Chinese cultuur en het christendom (Ji Jingy)
Dissertatie Dr. Ji Jingyi
Een beschrijving van een viertal ontmoetingen in hermeneutisch perspectief. Naar aanleiding van de dissertatie van Dr.Ji Jingy over de ontmoeting tussen de Chinese cultuur en het christendom in hermeneutisch perspectief. Zij promoveerde op 25 september 2007 aan de Theologische Universiteit te Kampen. Ik geef hier een overzicht en tekst en uitleg voor de belangstellende lezer.
Wat betekent hermeneutisch?
In de hermeneutiek gaat het over de vraag welke regels en hulpmiddelen je kunt gebruiken bij de uitleg van een bepaalde tekst. Hermeneutiek is dus uitlegkunde. Het woord wordt ook vaak gebruikt bij de uitleg van een Bijbeltekst. Aan welke regels moet je je houden bij de exegese van een bepaalde Bijbeltekst? Bij elke uitleg heb je te maken met tekst en context. De context geeft het zinsverband aan, het verband waarin iets zich voordoet, het kader of het raam van de tekst. Nu is het allereerst dus belangrijk te weten, wat de historische context is van een tekst. Een bepaald document moet je interpreteren. Bij die interpretatie moet je ook rekening houden met de culturele en historische achtergronden.
Tekst en context
Hoe is nu de verhouding tussen tekst en context? Tegenwoordig legt men in de theologie veel nadruk op de context. Hoe is die relatie? Men spreekt daarbij van contextuele theologie. Bij het vertalen en interpreteren van een tekst spelen natuurlijk twee contexten mee. Die van de auteur en die van de lezer van de tekst. De situatie van de schrijver is een ander dan die van de ontvanger van de tekst. Contextuele theologie is bijvoorbeeld de Apartheidstheologie in Zuid-Afrika, die met de bijbel in de hand de superioriteit van het blanke ras verdedigde. We kunnen ook denken aan de bevrijdingstheologie en de feministische theologie. Bij de bevrijdingstheologie beziet men het evangelie met de ogen van Marx en bij de feministische theologie met de ogen van een vrouw. Ook de Derde Wereld theologen vragen veel aandacht voor de contextuele theologie. We zien nu in de theologie een verschuiving van een eurocentrische theologie (met Europa als centrum) naar een contextuele theologie, waarin vooral aandacht gevraagd wordt voor de onderdrukking van de armen en de vrouwen en rassen. Er blijft een principieel verschil tussen seculiere religiewetenschappers en christelijke theologen, die zich betrokken weten bij de kerk en de Schrift.
Eerste fase
De eerste ontmoeting tussen de Chinese cultuur en het christelijk geloof vond plaats in 635 A.D. Die ontmoeting vond plaats via de Nestoriaanse Kerk. Deze kerk van het Oosten kwam tijdens de Tang dynastie, een gouden eeuw van de Chinese cultuur. Toen had China al een hoogwaardig filosofisch systeem, een rijke literaire cultuur en een multi-religieuze omgeving. In de Nestoriaanse geschriften kan heel duidelijk een invloed van boeddhistische, taoïstische en confucianistische gedachten aangetoond worden.
Wie was Nestorius?
Nestorius was patriarch van Constantinopel en hij had grote bezwaren tegen de betiteling van Maria als “Moeder Gods”.Nestorius en de zijnen, de zogenoemde Antiocheense school, legde alle nadruk op de volle menselijkheid van Jezus. Nestorius ging uit van een zuivere scheiding tussen de goddelijke en de menselijke natuur. De wonderen golden van de goddelijke natuur van Christus en het lijden en sterven van zijn menselijke natuur. Tussen het Woord van God en Jezus bestond geen wezenseenheid, maar wilseenheid. Cyrillus van Alexandrië daarentegen legde alle nadruk op de eenheid van de goddelijke en menselijke natuur en gaf voorrang aan de goddelijke natuur. In 451 kwamen 600 bisschoppen op het grootste concilie van de kerk bij een in Chalcedon en veroordeelden beiden. De menselijke en goddelijke natuur bij Christus zijn onvermengd en ongescheiden. De Perzische kerk scheidde zich tot als eerste af, en nam de leer van Nestorius aan. De Nestoriaanse kerk is als een marginale kerk in China verdwenen.
Tweede fase
De tweede fase begon met de komst van de Rooms-katholieke Jezuïetenorde die een nieuw christelijk tijdperk inluidde tijdens de late Ming-dynastie. In deze periode leefde de erudiete Confuciaanse geleerde Li Zhizao (1564-1630).Hij was een van de drie steunpilaren van de Chinese katholieke kerk. De Chinese geleerden in deze periode beschouwden de Chinese cultuur hoger dan andere culturen. De enige weg die het christendom volgens Li Zhizao hoefde te ontwikkelen in China was de toevoeging van de Confuciaanse rite aan het christendom.
Derde fase
De derde fase kwam de Protestantse kerk met haar verschillende denominaties tijdens de late Qing-dynastie (1844). In deze tijd was de glorie van de Chinese cultuur verdwenen. Ze bracht niet alleen de bijbel, maar ook het vuurwapen en opium. Tijdens deze fase werd het christendom aangeduid als Jidujiao wat de absolute identificatie met de westerse cultuur uitdrukt. Je kunt daarom ook wel begrijpen dat de houding van de Chinese protestanten uitgaan van het ‘drie-zelf-principe:zelf -besturen, zelf-ondersteunen en zelf-verkondigen.Dat betekent dus dat het geloof en de interpretatie van de bijbel gecontextualiseerd moet zijn. De tekst van de bijbel moet overgebracht worden in de context van de Chinese situatie. Het komt dus vooral hierop neer: moet de Chinese theologie een eigen christologie ontwikkelen?
Vierde fase
De vierde fase begint met het besef dat de culturele context niet vergeten mag worden door de Chinese theologen. Hier spreekt dus het drie-zelf-principe een duidelijke taal en bevrijdingstheologie, geen feministische theologie, maar wat dan wel? Toen in 1949 de Chinese volkrepubliek werd gesticht, ontstond in China een nieuwe culturele beweging, een antichristelijke beweging. Hoe moet een inheemse theologie er uitzien ? Een postkoloniale theologie? In ieder geval wil men uitgaan van een sinologische en sinocentrische benadering. De Chinese kerk zal weer een theologische eigenheid moeten ontwikkelen. En daarom zal er een verschuiving moeten plaats vinden in die richting in plaats van een missiologische, westerse en eurocentrische benadering