Cremeren
Begraven is niet specifiek christelijk.
Hunebedbouwers en klokbekerboeren begroeven reeds hun doden. In Egypte besteedde men ongelooflijk veel werk aan het begraven van doden. Voor de Egyptenaren was het lichaam het huis van de ziel. Om de eeuwige ziel een eeuwig huis te geven werden de dode lichamen gedroogd. Ze werden in linnen gewikkeld en er werd een mummie van gemaakt. Joden, christenen en Egyptenaren begroeven hun doden.
Grieken verbranden
De oude Grieken daarentegen verbrandden hun doden. Voor de Grieken was het lichaam geen huis, maar een graf. Als het lichaam verbrand werd, kon de ziel nog meer de bevrijding van de ziel vieren.
Hindoes en boeddhisten cremeren hun doden.
Ook christenen in Japan kennen geen andere vorm van lijkbezorging dan verbranding.
Crematie had vroeger een atheïstische verpakking. Velen vinden verteringsproces door vuur menswaardiger dan een ontbinding in graf. Bij verbranding zou de rest verdwijnen. Onze doden rusten niet onder het zand. Ze verblijven ook niet in een onderwereld. Onze doden zijn niet dáár, waar wij bloemen plaatsen. Er zijn geen principiële argumenten tegen crematie te noemen.
Jezus is begraven
Wel verwijderen we ons nodeloos van het bijbels spraakgebruik. Jezus is ook begraven en in Romeinen 6: 4 schrijft de apostel Paulus: Wij zijn met Christus (aan onze zonden) begraven,met hem opgewekt in nieuw leven. Er wordt gezaaid in vergankelijkheid en opgewekt in onvergankelijkheid. Daarom wordt een begraafplaats ook wel ‘dodenakker’ genoemd. In dit woord ligt al de belofte van het nieuwe leven besloten.
Alle nadruk valt in de bijbel op de opstanding. Sterven is voor de apostel bij de Heer onze intrek nemen 2 Korintiërs.5:8. Sterven is voor hem met Christus zijn Philippenzen 1:23.