A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Abraham / Ur


 

 

 

Abraham uit Oer 

 De HEER zei tegen Abram:Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je verwanten, en ga naar het land dat ik je wijzen zal (Gen. 12:1) 

Afkomtig uit Ur. geroepen vanuit Haran

Zie ook Hebreeen! was een Hebreeer. 

 Onder Iraaks bestuur

 Op 13 mei 2009 is de Iraakse stad Ur, waar aartsvader Abraham werd geboren,teruggekeerd naar Iraaks bestuur. De laatste jaren werd de plaats door Amerikaanse soldaten bezet. De ruïnes van het 8000 jaar oude Ur vormen een van de oudste monumenten van de moderne staat Irak. Zo bestaat er een enorm verhoogd podium, een indrukwekkende ruïne van een tempeltoren een zogenoemde ziggurat. De archeoloog Wooley vond in Tell el Mukkajer (= Ur) de resten van een opeenvolging van steden die als boomringen rondom een omheinde heilige plaats waren gebouwd. Ze dateren uit dezelfde tijd als de piramiden van Eghypte. Wooley legde ook de plattegrond van een stad bloot vol tempels en huizen.

 

Nomaden zoals Abraham 

 Hoe kunnen we ons Abram voorstellen toen hij Ur verliet? Dat weten we uit het beroemde schilderij in de graftombe van een Egyptisch edelman te BeniHasan dat een nomadenhoofdman met zijn stam afbeeldt. Ze komen uit Mesopotamië en het schilderij is uit dezelfde eeuw van Abraham.

Laten we links beginnen. De boogschutter heeft een pijlkoker op zijn rug en een boog in zijn hand. Hij draagt sandalen, maar de vrouwen dragen een soort laarzen. Hij houdt ook een zware stok vast die men de vijand als een boemerang naar het hoofd lingerde.De  tweede figuur is een lierspeler die een leren waterzak aan de riem over zijn schouders draagt.Bij het zien van de lier denken we natuurlijk aan psalm 137 “In de wilgen van de oever (van de Eufraat) hingen wij onze lieren”.) De tweede ezel draagt twee geitenleren  blaasbalgen. De vrouwen dragen een tuniek die boven de schouder is vastgemaakt. Het jongetje heeft een rood broekje aan en ook laarsjes. Dat alles laat een hoge beschaving zien van de regio waar Abram vandaan kwam.(Zie ook bij Ur, Chaldeeën en Sumerië) 

Ur der Chaldeeën 

Het eerste gedeelte van de ziggurat in Ur.

De ziggurat van Ur en van Babel was een terras vormige piramide met zeven terrassen en elk terras had een s.peciale kleuer

Waar kwam Abraham vandaan? Natuurlijk weet u dat: uit Ur der Chaldeeën.(De - u- moet uitgesproken worden als - oe-). Ur lag vroeger op de plek waar de Eufraat en de Tigris uitmonden in de Perzische Golf. Ur had in de tijd van Abraham dezelfde functie als in onze tijd de havenstad Rotterdam. Toch zal Abram geen echte stadsbewoner geweest zijn vermoed ik. Uit de Bijbel kunnen we opmaken dat hij een ‘half-nomadisch’ bestaan leidde. Dat is een levensvorm tussen een woestijnnomade en een gevestigde landbouwer. Hij was geen kameelnomade. Abraham kende alleen maar ezels(Gen,. 22 : 3).Men heeft berekend dat een nomade die alleen maar ezels heeft, dertig km per dag kan afleggen. Als Abraham op weg gaat naar Kanaän, is hij veel langzamer dan de echte woestijnnomade. 

Dit is de basis van Ur

 

Luchtfoto van Ur

Welvarende stad 

Ur was de hoofdstad van het oude Sumer. Zoals alle steden in de tijd van Abram was het ook een smerige stad. Ik vond het erg boeiend te lezen dat er een kleitablet van een bewoner uit Ur gevonden is, waarin hij tot zijn ontsteltenis ontdekt, dat als hij na jaren terugkeert naar zijn stad, de etage van zijn ouderlijk huis een sousterrain is geworden. Ook in Ur was men namelijk gewoon het straatvuil, mest van dieren en alle afval op straat te werpen. Regelmatig werd dit alles aangeplempt tot een dikke laag die al dikker en dikker werd. De oud-bewoner van Ur kon na zijn terugkeer in Ur zo maar van de eerste etage op straat stappen. Een hele beschavingslaag met potscherven enz. was daardoor verloren gegaan. Toch was het een rijke stad. Ur lag  aan de Westoever van de Eufraat en nam een gunstige positie in  halverwege de Perzische Golf en stedelijke centra zoals Babel. Het lag ook erg strategisch aan de grote handelsroute, en open voor zeevaarders uit Egypte, Ethiopië en India. De situatie is nu heel anders. Door aanslibbing ligt het nu veel meer landinwaarts. Aan deze handelspositie dankte het zijn grote welvaart die bijdroeg aan een hoge culturele ontwikkeling op het terrein van ambachten en wetgeving. Schepen uit China en India losten hun kostbare ladingen in Ur en vandaar werd die lading naar het Middellandse Zeegebied vervoerd.

