Overspannen
Wanneer ben je overspannen?
Als je draaglast je draagkracht te boven gaat.
Je hebt allemaal wel eens van die ogenblikken dat je er niet meer tegenóp kunt.
Je bent het zat. Je krijgt zoveel op je bord. Er is een grens aan je incasseringsvermogen.
Je voelt je afgestroopt en platgewalst.
Je bent al zo vaak door de wringer gehaald. Je voelt je uitgewrongen en uitgeperst. Je ben van binnen innerlijk leeg. Het hoeft van jou niet meer. Je bent net een zeilschip met hangende zeilen in windstilte.
De vaart is er uit. Je dobbert maar wat rond.
Richtingloos en stuurloos.
Je hebt het gevoel dat je in een tunnel zit zonder uitgang of in een put bent gevallen zonder bodem.
Mensen die sterk zijn, denken dat ze altijd sterk moeten zijn .
Ze mogen niet falen.
Ze worden vaak gekweld door de angst om te falen en dan maken ze van een mug een olifant. Ze hebben zelf medelijden en ze slaan op de vlucht omdat ze niet kunnen relativeren.
Een bijbels voorbeeld van iemand die zwaar overspannen was, is de profeet Elia als hij hoort dat Izebel op jacht naar hem is na het fiasco van de Baalpriesters ( 1 Kon.19). Hij zegt: Here laat mij nu maar sterven.
Hij zegt Ik ben alléén overgebleven.
Gods therapie is drieërlei. Kijk, daar is een stuk koek. Néém het er eens van.
Tweede advies: sla niet op de vlucht.
Wees geen solist.
Zoek de gemeenschap. Vaar in konvooi. Zoek de stilte. God komt niet naar ons toe in vuur en storm, maar in de stilte. Het derde advies is:er is nog werk aan de winkel. Je moet Hazaël zalven tot koning over Aram, Jehu tot koning over Israël en Elisa als je opvolger