A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Reincarnatie


Hindoeisme 

De leer van de reïncarnatie of zielsverhuizing komt regelrecht uit het Hindoeïsme. Ze gaat ervan uit dat de mens die sterft in een ander lichaam van mens of dier weer terugkomt. Reïncarnatie betekent letterlijk :opnieuw vlees worden.

Karma

Die leer hangt heel nauw samen met de leer van het karma, de leer van de automatisch werkende gerechtigheid.

Als iemand goed geleefd heeft, komt hij terug in een hogere vorm van leven.

Als iemand slecht geleefd heeft, komt hij terug in een lagere vorm van leven, als een luipaard of als een ezel. De leer van het karma is eigenlijk een vorm van sinterklaas geloof, wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe.

De beloning of de vergelding vindt plaats via de reïncarnatie.

Wedergeboorte

De bijbel geeft geen enkele ruimte aan het reïncarnatiegeloof.

Reïncarnatie is iets totaal anders dan wedergeboorte.

Bij de wedergeboorte gaat het om nieuw leven binnen ons aardse leven.

Bij de reïncarnatie om een  leven na dit aardse leven, als een steeds herhalende kringloop.

De ziel keert steeds weer terug in een ander lichaam. Maar de bijbel kent geen kringloopzielen en wegwerplichamen.

Men wijst voor het geloof in de reïncarnatie naar Maleachi 4. in de laatste tekst van het Oude Testament staat Zie ik zend u de profeet Elia, voordat de grote en doorluchte dag des Heren komt.

Men geeft dan dit commentaar: zie je wel Johannes de Doper was een reïncarnatie van Elia De geest van Elia is teruggekeerd  in het lichaam van Johannes de Doper.

 

In genoemde tekst is echter bedoeld: iemand als Elia, Iemand in de geest en in de kracht van Elia.  Het belangrijkste argument tegen de reïncarnatieleer is dat de mens zijn identiteit verliest. Nu eens is hij een man, dan weer een vrouw. Nu eens een Chinees uit de Middeleeuwen, dan weer een Italiaan uit de achttiende eeuw.

Geen kringloopzielen

 Onze toekomst is niet dat we telkens iemand anders worden, maar dat we een nieuwe naam zullen krijgen die niemand anders kent.

In het nieuwe-tijdsdenken ziet men de geschiedenis niet als een rechte lijn, maar als een cirkel.

Alles wat geweest is, komt weer terug. Heel het bestaan is opgenomen in een eindeloze cirkelgang. Ook de mens komt weer terug in een ander bestaan en krijgt daarmee een herkansing.

In het bijbelse Israël waren het juist de heidense volken die in hun natuurlijke godsdienst de eindeloze cirkelgang van opgaan, blinken en verzinken beleden.

Alles wat geweest was, kwam weer terug. De zon ging op en de zon kwam weer terug.Elke dag weer hetzelfde liedje

Cirkeldenken

Dit cirkelende denken wordt door de nieuwe-tijdsgelovigen op een heel bijzondere wijze ingevuld.

Namelijk door het geloof in de reïncarnatie.

Dat betekent letterlijk ‘hernieuwde vleeswording’

Het leven op aarde is een van de vele klassen die wij in de aardse levensschool moeten doorlopen. Wij zouden na onze dood een nieuwe kans krijgen. Om de levenssommen die we nog moeten maken tot een goed einde te brengen.

We blijven ook na onze dood verantwoordelijk en moeten we de gevolgen van verkeerd gedrag dragen en  krijgen  we een herkansing. In plaats van vergeving en kwijtschelding komt nu de gedachte van reïncarnatie en karma naar voren.

Dat Christus de zondenlast heeft gedragen, wordt ter zijde geschoven.

Mens centraal

De mens als handelend subject komt weer in het middelpunt!

Ieder mens krijgt tenslotte wat hij verdient. Een andere bestaanswijze in dit leven of in het komende leven. Dit verschijnsel wordt met een vreemd woord het karma genoemd. Alles wat hier scheefgegroeid is, kan straks worden rechtgetrokken.

De reïncarnatiegedachte is niet typisch westers. Ze is afkomstig uit het Hindoeïsme!

Maar in deze godsdienst betekent dat zeker niet iets positiefs. Integendeel.Men zou immers veel beter af zijn als men aan het rad der wedergeboorte kon ontkomen.

In het Westen daarentegen is de reïncarnatiegedachte ingebed in een evolutionistische levensbeschouwing.

De bijbel kent geen wegwerplichamen en kringloopzielen. In 2 Corinthe 5:6 noemt Paulus het wonen op aarde ‘ver van de Here in den vreemde zijn’.

Sterven is voor hem ‘bij de Here je intrek nemen”. Het is ondenkbaar dat de mens na deze inwoning bij God weer teruggestuurd  zou worden en een nomaden bestaan zou moeten leiden

Verlies identiteit

In de reïncarnatiegedachte verliest de mens zijn identiteit, want via een voortgaande bewustwording zal de mens zijn weg moeten vinden en leeft hij niet meer van Gods genade.