A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Jeruzalem Tempel


 

 

 Feest in Jeruzalem

Duizenden pelgrims arriveren in Jeruzalem! Heel de stad in feeststemming!

Restanten van de machtige Antoniaburcht in Jeruzalem. Vanuit deze burcht hielden de Romeinen het tempelplein in de gaten. Lange tijd heeft men aangenomen dat vanaf deze burcht Pilatus Jezus heeft getoond aan het volk.

 Dat is niet juist.  Het 'Ecce Homo' vond plaats vanaf het bordes van het paleis van Pontius Pilatus op de plek waar nu de Davidstoren zich bevindt. 

Sinds keizer Augustus mochten de stadhouders ook hun vrouw meenemen. Dat heeft Pilatus ook gedaan. Ze zal in het paleis geslapen hebben en daar midden in de nacht het rumoer gehoord hebben. Zo kon zij een nachtmerrie over Jezus krijgen omdat alles zich afspeelde onder haar slaapkamerraam.

De Gouden Poort aan de oostzijde

Een impressie

Verslag: Reinier van den Berg


"De politieke sfeer hier in Jeruzalem is geladen. Iedereen voelt het. Er broeit wat in de stad. De vrijheidspartij wordt steeds machtiger.

De siccariërs, de felle nationalisten, lopen hier met de dolk onder de mantel rond om een Romeinenvriend uit de weg te ruimen" vertelt Jakobus aan Paulus. "De situatie is uiterst explosief. De Romeinen zijn doodsbenauwd voor een opstand". Paulus kijkt Jakobus rustig aan."Ik ga toch nog even met Trofimus de stad in" zegt hij."Ik moet zelf ook nog even in de tempel zijn.  De zeven dagen van de heiliging zijn bijna voorbij".

Via de Pottenbakkersstraat bij de Schervenpoort gaan ze door de Zadelmakersstraat en bereiken ze al binnen enkele  minuten de brug over het stadsdal die hen met vele pelgrims in de westelijke hallen van het tempelcomplex  zal brengen.

 

Trofimus verbaast zich erover dat het gehele tempelcomplex  bijna een derde deel van de hele stad bedraagt.Kijk toch eens hoe zwaar deze stenen zijn!

 "Hoe lang heeft men wel niet aan deze tempel gebouwd?" vraagt  Trofimus aan Paulus terwijl  hij aan de tempel van Artemis in zijn geboortestad Efeze denkt,die  in grootte en rijkdom duidelijk de mindere van deze tempel is.

 "Zes en veertig jaar. Zo lang is Herodes bezig geweest de tempel te renoveren en uit te breiden om zodoende de gunst van de joden te winnen.  [1]

Door één van de vier westelijke poorten betreden Paulus en Trofimus nu het gigantisch  grote terrein van de voorhof der heidenen. Een onafzienbare mensenmenigte schuifelt voetje voor voetje voort over het grote plein dat aan alle zijden omgeven wordt door zuilengalerijen.

Trofimus is perplex.

Van verbazing kan hij geen woord uitbrengen. Recht voor zich uit ziet hij hoe twee onafgebroken stromen pelgrims uit onderaardse enorm brede gangen zich via twee grote trappen uitstorten over het plein en opgenomen worden door de oeverloos grote menigte

"Die pelgrims komen uit de benedenstad en zijn opgegaan naar de tempel door de twee zuidelijke Huldapoorten die onderaan de voet van de tempelberg liggen"  zegt Paulus.

"Ze geven aansluiting op onderaardse gangen die ver onder het niveau van het tempelplein liggen. Zie je daar uit tegenovergestelde richting die pelgrims arriveren? Ze komen via de oostelijke Gouden Poort, waarheen een smalle weg leidt vanuit het  Kedrondal".

 Trofimus kijkt om zich heen. Met  verbazing ziet hij dat  grote delen van de muren en daken van het eigenlijke heiligdom met zilveren en gouden platen zijn overtrokken  Het verblindend licht van de ochtendzon wordt weerkaatst in duizend schitteringen.  Trofimus knippert met zijn ogen.

Golven psalmgezang van het jongenskoor  der Levieten bereiken zijn oren en vermengen zich met het schrille, alles doordringende geschal van de bazuinen der  priesters. Enige seconden later komen de echo's weer terug van de omliggende bergen.

Wat hoort hij daar nu? Wat is dat? De tienduizenden pelgrims zijn begonnen te zingen. 

