. 4: 12)

  1. Het begin
  2. Hoe reisde Jezus?
  3. Is Jezus ook in het buitenland geweest?
  4. Waren er ook vrouwen die Jezus volgden? 
  5. Vierde Jezus ook de drie grote Joodse feesten mee?
  6. Hoe was Jezus gekleed op zijn reizen?
  7. God Zelf reist mee!

1) Het begin

We blijven eerst even in Nazaret. Daar groeide Jezus op.Hieronder zijn enkele foto’s uit Nazaret. Archeologen hebben enkele aspecten van  het leven in Nazaret gereconstrueerd. Zoals het  boerenleven, een dorsvloer, een woning uit de tijd van Jezus en een waterbron.

Op het platteland tijdens de olijvenoogst.

Een bron was onmisbaar. Meestal maakte men gebruik van cisternen, regenputten waarin men het water opving. Het waren gepleisterde watertanks. Het was een noodoplossing. Bronwater was ‘levend’water’.

Dat water wil ik jou geven zie Jezus tot de Samaritaanse vrouw bij de bron van Jakob

In een dergelijk huis heeft Jezus gewoond.Weinig openingen in de muren en een dak van takken.

Elk dorp had een dorsvloer.Met een dorsslede (getrokken door ossen) werd het graan en het stro gescheiden.Daarna wierp men het graan in de lucht en het kaf waaide weg en werd zo gescheiden van het koren.


 Kinderen telden niet mee, maar Jezus had voor hen aandacht

Jezus  heeft veel gereisd. Jezus  reisde nooit alléén. Alléén reisde hij als Hij naar een eenzame plaats ging om te bidden. Altijd had Hij een gezelschap om zich heen. Vanaf het begin van van zijn openbare optreden zullen het  er zeer velen zijn geweest. Waar Jezus kwam zag het altijd zwart van mensen. Het zullen er vcele honderden, misschien wel duizenden geweest zijn! Matteus noemt hier Syrië, Decapolis, Judea en het Overjordaanse.(Matt.4: 24,25) Veel zieken waren Jezus gevolgd en ook veel nieuwsgierigen. Ook volgelingen. Ze hadden Jezus’oproep ter harte genomen: Kom in mijn gevolg.Natuurlijk denken we allereerst aan zijn leerlingen.

 

 Maar er  bevonden zich ook vele vrouwen onder zijn volgelingen (Lucas 8:3).Sommigen zijn Jezus zelfs  gevolgd tot de plaats waar Hij gekruisigd werd. Jezus  toonde ook grote liefde voor kinderen en tolambtenaren, mensen die niet meetelden in Israël net als de vrouwen.

Jezus reisde namelijk met heel andere ogen dan wij gewend zijn. Wat zag Jezus dan? Hij zag wat onaanzienlijk, en ellendig was.Als de Joden vol vreugde en enthousiast feest gaan vieren in Jeruzalem, ziet Jezus die verlamde man in Betesda liggen. (Joh. 5:1) Terwijl iedereen  vol is van het feest en langs die man heenkijkt van hem wegkijkt of hem domweg niet ziet, valt  hij Jezus op.Als Jezus onderweg is op reis, kijkt hij anders dan wij: met oeverloze ontferming!

             

De verzoeking van Jezus in de woestijn bij het begin van zijn reizen (Matt. 4)

Geen enkele reiziger zou in de woestijn zijn reismantel vergeten.Die moest hem vooral beschermen tegen het stof, want stof en zand waren grote plagen van de wegen in het oosten.Die reismantel had de vorm van een geheel gesloten cape, er waren dus geen mouwen aan. Had men het hoofd door de opening gestoken, dan hing hij om het gehele lichaam heen. De naad zat aan de voorzijde en aan de benedenkant liep die niet door, zodat men de twee zijpanden enigszins op zij kon slaan.Ik neem aan dat Jezus  zo’n mantel ook heeft gedragen in de woestijn, toen Hij verzocht werd.Johannes de Doper droeg een  mantel van kameelhaar.

2) Hoe reisde Jezus?

Jezus reisde te voet.Lopend is Hij van de ene plaats naar de andere getrokken.En ook van Galilea naar Judea en omgekeerd. We moeten daar niet te licht over denken. Om bijvoorbeeld van Galilea naar Judea te reizen, moest je 3  tot vier dagen door een bergachtig gebied trekken.Het ergste was zonder twijfel de weg door de woestijn van Judea van Jericho naar Jeruzalem.

Dit is nog een gedeelte van de Romeinse weg die de reiziger leidt van Jericho naar Jeruzalem. Jezus moest vaak deze weg gaan als Hij het Paasfeest in Jeruzalem bezocht.

