A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Pessinus hoofdstad van Frygie


 

Pessinus

 

 Wat heeft Pessinus met de bijbel te maken? 

 

Frygie

Nergens komt die naam  Pessinus in de bijbel voor. Pessinus was de belangrijkste plaats van Frygië.

Frygië wordt wél enkele malen in de bijbel genoemd.

Daar bevond zich de tempel van de Moedergodin Cybele die van zo'n grote invloed geweest is op de verering van de Efezische Artemis en zelfs op de huidige Mariaverering.

Moedergodin is eeuwenoud

 

Dit is de Anatolische moedergodin de voedende moeder van al wat leeft, Zij  is 6000 jaar oud. In Cybele en Artemis leefde zij voort en sommigen beweren zelfs nu nog in Maria.

Dit is cella van de Fygische moedergodin

Hier staan we dan bij de cella van Cybele, de moedergodin van de Fryiers. De directeur van het piepkleine museumpje was erg blij dat er een bezoeker was gekomen.

Hij was zo vriendelijk metd ons mee te gaan op bedevaart naar de oudste gestalte van de Klein-Aziatische moedergodin. En hier staan we dan in bittere koude, maar met een dankbaar hart. Paulus heeft waarschijnlijk deze tempel ook gezien,  want de Romeinse heerweg liep hier langs.

De moedergodin werd  in Anatolië al 7000 jaar vereerd.

Dat was bijvoorbeeld al in Catalhuyük in de steentijdcultuur.

In primitieve tijden zag men niet het verband tussen bevruchting en zwangerschap. 

 Daarom werd de zwangere vrouw beeld van de vruchtbaarheidsgodin, die leven geeft uit zichzelf. Cybele is ook verwant aan de Syrische Astarte, die we ook in de bijbel tegenkomen.

Een afbeelding van de Hettietische moedergodin kwam ik tegen op de beroemde godenprocessie van Jazylykaja bij het huidige Bogazkale, waar vroeger de oude hoofdstad van de Hettieten zich bevond.  [1]

Het heiligdom van Cybele

Waar lag  Pessinus? De ruïnes van Pessinus liggen ongeveer 150 km ten westen van Ankara, in het midden van Turkije.

Ze liggen vlak bij het gehucht Balhisar, ten zuiden van Sivrihisar, aan de weg van Ankara naar Eskisehir.

Pessinus lag vroeger aan de grote Perzische heerweg die het westen en oosten van Anatolië met elkaar verbond.

 Paulus en zijn reisgenoten hebben ook in Frygië het Evangelie verkondigd.

 "En zij gingen door het Frygisch-Galatische land". [2]Ook in Frygië zijn gemeenten gesticht.

Dat weten we omdat Paulus op zijn derde zendingsreis Frygië doorgereisd is om 'al de discipelen te versterken' [3]. 

 Dat houdt natuurlijk in dat die gemeenten gesticht zijn tijdens de tweede zendingsreis van Paulus, Silas en Timoteüs. 

 Ploeterend en glijdend door een dikke laag modder zijn we er indertijd eindelijk in geslaagd de tempel te vinden.

De cella, de ruimte waar het beeld stond, is nog vrij goed bewaard gebleven. De tempel is gebouwd in de eerste helft  van de eerste eeuw. Toen Paulus door die streek reisde stond het beeld er dus al. Pessinus was eens het centrum van een priesterstaat.

 Een opperpriester regeerde over dit staatje met behulp van vijf  Frygische en vijf Galatische priesters. In de tempel bewaarden en bewaakten zij het beeld van de Grote Moeder der Frygiërs.

Hoewel het beeld in Pessinus bewaard werd, woonde zij zelf bij voorkeur bij bergbronnen, ravijnen en afgronden.

Haar aanhangers trokken op de tonen van de fluit, en het gedreun van de koperen cimbalen door de bergen, onder het uitstoten van kreten als Ma, Ammas, Nana, roepnamen voor de godin, die doen denken aan de lalwoorden, waarmee een kind zijn moeder roept

Orgiasme

In de tempel van Cybele vonden afschuwelijke tonelen plaats

Onder hartstochtelijk gejammer en geklaag castreerden tal van jonge mannen zichzelf tijdens het orgiastisch jaarlijks voorjaarsfestival van de moedergodin.

