God bestaat niet. Hij leeft!

Deze one-liners hebben een persoonlijk karakter. Op een goede dag heb ik ze eens bij elkaar gesprokkeld uit mijn aantekeningen.

Ze kunnen ons waarschuwen om niet telkens een blik cliché's te openen of gemummificeerde uitdrukkingen te gebruiken.

Ze kunnen ons soms ook op een nieuw idee brengen of stimuleren hetzelfde eens pittiger en puntiger te zeggen.



Oneliner 101 tot 200


  1. 101. Er is nergens een standpunt van waaruit God geconstateerd kan worden.
  2. 102. Ons geloven is altijd geloven desondanks, tegen de schijn der dingen in.
  3. 103. Gelovigen mogen hun stomme,stotterende en stamelende stemmen invoegen in het engelenkoor . .
  4. 104. God is veelzeggend, maar een afgodje is nietszeggend, een nietsnut en een niemendalletje
  5. 105. God is rechtvaardig en Hij maakt rechtvaardig
  6. 106. Geloven? Het schijnt in het geloof te gaan om ongrijpbare en onbegrijpelijke dingen
  7. 107. In het geloof staan alle poriën open. Niet alleen die van het verstand
  8. 108. Levende vissen zwemmen altijd tegen de stroom in. Zo ook gelovigen
  9. 109. Ongelovigen zijn ongezeglijk, zij laten zich niet gezeggen, zij ontzeggen God elk gezag
  10. 110. Knelpunten kunnen soms knielpunten worden waar we de nabijheid van God ervaren
  11. 111. De Heilige Geest van God maakt zijn stille ommegangen door huizen en harten
  12. 112. De invloed van God heeft alles te maken met de vloed van de Heilige Geest.
  13. 113. De Heilige Geest opent ons hart voor het Woord en Hij opent het Woord voor ons hart
  14. 114. God is heel hartelijk. Hij heeft ons hardnekkig en hartgrondig lief.
  15. 115. God is geen standbeeld. Hij is ook méér dan mobiel. Hij luistert, heeft lief en kan toornen.
  16. 116. Wij zijn als Adam en Eva: geestelijk naakt, want in gebed moet je je bloot geven voor God
  17. 117. Er zijn méér kijkers dan zieners!
  18. 118. We leven in een gebroken wereld met gebroken idealen en gebroken relaties.
  19. 119. Door heel ons leven loopt een barst die niet met velpon is te lijmen.
  20. 120. Een kind zei:Laat mij niet mijn lot beslissen, want Lot kiest altijd verkeerd
  21. 121. Zonde is geen gebrek aan inzicht (Plato) maar Christus' uitgestoken hand afwijzen.
  22. 122. De warme golfstroom van Gods belangeloze barmhartigheid omspoelt ons levenseiland
  23. 123. We zijn een beeldschermgeneratie geworden die offert op het elektronische altaar
  24. 124. We laten de bloedbaan van onze aandacht volspuiten met het infuus van de tv
  25. 125. We verkeren onder de uitstraling van Gods wezen, die als een warme vacht om ons heen is
  26. 126. Jezus roept ons niet met de gesel der wet, maar met het klokgelui der zaligsprekingen!
  27. 127. De trekkracht van Gods beloften is sterker dan de zuigkracht van de dood
  28. 128. We zijn als een zonnepan die het licht van de zon opvangt en uitstraalt.
  29. 129. Het geluk is als een vluchtige libel in het zonlicht, die zich niet gemakkelijk laat vangen
  30. 130. We leven op een verscheurde wereld, een betraande aarde met zoveel geronnen bloed
  31. 131. Christus is het hitteschild dat ons beschermt tegen het vuur van Gods toorn. .
  32. 132. De golfslag der verandering in de stroom der ontwikkeling boeit ons en verontrust ons
  33. 133. Een duistere stijl is even ondoelmatig als een duistere trap
  34. 134. We mogen de schepping niet leegknijpen en kaalplukken
  35. 135. De tube van ons geduld is bijna leeg geknepen
  36. 136. Onze samen-leving is een apart-leving geworden
  37. 137. We raken aan de zoom van het geheim
  38. 138. Het kruis van Jezus ligt als een ophaalbrug over de afgrond die ons van God scheidt
  39. 139. Het evangelie vertelt dat de ophaalbrug is neergelaten en de kloof is overbrugd
  40. 140. Richt je blik naar de zonzijde en de schaduw zal achter je vallen
  41. 141. Zonde-val is de oerbreuk tussen de Boven-ander, buiten-ander en de binnen-ander
  42. 142. Ze spelen het Calimerospelletje: zij zijn zo groot en ik ben zo klein en dat is gemeen
  43. 143. Christus overklast alle standen, overbrugt alle klassen en overkoepelt al onze zorgen
  44. 144. We hebben van de kerk een boksring gemaakt
  45. 145. De dirigent staat op het rostrum en heeft de partituur voor zich. Maar de predikant staat op de preekstoel en heeft de Heilige Schrift voor zich.
  46. 146. Vanmorgen heb ik al mijn kinderen verloren, zei de kikker. De ooievaar is geweest.