Over een afstand van 24 km klimt deze weg nota bene 1060 m!!

Deze weg zijn ook Jozef en Maria met de 12 jarige Jezus gegaan  voor de viering van het jaarlijkse Pesachfeest in Jeruzalem. Maar een groot gedeelte van deze weg moesten ze ook weer afdalen èn teruglopen, toen Jozef en Maria  Jezus kwijt waren. Ze hebben  drie dagen in grote angst en spanning naar hem gezocht.Ze zullen doodmoe geweest zijn toen ze eindelijk Jezus in de tempel aantroffen.

Nu kunnen we beter begrijpen dat Lucas de ergernis in de stem van Maria ook in haar woorden heeft vastgelegd:Kind, wat heb je ons aangedaan ? (Lucas 2:41)


De nacht bracht Jezus op zijn trektochten  door bij vrienden.Een bekend logeeradres voor Jezus was de gastvrije woning van Lazarus en zijn beide zusters in Betanië.Ging dat niet dan zullen de volgelingen van Jezus een tent hebben opgeslagen die zij hadden  meegebracht.Jezus zal op zijn pelgrimsreizen naar Jeruzalem via het Overjordaanse ook vaak een nacht bij bekenden of vrienden hebben doorgebracht.

   

Groot was de verrassing van de archeologen toen zij in 1986 diep in de modder van het meer van Galilea bij Magdala een schip vonden uit de tijd van Jezus.Het was van cederhout gemaakt. Het is 9 meter lang en 2½ meter breed. Het schip is te bezichtigen in het museum van kibboets Ginnosaur. Jezus heeft vanaf  Kafarnaum, Betsaida en Magdala  ook vaak met een dergelijk bootje het meer overgestoken.Ik weet niet of de schippers bij Kafarnaum ook tol moesten betalen.

3) Jezus in het buitenland

Sidon

Jezus is  in ieder geval drie keer in het buitenland geweest. Allereerst denk ik aan zijn ontmoeting met de Syro-Fenicische   vrouw (Marc. 7:26) Het gebied rond Tyrus en Sidon werd Syro-Fenicië genoemd om het te onderscheiden van Lybo-Fenicië aan de kust van Afrika waarvan het bekende Cartago deel uit maakte (zie Fenicië) en een andere buitenlandse plaats was Gadara in Decapolis.Zie daar. In de tijd van Jezus was Herodes Antipas viervorst (tetrarch)in Galilea . We kunnen Caesarea Filippi m.i.ook tot het buitenland rekenen.Het was een Griekssprekende stad op de hellingen van de Libanon.Daar werd de  god Pan vereerd en beleed Petrus tegenover Jezus “U bent de Messias, de Zoon van de levende God “

 

4) Jezus en de vrouwen

Vrouwen praten met vrouwen in de tijd van Jezus. Daarom viel het de leerlingen zo op dat hun Meester zo vriendschappelijk met een vrouw sprak (Joh. 4)