 Zo offerden deze mannen hun mannelijkheid aan de godin. Zo wilden zij bevrijd worden  van hun persoonlijkheid die in het driftleven gebonden was. De cultus van Cybele kende een heilige maaltijd en een heilige doop. 

 Deze laatste was geen waterdoop, maar een bloeddoop. 

De dopeling daalde neer in een groeve, waarover men vervolgens een laag van planken legde die van gaten waren voorzien. Daarop slachtte men een stier.

 Uit de gapende wond van de stier stroomde het bloed over de planken en druppelde vervolgens door de gaten neer op de dienaar van Cybele.

Deze dopeling  was ervan overtuigd dat hij door de doop een nieuw leven ontving.

Zou Paulus misschien daaraan gedacht hebben toen hij schreef: "En neemt geen deel aan de onvruchtbare werken der duisternis, maar ontmaskert ze veeleer, want het is zelfs schandelijk om te noemen, wat heimelijk door hen wordt verricht"[4]

Naast de ruïnes van de tempel troffen we een klein museumpje aan dat er bijzonder armoedig uitziet. Het beduimelde receptieboek bevat namen van geleerden uit de gehele wereld, die zo graag de resten van het heiligdom van de 'Grote Moeder' met eigen ogen wilden zien.

Feministisch godsbeeld?

In de feministische theologie wordt bij voorkeur gesproken over God als Moeder.

 Daarbij verzet men zich dikwijls tegen het beeld van God als Vader. Het optreden van de Vadergod wordt vaak als autoritair ervaren.

Veel vrouwen zien in de moedergodin de bevestiging  van hun eigen identiteit.

Door deze identificatiedrang is er ook een vernieuwde belangstelling gewekt voor de verering van de moedergodin in de oude religies.

Dat betekent zeker nog niet dat zij willen terug gaan naar die tijd.

In de feministische theologie spelen andere motieven een rol dan in de antieke cultus van Cybele.

Bij de verering van Cybele ging het vooral om de bevrijding uit de gebondenheid van het aardse leven met zijn driften en hartstochten.  De feministen zoeken de erkenning en bevrijding van de vrouw uit patriarchale structuren.

Terecht komen zij daarvoor op. We kunnen zelfs zeggen dat de Here God zich geopenbaard heeft als een God met vrouwelijke trekken. [5]

 Men vindt bij God troost en geborgenheid als bij een moeder.

 Maar dat betekent nog niet dat we God een godin mogen   noemen.  Juist bij heidense religies kende men mannelijke en vrouwelijke goden: Isis en Osiris, Baäl en Astarte. 

 Zodra we het vrouwelijke, het moederlijke gaan vergoddelijken vanuit een identificatiedrang dreigen we terug te vallen in het antieke heidendom. Dan gaat het ten diepste om zelfverlossing en zelfverwerkelijking.

Dat was ten diepste ook het grondmotief in de cultus van Cybele.

We moeten ons overigens ook goed bewust zijn dat als in de bijbel gesproken wordt over God de Vader, we bij deze metafoor niet aan mannelijkheid moeten denken. 

In de bijbel wordt God nooit vereenzelvigd met een bepaald geslacht.  Hij is bovengeslachtelijk.


  • [1]Ook in het beroemde museum van Anatolische beschavingen in Ankara kun je allerlei afbeeldingen zien van moedergodinnen. Ze staan te dansen op herten, stieren en andere dieren. Het zijn grottekeningen uit het steenen tijdperk. De godinnen hebben overdreven grote geslachtsdelen.  Men geloofde dat de godin de meesteres in de dierenwereld was en ze werd vereerd als vruchtbaarheidssymbool
  • [2] Hand. 16:
  • [3] Hand.  18:23
  • [4] Ef.  5:11,12
  • [5] Zoals iemands moeder hem troost, zo zal Ik u troosten (Jes.  66:13).