A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Paasdatum


In Klein-Azië viel de paasdatum op de 14 van de joodse maand  Nisan.

Sparend voorbijgaan

Het Hebreeuwse woord Pesach is verwant met het werkwoord  pasach, dat sparend voorbijgaan betekent.

Het herinnerde aan het voorbijgaan van de engel des verderfs, die alle eerstgeborenen doodde, maar hij sloeg de eerstgeborenen van Israël over!.

De christenen uit die tijd vierden in Asia Goede Vrijdag en Pasen tegelijk en wel op de datum van het Joodse Paasfeest.

Jezus is het Paaslam

 

Welnu, Melito van Sardes, heeft zijn paaspreek uitgelegd  aan de hand van het Exodus 12, (dat de joden op die dag lazen) waar ook gesproken is over het paaslam.

Het opvallende van Melito is nu dat hij Jezus aanwijst als het grote paaslam dat voor de zonden van de mensen is gestorven

De aanhangers van deze paasdatum werden quartodecimanen genoemd (veertienen)

Zij zagen een nauw verband tussen de verlossing uit Egypte en de verlossing door Christus.

Pesach en Pasen

Er was volgens hen een nauw verband tussen Pesach en Pasen!

In het boek Openbaring van Johannes wordt de uitdrukking Jezus Christus als het  Lam Gods, 26 keer gebruikt Uit de preek van Melito van Sardes die hij gehouden heeft tussen 160 en 170 na Chr. weten we nu hoe we die uitdrukking moeten verstaan

Elke zondag Pasen

 

In het westen van het Romeinse rijk daarentegen vierden de christenen elke zondag pasen.

Op de eerste dag der week was Christus verrezen. Polycarpus van Smyrna bepleitte daarentegen in Rome de 14 de Nisan als paasdatum in te voeren zoals in Klein-Azië het geval was.

1e zondag na vollemaan

Keizer Constantijn verschafte duidelijkheid. Op het concilie van Nicea werden de quartodecimanen als ketters beschouwd en werd de eerste zondag na de eerste volle man als paasdatum aangewezen.