Als we Jezus volgen op zijn tochten door het Joodse land, zien we tot onze grote verrassing dat Jezus niet alleen telkens contact had met allerlei vrouwen, maar dat ook veel vrouwen Jezus volgden.En dat is hoogst merkwaardig, want in Jezus’dagen telden de vrouwen niet mee.Vrouwen waren tweederangswezens. Een vrouw was in die tijd een slavin en sloof van de man.Een wegwerpartikel en lustvoorwerp. Maar Jezus accepteert de vrouw als mens.Hij geeft haar haar gevoel van eigenwaarde terug.Hij spreekt vrouwen op klaarlichte dag in het openbaar aan, zoals die Samaritaanse vrouw uit Sichar.(Joh. 4)Dat Jezus als Jood met een Samaritaanse sprak was  wel vreemd, maar dat Hij in zijn eentje met een vrouw sprak  - en nog wel een vrouw van lichte zeden - was verbazingwekkend. Dat was in heel de Grieks-Romeinse wereld en ook in de Joodse samenleving ongehoord.Daarom maakte Jezus zo’n onverwoestbare indruk op vrouwen. Er was nog iets anders dat zo veel vrouwen Jezus deed volgen op zijn reizen door het Joodse land.Dat was zijn persoonsgeheimenis.De Joodse vrouwen voelden intuïtief. Deze man sprak anders en ging ook totaal anders om met vrouwen dan de rabbi’s en de Farizeeën. Hij was zo vol begrip. Hij was zo menselijk. Hij keek dwars door je heen en toch voelde je je veilig bij Hem.Zo dachten Johanna de vrouw van Chusa, de rentmeester van Herodes die in Tiberias zijn zetel had en Susanna en last not least Maria  uit Magdala de vriendin van Johanna en Susanna. De Magdaleense woonde  maar 5 km van Tiberias en met vele andere vrouwen uit de gegoede kringen waren zij allemaal Jezus gevolgd op zijn reizen..De uiterst preciese Lucas heeft het nauwkeurig opgeschreven. (Lucas 8:3)Er waren niet slechts enkele, maar vele vrouwen die Jezus volgden. Uit eigen middelen  zorgden ze ook voor Jezus en zijn twaalf discipelen.Ook de prostituees waren onder de indruk gekomen van de liefdevolle en warme uitstraling van die man uit Nazaret.Een bekend voorbeeld is die ene vrouw over wie Lucas vertelt in hoofdstuk 7 van zijn eerste boek.Jezus had haar helemaal aanvaard en haar zonden vergeven.En nu moest ze per se Jezus bedanken en daarom was zij tot grote woede van de Farizeeën de eetzaal van een van die hoge heren binnengedrongen waar Jezus door de Farizeeën was uitgenodigd voor een etentje.Ze huilde voortdurend.  Ze was zeer geëmotioneerd en midden in die mannenmaatschappij had zij Jezus hoofd gezalfd met kostbare olie en Jezus voeten ingewreven met geurige mirre.(Lucas 7:38) De Farizeeën waren witheet van ergernis en ze  fluisterden met de hand voor de mond tegen elkaar;Zie je wel: soort zoekt soort. Je kunt wel zien dat die man uit Nazaret geen profeet is , anders had wel wel gezien dat die vrouw niet deugt.

In Naïn had Jezus contact gezocht met een weduwe. Zij bezat één zoon .Die zoon stierf. Op de dag van zijn begrafenis  volgde een grote stoet de baar.Jezus kreeg een oeverloos medelijden met deze vrouw en gaf haar zoon het leven terug (Lucas. 7:12).En als Jezus gestorven is, zijn het niet de leerlingen die bij het graf gaan zitten, maar de vrouwen (Matt.27: 61).Zij waren het ook die Jezus op zijn laatste reis door de Jordaanvallei naar Jeruzalem gevolgd waren. Zo werden vrouwen de eerste getuigen van zijn verrijzenis.

5) Jezus’ pelgrimsreizen naar Jeruzalem

Het geluid van de sjofar (ramshoorn riep Gods volk op voor de grote  feesten in Jeruzalem.Hier roept een orthodoxe jood  de mensen bijeen in de synagoge aan de vooravond van de Grote Verzoendag (Jom Kippoer)

Zullen we Jezus eens een eindje volgen op één van zijn pelgrimsreizen naar Jeruzalem? Ik neem als uitgangspumnt Joh. 2: 13 war we lezen”Kort voor Pesach, het Joodse paasfeest, reisde Jezus naar Jeruzalem. Hij zal toen de traditionele route gekozen hebben via de Jordaanvallei. De kortste route, de noordzuidroute, liep door Samaria.Je moest dan bij Ginai (1) de heuvels van Samaria ingaan .De weg slingerde vervolgens om de berg Gerizim heen en kwam via de vlakte van Lebona(3)  in Jeruzalem uit.De meeste joden vermeden deze route vanwege de vijandigheid van de Samaritanen.Daarom  sloegen zij Ginaï links af richting Jordaan. Bij Ginaï verschenen de eerste Samaritaanse dorpen als je uit Galilea kwam. Daar vonden regelmatig schermutselingen plaats tussen  Joodse pelgrims uit Galilea en de Samaritanen.Zie het kaartje

 

Jezus zocht ook telkens het gesprek met de Farizeen                                                             

Via Skythopolis  bereikten de pelgrims de Jordaanvallei. Ze trokken dan via de rechter of linkeroever(Perea) naar het zuiden, verlieten bij Faselis (7) de Jordaanvallei weer in de richting Jericho.Dwars door de woestijn van Judea  klom de weg voortdurend omhoog in de richting van de Heilige Stad.

Op de terugweg heeft Jezus de meer riskante noordzuidroute gekozen  via de heuvels van Samaria.Daarover lezen we in Joh.4.Waarom deze route? Aan de Farizeeën werd verteld dat Jezus veel meer leerlingen doopte dan Johannes. Dat was voor Hem de reden om niet de traditionele route te kiezen via Jericho en Skythopolis.

