Oude Testament
Onvoltooide symfonie
Het Oude Testament is het boek van de verwachting.
Een onvoltooide symfonie, als het ware.
Andere namen voor beide Testamenten zijn: Het Aloude en het Vernieuwde Testament.
Zandlopermodel
In de relatie tussen het Oude en Nieuwe Testament gaat het om het zandlopermodel
Je ziet de figuur van een zandloper.
Twee lijnen die elkaar kruisen.
Alles loopt naar het midden toe en kiest van daaruit de wijde verten.
In het begin gaat het in de bijbel over de hele mensheid, dan vernauwt het beeld zich, één volk en één land komen voor het voetlicht: Israël in Kanaän.
De camera zoomt verder in op Juda, verder de stad Jeruzalem en op het huis van David en de beloofde Davidszoon.
In Jezus komen die twee lijnen weer samen en via Hem zoeken die twee lijnen de hele mensheid en de uitersten der aarde weer op.
Verwachting van het Godsrijk
Heel het Oude Testament spreekt over de verwachting van het Koninkrijk Gods.
De Messias in het Oude Testament is “degene die komen zou”.
Rijksverwachting staat centraal.
Het Koningschap Gods wordt realiteit in Jezus, de Messias. De prediking van het Koninkrijk van God staat ook centraal in de prediking van Jezus. In Hem is dat Koninkrijk gekomen
De Koningstitel voor God en de Koningsgedachte zijn zeer oud. B.v. Ps 99 “De HERE is koning” Het gaat om “tenslotte-taal’’. Je mag de messiaanse verwachting nooit losmaken van de rijksverwachting zoals deze b.v. in Jesaja 11 wordt geschilderd.
Koningschap van God
Het centrale punt in Israëls toekomstverwachting is niet de verwachting van de Messias, maar veel meer het geloof in het toekomstige koningschap van God over heel de aarde door de bemiddeling van de Messias.
Over dat komende koningschap zingen de psalmen en getuigen de profeten.
Het Oude Testament is geen “Fundgrube” van enkele losse messiaanse teksten, maar veel meer het boek van de Koningsverwachting en Rijksverwachting.
Dat is mijns inziens de enige sleutel voor de oudtestamentische prediking, Dit rijk was geen schimachtig idee, maar tastbare werkelijkheid. En het is de Messias, de wereldheiland, die de zichtbare verpersoonlijking zal zijn van het koningschap Gods.
Alleen Israël en de christelijke kerk kenden een toekomstverwachting, een eschatologie.
Babel en Egypte kenden géén heilsverwachting. Ook geen toekomstverwachting
In Jesaja 11 waar het bekende Vrederijk verkondigd wordt, gebruikt men wel mythologische beelden maar het heil en het Rijk is zelf niet mythologisch!
Niet angstaanjagend
Vóór de tijd van de Reformatie werd de komst van Christus meestal als een angstaanjagende gebeurtenis gezien. Hij werd verwacht als Rechter! Mensen, berg je! Jezus komt er aan. Pest, honger, oorlog en verschrikkingen waren voorproefjes van deze komst.
Hoe heel anders spreekt Psalm 72 over de komende Messias-koning. Hij redt de arme die roept en de ellendige , die geen helper heeft. Reeds de Targum, betrekt dit vers uit psalm 72 rechtstreeks op de toekomstige Messias. Het hart van het christelijk geloof is het belijden dat Jezus van Nazaret de Messias is.
Heel typerend vind ik het antwoord van Jezus aan Pilatus: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Indien mijn Koninkrijk van deze wereld geweest was, zouden mijn dienaren gestreden hebben om Mij niet over te leveren. Pilatus is heel verbaasd en vraagt Bent u dus toch een koning? (Joh.18 :37)
Het trof mij dat niet alleen Johannes de Doper de mensen opriep met deze woorden Bekeert u want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen, maar dat dit ook het telkens weerkerende thema was van de prediking van Jezus:Bekeert u, want het koninkrijk der hemelen is nabijgekomen (Matth. 4 : 17)’’
Als de Farizeeën vragen: komt er nog wat van, van dat Koninkrijk dat u gepredikt heeft, is het antwoord van Jezus:
Het Koninkrijk Gods is midden onder u (Lucas 17 : 20). Jullie zien Mij toch staan ? Welnu, Ik ben die Koning van wie de Schriften getuigen. Wij kunnen mijns inziens dus concluderen, dat als Jezus het Koninkrijk Gods (of der hemelen) predikte, Hij eigenlijk zichzelf predikte!
Zo moeten wij ook de gelijkenissen verstaan.
Messias niet brenger,maar ontvanger
Maar het is mij ook opgevallen, dat de Messias in de profetieën nooit de bewerker van de heilstijd is of de stichter van het vrederijk. Hij ontvangt dat van God.die voor Hem dat rijk bevestigd heeft. De Messias doet feitelijk niets. God doet alles. Mattheus 11 : 27 bijvoorbeeld.