- Obelisken enJozef
- Oecumenische Concilies
- Oertempel opgegraven
- Offerhoogten
- Offerplaatsen
- Olijfberg / Plaatsbeschrijving
- Olijfberg / Huilende Jezus
- Olijfberg /Hemelvaart
- Olympische S.pelen
- Olympus
- On stad van Jozef
- Onbegrip discipelen
- Onderwereld / Egypte
- Onderwereld en Jezus
- Onkruid
- Onomasticon
- Onrein / Heilig
- Ontmoetingstent
- Open deur
- Openbaren
- Openbaring Johannes
- Opgravingen
- Opstanding/Betekenis
- Orion
- Orion
- Orion en Plejaden
- Orontes / Syrie
- Ossuarium Kajafas 1
- Ossuarium Kajafas 2
- Ostia
- Oudste kerk
- Overzijde Graf
Olijfberg / Plaatsbeschrijving
Olijfberg
(zie ook Getsemane /Jezus en Getsemane en plaatsbeschrijving)
Olijfberg in 1890
Panorama Olijfberg
Nogmaals de Olijfberg
Graf van Zacharias op de Olijfberg
Olijvenpers
Met Betlehem en Golgota behoorde de Olijfberg tot de drie belangrijkste "heilige plaatsen" van het christendom. Nu zijn er fraaie kerken gebouwd, maar in de vroegchristelijke tijd bevonden zich daar drie grotten, die gereserveerd waren voor het gebed.
De eerste christenkeizer Constantijn heeft deze plaatsen verfraaid en voor het publiek opengesteld.
Op deze drie plaatsen werd de essentie van het christelijk geloof gedistilleerd, zoals je kunt zien op het diagram hieronder. De woorden werden uitgesproken bij een van de vroegste doopdiensten die we kennen en waren bedoeld om de basiselementen van het christelijk geloof over Jezus samen te vatten.
Dit is een olijvenpers, in het Hebreeuws Getsemané genaamd. Die gebruikte men om de olie van de olijfbomen te persen.
Nadat Jezus dit alles gezegd had, ging hij met zijn leerlingen naar de overkant van de Kidronbeek. Daar liep hij een olijfgaard in. (Joh. 18:1 en 2) Op de top van deze berg lag Betfage en Betanië lag daar net achter
Olijfberg.
In de verte de berg Scopus waar zich het hoofdkwartier bevond van Titus tijdens de belegering van Jeruzalem. Rechts buiten de stadsmuur lag Getsemane.
Alle vier evangelisten vertellen hoe Jezus na de viering van het pascha en de instelling van het Avondmaal met zijn leerlingen naar de Olijfberg vertrok en daar tot overgave kwam en in volstrekte rust de komst van Judas en zijn bende afwachtte.
Matteus en Marcus geven een volledig adres. De plaats was bekend als Getsemené, dat is olijvenpers.
Nu is het opvallend, dat Johannes die overigens op andere plaatsen zeer nauwkeurige topografische aanduidingen verstrekt, in dit geval niet verder komen kan dan: aan de overzijde van de beek Kidron was een hof. Hij noemt Getsemané niet.
Overal langs de hellingen van de Olijfberg kom je graven tegen.
Rechts het graf van Zacharias in het Kedrondal
De graven die nog intact zijn met één rechtopstaande steen zijn Joods, die met twee, één aan het hoofd-en één aan het voeteneinde zijn van moslims
.Deze laatsten tref je aan op de westelijke helling tegen de stadsmuur.
Maar hier op de hellingen van de Olijfberg liggen de Joodse graven dicht opeen.
Dal van Josafat
Volgens kerkvader Eusebius is de reden dat men uitgerekend hier in het Kedrondal begraven wilde worden is, dat men dacht dat hier het dal van Josafat was, waarvan in Joël 3:2 vermeld staat "Ik zal alle volken aldaar met hen in het gericht treden." Men wilde er zo dicht mogelijk bij zijn op de grote dag der opstanding.
Toen Johannes zijn evangelie opschreef bestond Getsemané al tientallen jaren niet meer.
Bij het beleg van Jeruzalem door de Romeinse legers in het jaar 70 is de gehele beplanting van Getsemané en de hof ondergegaan in het oorlogsgeweld.
Toen Matteus en Marcus hun evangelie schreven was Getsemané er nog wel en de vele stokoude olijfbomen die de Olijfberg zo'n boeiend aanzien gaven.
Maar in de tijd van Johannes was de Olijfberg totaal verwilderd.
Het had ook geen zin voor de lezers de naam Getsemané te noemen. Getsemané was er niet meer.
Voor de generatie Joden die leefde tijdens Johannes was die plek onbekend.
Van Flavius Josefus weten we dat de Romeinse legionairs bij de belegering van Jeruzalem alles met de grond hebben gelijk gemaakt.
De Olijfberg werd één reusachtig legerkamp.
Voor de bouw van wallen en verschansingen was zeer veel materiaal nodig. De bomen van de Olijfberg werden nog gekapt en gerooid op een afstand van negentig stadiën, dat is bijna zeventien kilometer