Zouden de religieuze leiders Hem  daar misschien opwachten?  Blijkbaar meende Jezus dat de route via Samaria minder riskant was.Op deze route  vond de bekende ontmoeting plaats tussen Jezus en de Samaritaanse vrouw. Zie Sichar en Gerizim op de kaart.Zijn  laatste pelgrimsreis naar Jeruzalem heeft Jezus  óók de traditionele Jordaanvalleiroute gekozen via Jericho.Lucas (9:51)  kan de indruk wekken dat Jezus’ laatste reis naar Jeruzalem voerde via Samaria omdat daar sprake is van een Samaritaans dorp, maar dit dorp zal wel één van de eerste dorpen  bij Ginaï geweest zijn, waar direct al een heftige confrontatie plaats vind tussen de dorpelingen en leerlingen van Jezus.De leerlingen willen dat Jezus direct ingrijpt en de ongastvrije bewoners van dit dorp  streng zal straffen. Jezus wordt woedend op de liefdeloosheid van zijn leerlingen en wijst hen streng terecht.Lucas vermeldt vervolgens”Ze gingen verder naar een ander dorp. Dit dorp zal zonder twijfel op de weg van de Jordaanvalleiroute gelegen hebben.Over deze laatste  tocht van Jezus naar Jeruzalem worden we uitvoerig ingelicht Hierover lezen we in Marc. 10 : 1,Matt 19:1 en Lucas18:35.Die laatste tocht gaat ook weer via Skytopolis en Faselis. Bij Faselis moet Jezus langs de eerste dadelplantages zijn gekomen tot Hij de oude oase van Jericho bereikte.Daarna bracht Jezus  een bezoek aan Martha en Maria in Betanie en wekt Hij Lazarus op. Maar de vijandschap van de religieuze machthebbers werd zo fel en fanatiek na de opwekking  Lazarus (Duizenden kwamen kijken!) dan Jezus besloot zich met zijn leerlingen terug te trekken in de stad Efraim ten noorden van Jeruzalem(zie kaartje)

6) Hoe was Jezus gekleed?

Zo zouden Jezus en de Samaritaanse vrouw er uit hebben kunnen zien.

In de tijd van Jezus  droegen de Joden van beiderlei kunne

1) een linnen onderkleed

In Joh. 19:23 lezen we: Maar zijn onderkleed was in één stuk geweven van boven tot beneden

Om dit kleed hebben de soldaten bij het kruis geloot wie het hebben mocht.
Het Griekse woord chitoon  betekent niet "'bovenkleed", maar "onderkleed".
Het was een lijfrok die op de blote huid gedragen werd, Die was naadloos, van bovenaf bij de halsopening uit één stuk geweven. Omdat het jammer zou zijn dit fraaie kledingstuk in vier stukken te moeten scheuren, spraken de soldaten met elkaar af de lijfrok van Jezus te verloten..

2) een wollen bovenkleed, die het lichaam vanaf de hals tot een stuk onder de knieën bedekte. Gewoonlijk deed men het bovenkleed uit bij het werk, zoals bijvoorbeeld bij het vissen. Jezus had zijn bovenkleed ook afgelegd tijdens zijn voetwassing van de leerlingen (Joh. 13:4).Daarna had hij een linnendoek omgedaan, een werkschort, zoals een slaaf zou doen.Zo'n linnendoek wordt ook wel een slavenschort genoemd.Jezus neemt hier dus een vernederende slavengestalte aan. Ik vind dit zeer bijzonder omdat in de hele buitenbijbelse literatuur  geen enkele parallel  bekend is van een hooggeplaatste die de voeten wast van een  lager geplaatste.Het is een duidelijk beeld van Jezus' vrijwillige vernedering. De 'ontmanteling' van Jezus wordt tenslotte volkomen als Hem ook nog eens zijn onderkleed wordt afgenomen.Jezus heeft zijn leven afgelegd net als zijn kleren. Uiteindelijk hield Hij slechts een linnen lijkwade over waardoor zijn vernedering tot in de dood volkomen werd.In verschillende vertalingen wordt  dit bovenkleed een mantel genoemd,Maar dit is niet juist.Het was een wollen omslagdoek die om het lichaam geslagen werd.In het voorbeeld is die lap rood bij de man en wit bij de vrouw.

Wanneer men vlug wilde lopen, schortte men bovenkleed op door het boven de gordel op te trekken. Daaraan worden wij herinnerd als we in de NBG vertaling lezen:Omgord dus de lendenen van uw verstand (1 Petr. 1: 13).De NBV vertaling:Laat uw geest daarom voortdurend paraaat zijn. De Naardense bijbel: Omgord de lendenen van uw denken.Het oorspronkelijk coloriet van de  grondtekst is bij de NBV helaas verloren gegaan.

