A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Logos


In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door het Woord geworden. (Joh. 1: 1) 

Deze tekst is als een portaal waardoor men een gotische kathedraal betreedt, waarbij alle spitsbogen naar de hemel wijzen.

Het Woord

In bovenstaande tekst komen we de term ‘Het Woord‘ tegen, dat een vertaling is van het Griekse woord logos. Hier worden we al direct geconfronteerd met de centrale en hoge positie van Jezus Christus.

 Hij wordt immers in het eerste hoofdstuk van Johannes ‘het vleesgeworden Woord’ genoemd dat bij God was en God was.

De enige spreekbuis van God 


 Jezus de Messias wordt ‘het Woord’ genoemd, niet omdat Hij één van de velen is die een hemelse openbaring claimen, maar omdat Hij de enige is die de onzichtbare God openbaart, omdat Hij de enige spreekbuis van God is.

Uit het onderwijs van Jezus heeft de lievelingsleerling van Jezus begrepen dat Jezus Christus niet alleen goddelijke woorden spreekt, maar dat Hij ook in eigen persoon het goddelijk woord is.

Hij spreekt het Woord,

Hij is het Woord en Hij maakt levend door het Woord. Johannes zal wellicht al op die eerste dag toen hij een hele dag bij Jezus te gast was (Joh.1:39) vermoed hebben dat Jezus méér was dan een gewoon mens.

Het is opmerkelijk dat het woord logos een dwarsverbinding vormt tussen de drie soorten Johanneïsche geschriften. Ook in de brieven van Johannes en in het boek Openbaring wordt Jezus Christus als ‘het Woord’ aangeduid.( zie Joh. 1:1-5, 1Joh. 1:1 en Openb.19,13).

Het “Woord” (logos) heeft zowel een Joodsoudtestamentische als Griekse achtergrond. Laten we hier even naar kijken. Eerst bij de Joden en daarna bij de Grieken.

Bij de Joden

Bij de Joden. Door het Woord van God is de hele wereld geschapen (Ps 33:6). Hij sprak en het was er. Hij gebood en het stond er. Dit spreken van God is uitermate creatief.

Bij de Grieken.

 Ook in de Grieks-Hellenistische filosofie is het een bekend woord. De logos was een levensbeginsel dat de hele kosmos doortrok.

 Bij de gehelleniseerde jood  Philo is de idee ’logos’ een scheppende en besturende kracht.


Nu kun je ook beter begrijpen waarom Johannes uitgerekend dit woord ‘logos’ gebruikt.

Diasporasituatie 

Hij heeft zijn evangelie geschreven in een diasporasituatie. De Joden woonden in een gehelleniseerde cultuur. Maar Johannes heeft dit begrip een heel eigen en unieke inhoud gegeven.

Bij hem gaat het niet langer om een levensbeginsel of om een idee, maar om een Persoon.

Hij schrijft tot grote verbazing van zijn lezers: Het Woord is vléés geworden. En wat betekent ’vlees’? Vlees betekent de mens zoals hij geworden is als kwetsbaar, afhankelijk en sterfelijk wezen.

 Hij die God was en bij God was is vléés geworden. Hij is bespuugd en bespot en tenslotte gekruisigd geworden. Hij heeft er vrijwillig voor gekozen.

’Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast. Hij nam de gestalte van een slaaf aan en werd gelijk aan een mens (Fil 2:7).

Hij is het Woord in actie!

Bij gnostiek precies tegenovergesteld

In de gnostische mythologie had de logos juist een tegenovergestelde functie, namelijk om de mens te helpen aan het ‘vlees’ te ontsnappen. De gevangen ziel moest immers uit de materie verlost worden!