 Massaal, machtig en massief klinkt het psalmgezang op uit de menigte, de grond trilt, het geluid wordt weerkaatst door de tempelmuren, Trofimus voelt zich opgenomen in een vreemde extase.

"Hoe liefelijk zijn uw woningen, o HERE der Heerscharen.  Mijn ziel verlangt, ja smacht naar de voorhoven des HEREN. Mijn hart en mijn vlees jubelen tot de levende God.  Zij gaan van kracht tot kracht en verschijnen voor God in Sion". (Psalm 84)

Trofimus ziet dat Paulus zeer geëmotioneerd is. Tranen doorweken zijn rossige baard.

 Hij trilt over heel zijn lichaam. Na enige tijd is Paulus zijn ontroering weer meester. Hij wijst Trofimus op een lange rij zuilen recht voor hen uit.

Zuilengang van Salomo

"Daar zie je de zogeheten zuilengang van Salomo.  Dat is de uiterste oosterse zijde van het tempelplein (Hand.  3:11, Joh.10: 23) Op die plek hebben de joden de Heiland  willen stenigen, omdat Hij zei dat Hij de goede Herder is  en zijn schapen eeuwig leven geeft. (Joh.10: 27)

Rechts van je zie je de koninklijke zuilenhallen, waar Jezus heeft gezeten temidden van de rabbi's. Maria en Jozef  zijn de 12 jarige Jezus drie dagen kwijt geweest. Eindelijk  hadden ze Hem gevonden op deze plek temidden van de rabbi's die Hij allerlei vragen stelde. (Luc. 2:46)

Ze schuifelen nu zeer langzaam verder over de voorhof der heidenen en bereiken eindelijk de brede trappen die leiden naar de binnenste voorhof.

"Daarvoor ons op het verhoogde terras, is de Schone Poort ( Hand. 3:2 en 10), die toegang geeft tot de voorhof der vrouwen.  Joodse mannen mogen daar wel komen , maar het is de laatste voorhof die voor vrouwen toegankelijk is.

 Als we die voorhof oversteken, komen we bij de zogeheten Nicanorpoort  die ons brengt in  de voorhof der Israëlieten  en in de nog hoger gelegen voorhof der priesters.  Daar bevinden zich het brandofferaltaar en het koperen wasvat – vlak  vóór het eigenlijke heiligdom. De metalen deuren van deze poort zijn zo zwaar dat  er 20 Levieten nodig zijn om die deuren te open en te sluiten. Deze metalen deuren zijn een geschenk van de Alexandrijnse jood Nicanor."

Waarschuwing

Plotseling houdt  Trofimus de adem in. Hij wordt  bleek van schrik.  Zijn hart begint te bonzen.  Op een steenen waarschuwingsbord bij de balustrade, die de voorhof der heidenen scheidt van de binnenste voorhof leest hij in het Grieks Geen vreemdeling mag achter de afscheiding en in het gebied van het heiligdom komen.  Wie daar toch wordt aangetroffen is zelf de oorzaak van de doodstraf die daarop volgt


Tussenmuur (zie bij Istanboel!)

Op een groot blok kalksteen in het Archeologisch Museum te Istanboel, op een steenworp afstand van de haremgebouwen van het Topkapi-paleis, lezen we in het Grieks, het Hebreeuws, en het Latijn deze woorden: Geen vreemdeling mag indringen tot binnen de omheining die om het heiligdom is. Zij, die  verder gaan, zullen aan zichzelf te wijten hebben de dood die zal volgen.

Dit blok kalksteen was ingemetseld in de muur van een schooltje in Jeruzalem, vlak bij het tempelplein. Het was één van de blokken die in de tijd van Jezus in de zogenoemde ‘tussenmuur’ van het tempelplein bevestigd waren. Deze ‘tussenmuur’ scheidde de voorhof van de heidenen van de binnenste voorhof, die uitsluitend door Joden mocht worden betreden.

Dit blok kalksteen had dus de functie van een soort waarschuwingsbord. Het was een waarschuwing voor alle niet-Joden om toch vooral niet het tempelplein te betreden. Die muur was maar een vrij laag muurtje, een soort balustrade. Toch betekende dat muurtje een volstrekte scheiding tussen Joden en niet-Joden

 

 Balustrade

Aan die balustrade moeten we denken als Paulus schrijft in Efeze 2 : 14 "Want Hij (Christus) is onze vrede die de twee één heeft gemaakt en de tussenmuur, die scheiding maakte , de vijandschap, weggebroken heeft".


[1] Joh.  2:20