Het bovenkleed van Jezus had ook geen knopen en knoopsgaten want de antieke wereld kende geen knopen.Was het nodig iets te bevestigen, dan deed men dit met spelden die leken op onze veiligheidsspelden.

3) Tenslotte was er de  omslagdoek die dienst deed als mantel, deken, kussenrol en zelfs als onderpand voor leningen.Die omslagdoek deed bij de vrouwen ook dienst als hoofddoek. Aan de voeten droeg men sandalen die via de tenen en de enkel werden vastgemaakt. De eenvoudigste  vorm van sandaal  was de zool, die met riemen aan de voet en been bevestigd werd. Johannes voelde zich zó zeer de mindere van Jezus, dat hij zich zelf  niet waard vond om Jezus’sandaalriemen los te maken.. Jezus droeg waarschijnlijk, net als de joden op zijn reizen een doek die Hij om zijn hoofd wond.De Romeinen en Grieken droegen meestal geen hoofdbedekking. Het is mogelijk dat Jezus op zijn lange reizen een hoed met een zeer brede rand  bij zich droeg. Wanneer het niet strikt nodig was droegen de joden die met een band op de rug.De reizigers hadden meestal een extra paar sandalen bij zich als reserve als de sandalen kapot raakten in bergachtig gebied. De zeventig mannen die door Jezus werden uitgezonden moesten geen reserve sandalen meenemen.

 7) God zelf reist mee!

In Jezus is God zelf als de grote Medereiziger door het Heilige Land getrokken.Het beeld dat God van zichzelf geeft in de bijbel is niet statisch, noch  afstandelijk en abstract.Als God zich openbaart presenteert Hij zich als de God die-er-bij is, erbij betrokken is namelijk  bij zijn volk en de problemen en zorgen van zijn volk. De God van Israël is de God van de patriarchen.Zijn naam verbindt Hij in één adem met de namen van Abraham, Izaak en Jakob.Als God zich aan Abraham openbaart en zegt Ik ben met je, dan betekent dit Ik reis met je mee. Ik ga met je mee.Jullie reizen niet alleen. Je kunt op Mij aan. Ik reis mee.

Zo is ook de naam van God IK-ben-er-bij. De vierletterige naam van God JHWH (Jahweh) toont ons een wezenlijke karaktertrek van God.Meer dan  6800  maal komt in de bijbel deze naam JHWH voor. Die naam komt van het Hebreeuwse werkwoord hajah, dat betekent niet zonder meer “zijn’ maar ‘er actief bij zijn’, niet ‘esse’ maar  ‘interesse’ Het gaat nooit om een abstracte Griekse zijnscategorie. Hij is niet de Zijnde. Maar Hij is de God die met al zijn eigenschappen, liefde, barmhartigheid erbij is, bij zijn volk is, bij zijn volk betrokken is. Daar ligt ook in uitgedrukt dat Hij de Getrouwe en Betrouwbare is.Hij trekt dan ook met zijn volk dwars door de woestijn mee. Hij reist mee in wolkolom en vuurkolom, via ark en tabernakel De grondbetekenis van de Godsnaam is HIJ-Is-Er-Bij.Daarom is de naam HEER (hij die heerschappij voert) geen correcte vertaling!

En als wij over Jezus’ reizen lezen in het beloofde land, dan is God daar zelf bij betrokken.En dat moeten we heel concreet zien. Als Jezus door Galilea loopt, de Judese bergen beklimt mogen we zeggen; Kijk, daar loopt God, daar beklimt God dezelfde bergen die Hij in één machtswoord tot aanzien heeft geroepen, net zogoed als wij geloven dat God Zelf zieken genas toen Jezus  zieken genas. Zo Vader, zo Zoon.

En als wij vandaag in de God van Israël, de Vader van Jezus Christus geloven, geloven we niet dat er ergens ( duizelingwekkend ver weg)  er een eeuwig  Wezen bestaat dat we God noemen, maar dat de levende Jahweh, JHWH, als de Getrouwe met ons meereist door de woestijn naar het Beloofde Land. Die ver is, is nabij

De laatste woorden die de opgestane Heer tot de zijnen heeft gesproken, waren woorden die tot aan de rand geladen waren met deze belofte: Ik ben met jullie alle dagen tot aan de voltooiing van deze wereld.

Hij is niet alleen onze tijdgenoot of bondgenoot Hij is allereerst onze tochtgenoot.Een Medereiziger die we pas herkennen als de Geest onze ogen opent net als Hij de ogen  geopend heeft van de reizigers naar Emmaüs (Lucas 24 :31).