Johannesevangelie A
Johannes was op hoge leeftijd toen hij dit evangelie opschreef in Efeze.
Daar is hij ook begraven, net als Maria die daar ook waarschijnlijk is begraven
Wat andere evangelisten schreven gaat hij zoveel mogelijk niet herhalen.
Hoofddoel van Johannes is te documenteren dat Jezus de Christus is de Zoon van de levende God`’
opdat u gelovende , het leven hebt in zijn naam. (Joh. 20:30,31)
Vanaf het begin heeft Johannes in de onmiddellijke nabijheid van de Meester verkeerd.
Hij behoorde aanvankelijk tot de discipelen van Johannes de Doper.
Deze was de eerste die Johannes attent maakte op Jezus.
Als Jezus langs het meer van Galilea loopt, roept Johannes de Doper :
Kijk daar gaat het lam Gods dat de zonden der wereld wegneemt.
Met Andreas was hij de éérste discipel die een hele dag (Joh.1:40) de gast van Jezus was
Dit ééndaags verblijf heeft de basis gelegd hebben voor zijn vriendschap met Jezus
Rabbi's in Israël hadden vaak een lievelingsleerling.
Zo had Jezus óók een lievelingsleerling. Iemand die Hem het beste begreep.
De oudste kerk heeft zich altijd herkend in die ene discipel, die "Jezus liefhad"
Dat was Johannes.
Ook heeft de kerk zich altijd herkend in Maria Magdalena bij het graf toen Jezus alleen maar haar naam noemde "Maria"
Als ze met z'n allen aanlagen, had Johannes een vaste plek, aan de rechterkant van Jezus.
Steunend op zijn rechterelleboog, voeten naar achteren lag hij "op schouderhoogte" náást Jezus.
In bijbelse taal wordt dat genoemd: hij lag aan zijn boezem.
Vandaar ook de uitdrukking boezemvriend.
Johannes was dus een boezemvriend van Jezus en terwijl ze aten, keek hij Jezus in het gezicht.
Ook fluisterend konden ze elkaar dus heel veel vertellen, wat de anderen niet konden horen.
Wat Johannes heeft opgetekend heeft hij dus uit de eerste hand van Jezus zelf gehoord.
Gehoord toen ze aanlagen in de pronkkamer van de tolbeambten of de eetsalon van de Farizeeërs
Lucas kreeg zijn informatie vooral door de vele interviews die hij afnam.
Zonder twijfel heeft Lucas ook Maria bezocht.
Bij Johannes gaat het ook om insidersinformation maar dan van Jezus.
Johannes verzekert ons dat hij er zelf bij geweest is, bij alles wat Jezus gedaan en gezegd heeft.
Hij is altijd een oog en oorgetuige geweest.
Pas jaren later heeft Johannes puttend uit zijn geheugen zijn herinneringen schriftelijk vastgelegd.
Met zijn broer Jacobus en met Petrus behoorde Johannes tot de drie intimi van Jezus.
Petrus is de patroon geworden van de Westerse kerk
Johannes vertegenwoordigt vooral het Oosterse christendom
Johannes is de evangelist van de grote lijn
Hij begint zijn evangelie niet op aarde, maar in de hemel. Het Woord is vlees geworden.
Het is ook Johannes die heel scherp de Hoge Afkomst van Jezus laat zien.
Jezus zegt Ik ben van boven. Jullie zijn van beneden. (Joh.8:23)
Tegelijk blijkt telkens dat Johannes oog heeft voor details.
Telkens vermeldt hij kleinigheden die de andere evangelisten niet hebben.
Zo vermeldt hij bv. dat bij de opstanding van Jezus de "zweetdoek" keurig opgerold ter zijde lag.
Het was geen zweetdoek maar een hoofddoek die verticaal om het hoofd en om de kin werd geboden.
Voor zulke kleinigheden had Johannes een geoefend oog.
In Joh. 21: 24 staat Dit is de discipel die van deze dingen getuigt
die deze beschreven heeft en wij weten, dat zijn getuigenis waar is.
Met die "wij" van "wij weten” is duidelijk een kring rond de schrijver bedoeld
Tekende Marcus Jezus vooral als de Zoon des mensen,
Bij Johannes komt de nadruk te liggen op Jezus als de Zoon van God.