A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Emmaus


Emmaüs De vreemdeling niet herkend

Diezelfde dag gingen twee van die leerlingen op weg naar een dorp dat Emmaüs  heet en zestig stadiën van Jeruzalem verwijderd ligt. (Luc 24:13)

Diezelfde dag is de dag van Jezus' verrijzenis. Twee volgelingen van Jezus gaan terug naar huis.

Ze hebben een vreselijke dag achter de rug in Jeruzalem vol emoties. Eén van die twee mensen heet Kleopas.

 Reken maar dat de historicus Lucas die man zelf een interview heeft afgenomen en dat hij uiterst nauwkeurig – zoals hij gewoon was – alle informatie heeft opgetekend.

 Het is zo goed als zeker dat deze Kleopas dezelfde is als  Klopas die in Joh.  19:25 wordt genoemd. Zijn vrouw Maria was op de vroege Paasmorgen ook naar het graf gegaan.

Vermoedelijk waren de twee Emmaüsgangers Kleopas en Maria, dus  een oom en een tante van Jezus, want deze Maria was een zuster van Jezus' moeder (Joh. 19:25)

Dat is dus weer een andere Maria dan die uit Magdala kwam ( aan de westoever van het meer van Gelilea)De afstand tussen Jeruzalem en Emmaüs bedroeg elf km. Halverwege Jeruzalem en Tel Aviv ligt nu Latrun en de overblijfselen van de Emmaüskerk gebouwd in de 5e eeuw. Daar bevinden zich in een schitterende omgeving  van amandelboomgaarden,oude vijgenbomen en wijngaarden de ruïnes van Emmaüs.

Daar zou de plek zijn waar Jezus het  gesprek begon met die twee mensen die op weg waren naar Emmaüs.

De Romeinen hebben de naam van de plaats veranderd in Nicopolis.

De bijbelgeleerde Jerome schreef in 386  dat "de plaats van Emmaüs daar was  waar de Heer zichzelf bekendmaakte aan Kleopas in het breken van het brood en op die manier het huis waar het brood brak, als kerk heeft gewijd.

Op de foto zie je het doopvont van deze kerk uit de vijfde eeuw. Het bad is niet groot.

De doop werd dan ook niet bediend door onderdompeling maar door begieting.

Bij ons vindt de doop doorgaans plaats door besprenkeling.

De hoeveelheid water  telt niet. Het gaat om het teken..

Ook is bij opgravingen in Latrun een mozaïekvloer blootgelegd waar is afgebeeld dat Jezus het brood breekt zoals Hij deed als gastheer voor de twee reizigers van Lucas 24.

 Bovendien tref je op de vloer een schitterend mozaïek aan met afbeeldingen van een moeder- pelikaan, die haar  jongen voedt met haar eigen bloed als beeld van het Avondmaal. In de 12e eeuw hebben de kruisvaarders op die plek weer een kerk gebouwd.

 

Lucas wil ons duidelijk maken dat Jezus een Vreemdeling voor ons blijft totdat onze ogen geopend worden en wij Hem herkennen uit de Schriften.

Wat mij opvalt in deze geschiedenis is, dat Jezus twee keer doet "alsof". Hij doet alsof Hij niet weet wat er in Jeruzalem allemaal is gebeurd.  Hij doet alsof hij verder wil gaan. Hij wil niemand iets opdringen.

Jezus loopt met ons op en we hebben het niet in de gaten. Hij dringt zich niet op.  Zijn omgang met ons draagt een geestelijk karakter.  Door de sprekende symboliek van die onbekende Vreemdeling zijn er veel organisaties  die de naam Emmaüs dragen!