Onveranderlijkheid van God
Calvijn leerde dat alles teruggaat op Gods onveranderlijke wil. Maar als alles wat gebeurt, teruggaat op Gods onveranderlijke wil, wat blijft er dan over van de menselijke vrijheid? Zijn we niet willoze marionetten, die in het poppentheater aan onzichtbare draden gebonden van bovenaf worden bewogen?
God kan berouw hebben
In de bijbel lezen we echter dat God berouw en spijt kan hebben.
In Genesis 6:6 lezen we dat het God berouwde dat hij de mens had gemaakt en in 1 Sam. 15 : 11 vernemen we dat het de Here berouwde dat Hij Saul tot koning had aangesteld.
En de bevolking van Ninevé laat zich vermurwen door de boetedoening van de stad.
Geen echt berouw?
Calvijn schrijft hierbij dat het vanuit het perspectief van de mens uit lijkt alsof God echt berouw heeft. Dit is volgens hem slechts een wijze van zeggen. Het gaat niet om echt berouw, want God is onveranderlijk.
Hoe komt Calvijn hiertoe? We zien hier de invloed van de toenmalige kosmologie.
Voor het klassieke denken, voor Plato en Aristoteles, was onveranderlijkheid de kwaliteit van het hoogste zijn. De aarde vormde voor hun besef het centrum. Op en ro
nd de aarde heerste beweging, veranderlijkheid en vergankelijkheid.
Aristoteles God onbewogen Beweger
Maar in de hogere hemelen was er volkomen rust en onveranderlijkheid. Voor Aristoteles was God de onbewogen Eerste Beweger.
Zo hangt de erfenis van de klassieke metafysica als een slagschaduw boven de christelijk traditie.
Calvijn zag in de onveranderlijkheid van God weliswaar een reden om te vertrouwen op de bestendigheid van God temidden van alle wisselvalligheden van het leven.
Berouw van God
Maar in zijn belijden van de onveranderlijkheid van God, was geen ruimte voor het geloof in een God die berouw kan hebben, een God die op zijn schreden kan terugkeren.