A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Herodes (E) Agrippa II


 

 Herodes Agrippa II

De volgende dag verschenen Agrippa en Bernice in vol ornaat. Samen met de legeraanvoerders en de voornaamste inwoners van de stad betraden ze de ontvangstzaal, waarna Paulus op bevel van Festus werd voorgeleid.(Hand.25:23)

Introductie:

 

Koning Herodes Agrippa II  is zojuist in  Caesarea aangekomen om zijn opwachting te maken bij de nieuwe procurator  Festus.(Hand. 25: 13)

Agrippa II  is een achterkleinzoon van Herodes de Grote en hoewel hij is opgevoed bij de Tora en de profeten, wordt hij door de joden geminacht. De reden hiervan is dat Agrippa met zijn zuster Bernice leeft als een man met zijn vrouw.

Dat vinden de Joden afschuwelijk!

 Bernice was de  zuster van Drusilla.

 En deze Drusilla was  vorige maand met haar man Felix naar Pompeï vertrokken., Koning Agrippa en Felix waren dus zwagers en Festus was de opvolger van Felix.

    

  Hier lag het paleis van de Herodessen. Alle bouwwerken waren zeer luxueus uitgevoerd volgens de modernste stijl en smaak uit Rome.

Opgravingen bij de antieke haven. De gezanten voor de plechtige en feestelijke samenkomst  in het theater kwamen hier aan wal. Hieronder heb ik geprobeerd de sfeer weer te geven.

 

Daar komen Agrippa en Bernice!

Marmeren cupidootjes met amfora’s als bloempotten in hun engelachtige handjes, grote stenen leeuwenkoppen waaruit dunne straaltjes water het plaveisel met de vele kleurrijke patronen koel en vochtig houden, versieren de balustraden aan de zuidelijke zuilengang van Herodes’paleis in Caesarea aan Zee. Kijk, daar komt Herodes Agrippa!

 Langzaam en statig schrijdt hij met Bernice aan zijn arm voort over de marmeren plavuizen van de zuilengang.

Koel en trots kijkt Bernice over de balustraden naar de in terrassen aflopende tuinen waar zilveren stralen uit drie  grote fonteinen de kleuren van de regenboog toveren op de witte muren van het paleis, waar nog niet zo lang geleden haar zuster Drusilla vereerd werd als meesteres.

 Onder het klinken van de trompetten en begeleid door tal van militairen komen de hoogwaardigheidsbekleders door het voorportaal in de grote gehoorzaal.

Festus de procurator

Festus is  gekleed in een scharlaken rode toga.

Hij wordt vergezeld door zijn lictoren en de aanvoerders van de vijf cohorten in hun paradepantser.

Ook vele andere officiële gasten zijn naar Caesarea gekomen om de ontmoeting tussen de koning en de nieuwe procurator bij te wonen.(Hand. 25 : 23).

Hand in hand

 De weeïge geur van wierook en mirre is op sommige plaatsen bijna bedwelmend, maar niemand bemerkt het omdat de ogen van ieder gericht zijn op Agrippa en  zijn zuster Bernice die hand in hand de zaal binnentreden.

De charme en de opvallende schoonheid van de 31 jarige vrouw blijken een grote aantrekkingskracht te hebben op de aanwezige mannen.

Hoewel de zomer al voorbij is, is het beklemmend warm. Twee dienaren bewegen de waaiers van struisvogelveren zachtjes heen en weer  boven de hoofden van Agrippa en Bernice.

Je voelt duidelijk de grote spanning in de zaal. Het zachte geschuivel  van sandalen over de marmeren vloer, die versierd is met taferelen van Romeinse veldslagen, in veelkleurig mozaïek, is nauwelijks te horen. '

Paulus vertelt

Als eindelijk iedereen heeft plaats genomen, wordt Paulus binnengeleid.

Zijn ogen kijken vrijmoedig de zaal in waar de piramidevormige kapsels van de dames hoog uittorenen boven de  breed gerande toga’s en de donkere  tunica’s van de aanwezige mannen.

 Paulus’ ogen schitteren als twee kleine lichtjes.

Het verhoor

 Festus opent de zitting (Hand.25:24). Hij geeft  onmiddellijk aan Agrippa de gelegenheid om Paulus te ondervragen.(Hand. 26:1).

Dan steekt Paulus zijn hand op zoals hij gewoon is bij het begin van een toespraak (Hand. 13: 16) en begint hij te spreken.

Hij ziet niet hoe het haar van Bernice is opgemaakt volgens de nieuwste mode, gemodelleerd naar de standbeelden van de godinnen, laag op het hoofd en met bloemen versierd.

 Hij ziet alleen het gezicht van Agrippa. Hij ziet alleen deze mens, die zo goed op de hoogte is van het joodse leven en de joodse gebruiken (Hand.26:3).

Een diep gevoel van dankbaarheid doorstroomt hem (Hand. 26 :2) Mocht hij hem tot Christus brengen! Levendig vertelt Paulus Agrippa zijn levensgeschiedenis

.Hij vertelt hoe de Heer hem verschenen was toen hij als vervolger van de gemeente op weg was naar Damascus.(Hand. 26 : 12) en hoe hij in Israël, Klein Azië en Griekenland de mensen heeft opgeroepen tot bekering in  Jezus Christus, de   gekruisigde en opgestane.Heer.

Eerst luistert Festus nog wel met ingehouden ergernis, maar als Paulus gaat spreken over de opstanding van Jezus, kan hij zich niet meer beheersen.

 U spreekt wartaal, Paulus!

Hij springt overeind van zijn met ivoor ingelegde zetel en schreeuwt Paulus toe: U bent krankzinnig Paulus! U praat wartaal!

Ik spreek geen wartaal, hoogedele Festus.Ik ben goed bij mijn verstand. De koning weet waar het over gaat en tot hem spreek  ik vrijmoedig want ik kan niet geloven dat een van deze dingen hem is ontgaan.

 Alles wat ik verteld heb heeft zich immers niet in een uithoek van het Romeinse rijk afgespeeld.

Dan strekt de apostel, beheerst -  maar toch uiterst gespannen-  zijn lichaam in de richting van de koning, kijkt vervolgens Agrippa strak aan en zegt:

 “Koning Agrippa, gelooft u de woorden van de profeten? (Hand. 26: 27) Ik ben ervan overtuigd dat u dit doet.

 Even schijnt Agrippa door deze rechtstreekse vraag uit het veld geslagen te zijn.

 Hij ziet hoe de ogen van alle aanwezigen in de zaal op hem gevestigd zijn. Hij aarzelt, maar al gauw herstelt hij zich en antwoordt hij met een ironische glimlach om de mond U wilt mij blijkbaar één, twee, drie de christen doen uithangen.

 Straks krijgt u me nog zover dat ik me voor christen uitgeef.

‘ Inderdaad, ik zou God wel willen bidden, dat èn spoedig èn voorgoed  niet alleen u, maar ook alle mensen, die mij nu horen werden als ik …….’

Daarna zakt zijn stem en terwijl hij naar de handboeien kijkt waarmee zijn polsen aan elkaar zijn gebonden, voegt hij er aan toe ‘afgezien dan van deze boeien’.

De koning staat op, geeft een wenk aan Bernice en zegt dan tot Festus: Hij had vrij  kunnen zijn, als hij zich niet op de keizer had beroepen (Hand. 26:32).