A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Offeren met muziek


 

In alle godsdiensten offers 

In alle godsdiensten is er sprake van  het brengen van offers.

Vanaf  de Kleinaziatische moedergodin tot Wodan en Zeus eisten de goden offers

Die offers werden door de priesters van die goden gebracht op altaren

Die offers hadden de bedoeling de goden gunstig te stemmen

In het christelijk geloof daarentegen blijkt dat God niet gunstig gestemd hoeft te worden

God geeft het offer

Hij eist geen offer tot verzoening, maar hij geeft het offer tot verzoening in Jezus Christus

Dat is het grote verschil

Onze offervaardigheid staat daarom niet in teken  van de angst, maar van de dankbaarheid

In het Oude testament is sprake van zondoffers en brandoffers

Zondoffers

Er werden daar zondoffers gebracht voor de verzoening van de zonden van het volk

Een schaap, een bok, een lammetje. Ook werden brandoffers gebracht

Zondoffers waren symbolen van verzoening, brandoffers van volmaakte toewijding

Brandoffers gingen volledig in rook op als teken van overgave

De Israëliet moest het liefste en dierbaarste als offer geven wat hij bezat

Gaaf offerbeest

Het offerbeest moest ook gaaf zijn Er mocht niets aan ontbreken

Het offerbeest mocht geen manke poot hebben, een scheelkijkend oog of  een slap oor

In de presentatie van het offerdier moest de priester zijn toestemming geven. 

Hij zei dan Oke. Het is een gaaf offer. Er ontbreekt niets aan.

Handoplegging

Vervolgens moest de offeraar zijn hand leggen op de kop van het offerbeest.

Handoplegging symboliseerde overdracht van gezindheid. Jij voor mij. Jij in mijn plaats

De zonden van de offeraar werden zinnebeeldig overgedragen op het offerbeest

Zo werd de verzoening tussen God en mens symbolisch voorgesteld

 

Brandoffer 

 

Naast het zondoffer was er het brandoffer

Het brandoffer symboliseerde de volledige overgave en toewijding

Het brandoffer ging daarom in rook op

In  II Kron. 29 moesten de brandoffers met muziek en zang geofferd worden.

Na de presentatie en de handoplegging was er de slachting zelf.

Slachting zelf

Het bloed symboliseerde  daarbij het leven en werd gesprenkeld rond het altaar

Ook God Zelf heeft het liefste en dierbaarste gegeven wat hij bezat Zichzelf

Hij hoeft niet gunstig gestemd te worden door onze offers.

Christus is offerlam 

 

Christus is het Offerlam waarin God zichzelf gegeven heeft  voor onze verzoening.

Het eerste wat wij moeten  doen is onze hand leggen op dit volbrachte offer

God vraagt vervolgens ook het liefste en dierbaarste wat wij hebben: ons eigen hart

Mijn zoon, geef Mij uw hart. Met minder is God niet tevreden.

We hoeven geen brandoffers te brengen.  We hoeven ons ook niet op te offeren

We hoeven ons niet weg te cijferen, een nul te geven, onbenullig te vinden

Dankoffer

Ons offer is altijd een dankoffer

Aan onze offers ligt geen angst ten grondslag, maar vreugde

Daarom is  sprake in II Kron. 29 sprake van offeren met muziek