  47. 147. Ons rupsenleven moet een vlinderleven worden. Sterven is een ontpoppingsproces.
  48. 148. De mens zelf is een verhaal. Met een verhaal kom ik bij de ander binnen.
  49. 149. Als de ander wil luisteren naar mijn verhaal, kom ik op verhaal.
  50. 150. Iedereen loopt vandaag achter zijn eigen waarheidskarretje te demonstreren.
  51. 151. Hij heeft zoveel verstand van kunst als een zoeloe van rendiervlees
  52. 152. Als het Woord vlees wordt, komt de Heer onder het doodsoordeel
  53. 153. Der Mensch ist, was er iszt. Erst kommt das Fressen, dann kommt die Moral.
  54. 154. Het antisymbool van het christelijke visje is een happende haai
  55. 155. De kerk is geen junglecommando maar een reddingsbrigade.
  56. 156. Zoals het daglicht bij de zon vandaan komt, zo komt de liefde van God vandaan
  57. 157. Het hart van het Evangelie wordt verdrongen en verwrongen, verfraaid en verdraaid
  58. 158. We kunnen de ellende niet wegschuren of wegschminken
  59. 159. Met maskers en make-up willen we het kwaad in ons onzichtbaar maken
  60. 160. Ze vliegen er op af als motten op een halogeenlamp
  61. 161. Hij stond als een pauw te pronken met zijn schitterende paradijsveren
  62. 162. Veel succesvolle mensen zijn zo leeg als een volle prullenmand
  63. 163. Hij voelt zich als een cipres tussen de doornstruiken
  64. 164. We moeten het godsdienstig gesprek optillen tot het niveau van het belijden
  65. 165. Het orgaan voor de aanbidding, de eerbied voor de Heilige, is weggeschrompeld
  66. 166. Er zijn mensen die niet bij zichzelf op bezoek durven komen uit vrees niemand aan te treffen.
  67. 167. Zijn carrière eindigt als een ballonnetje in de bomen.
  68. 168. Wij zijn geborgen in de plooien van Gods liefde
  69. 169. Vóór de wind is iedereen een hardrijder.
  70. 170. Veel tv-programma's moeten vandaag applaus oogsten en niet tot nadenken stemmen.
  71. 171. De kerk heeft een wrijfpaalfunctie Iedereen schuurt zich daaraan
  72. 172. De wetenschap is niet de motor is van onze vrijheid.
  73. 173. Het menselijke verstand is geen waarborg van onze mondigheid.
  74. 174. We bouwen allemaal luchtkastelen. Dat is niet zo erg als we er maar niet in gaan wonen.
  75. 175. Onze horizon is kortstondig. We leven in een kiekeboewereld van oppervlakkige flitsen
  76. 176. De verhouding tussen input en output van alle informatie is grondig verstoord.
  77. 177. De informatie die ons wordt aangeboden heeft weinig 'actiewaarde' wel amusementswaarde
  78. 178. De geloofwaardigheid van een boodschap hangt af van het imago van de boodschapper
  79. 179. In onze tijd is de belangrijkste vraag niet: wat zegt ie? Maar: hoe ziet ie er uit?
  80. 180. Hoe iemand 'over komt' is belangrijker dan zijn mening
  81. 181. In de Middeleeuwen. maakte men van de hemel en de hel woekerplanten van fantasie
  82. 182. Wij denken dat God een uitvergroot mens is. In Afrika is Hij zwart. Bij de Indianen rood.
  83. 183. Veel jonge mensen bevinden zich in de draaikolk van de twijfel
  84. 184. Wie kan hen over de drempels van de twijfel heen helpen?
  85. 185. Velen worden meegezogen door de zuigkracht van een geestelijk nihilisme
  86. 186. Ze hebben geen vaste grond onder de voeten en zijn zonder geestelijke bagage
  87. 187. Onze vensters op de wereld zijn oogkleppen We hebben een zeer beperkte blik
  88. 188. In het menselijk verkeer zijn we vaak tegenliggers die met groot licht verblinden
  89. 189. Aan het geluk hangt geen prijskaartje
  90. 190. We moeten kritisch zijn tegenover de hele religieuze santenkraam die over de markt wordt uitgestort .
  91. 191. We vormen geen begrafenisstoet, maar een bruiloftsoptocht
  92. 192. We kunnen de zandloper van de tijd niet omdraaien en het verleden niet terugspoelen
  93. 193. De stuwmeren van onze verwachtingen zijn leeggelopen
  94. 194. Velen voelen zich als een aangespoelde vis op het strand
  95. 195. We zijn geen zwerfstenen in het heelal die zich zelf verteren
  96. 196. We voelen ons als afgevallen bladeren die in de herfst vertrapt worden.
  97. 197. Velen lijden ook vandaag nog onder het schrikbewind van moderne farao's
  98. 198. Onze wereld is niet zo gezellig en knus als op de wenskaarten van Anton Pieck
  99. 199. Ons leven is niet zo romantisch als het sprookjesbos van de Efteling.
  100. 200. We leven in het computertijdperk met zijn chips en pincodes, niet in die van het spinnewiel