 Handelswegen

De grote handelsweg van Ur liep in de tijd van Abraham langs de rand van de woestijn langs de vruchtbare halve maan via Haran. De afstand tussen Sumerië en Haran bedroeg ruim 8oo km. Abraham was een half nomade en hij bezat veel schapen en geiten. Met die beesten kon hij beslist niet de grote Arabische woestijn oversteken. Dat kon pas veel later toen de kameel als lastdier gedomesticeerd was. Pas na de invoering van de kameel als lastdier raakten de oude handelswegen langs de rand van de woestijn in onbruik. Er was een kortere weg naar het westen via de woestijn. Zo ontstonden steden als Mari en Palmyra. Maar in de tijd van Abraham was de route naar Kanaän via Haran de enige route. De roeping van Abraham vond niet plaats vanuit Ur, maar vanuit Haran (Gen 11:31).Nu ligt de ruïne Ur veel dieper landinwaarts, in Zuid-Irak. Vanuit Kanaän bekeken waren alle bewoners van Mesopotamië  ‘Hebreeën’. 

Hebreeën 

De naam Hebreeën is afgeleid van een werkwoord dat ‘overtrekken’ betekent en daarom noemden deze “overkanters” zich naar het gebied van de overkant van de Eufraat. Daar lagen hun wortels. Alle aartsvaders waren ‘overkanters’. Uit Haran haalde immers de knecht van Abraham een vrouw voor Isaak en Jakob vroeg later asiel aan in het vaderland van zijn moeder Rebekka. Met zijn broers Nahor en Haran was Abraham afkomstig uit de hoofdstad van het oude Sumer.

 Ur

Ur was een grote welvarende stad. Ur was bovendien een belangrijk godsdienstig centrum. De ‘ziggurat’ was gewijd aan de cultus van de maangod Nanna, die ook werd aanbeden in Haran. Die stad wordt in de Bijbel Ur der Chaldeeën genoemd.

 

 Niet de enige “overkanter” 

Abram trok weg uit zijn land en verliet zijn familie. We krijgen de indruk dat dit  iets heel bijzonders was. Dat was het zeker niet. Abram was een half nomade en de nomaden waren gewoon zich niet ergens vast te vestigen, zoals de stedelingen. Zij zwierven rusteloos rond op zoek naar weidegrond voor hun kudden. Abram was heus de enige niet die zijn land verliet en afscheid van zijn familie nam. Er waren vele nomaden die dit ook deden in de tijd van Abram (1900-1750 v.Chr).

Fresco van Mari

Opgravingen van paleis te Mari waar zoveel kleitabletten gevonden zijn uit de tijd van Abraham

 Mari

Nu zijn we over hen veel te weten gekomen door de opgravingen te Mari. Mari was de hoofdstad van een belangrijke staat aan de Eufraat. Daar heeft men het koninklijk paleis uit de tijd van Abram opgegraven. Men vond niet alleen een luxueuze badkamer maar ook een bijzonder interessante verzameling van 20.000 kleitabletten in de Koninklijke archieven. Deze documenten tonen aan dat in  de achtttiende eeuw v. Chr. zich in deze streek Amoritische  stammen(verwant aan Abram) hadden gevestigd. Deze kleitafels van Mari maken het ook duidelijk dat van een werkelijke definitieve vestiging van alle nomadenstammen nog geen sprake was. Het blijkt dat in de tijd van de aartsvaders de stedelingen voortdurend bedreigd werden door nomadengroepen. 

 

 Chabiru

Uitvoerige inlichtingen over de aanwezigheid van deze rovende en stelende rondtrekkende stammen in West Azië en Palestina tussen 2000 en 1200 v. Chr. kan worden afgeleid van kleitafels uit deze periode.  Die maken namelijk melding maken van een volk genaamd Habiru (of Chabiru)l Vermoedelijk is de term oorspronkelijk een scheldnaam geweest, die door de stedelingen van deze periode werd gebruikt om de stelende bandieten aan te duiden die hen telkens lastig vielen. Voor het merendeel gaven de Habiru er de voorkeur aan om in roofbenden door de woestijn te zwerven aan de grenzen van de beschaving. Ze kwamen ook in Kanaän. We weten dit ook uit de zogeheten El Amarnabrieven uit Egypte waarin vazalvorsten van Palestina zeer dringend hulp vragen van farao Echnaton:”Help ons, farao de Chabiru zijn onze landen binnengevallen”  Sommige archeologen identificeren deze Chabiru met de intocht van de Hebreeën in Kanaän. Het is mogelijk dat onder deze Chabiru de stammen van Israël aangeduid worden. Maar het is niet uitgesloten dat het ging om plunderende nomadenstammen.

Roeping van Abraham 

Een moderne seculiere geschiedschrijving, die uitgaat van een gesloten wereld beeld, is van mening dat Abraham nooit heeft bestaan, en zeker niet door God geroepen is. In buitenbijbelse documenten komt Abraham niet voor en dus heeft Abraham ook nooit bestaan. Zo redeneert men. In een ‘moderne’ theologie is er geen plaats voor een openbaring van God van buitenaf. Voor haar is de menselijke ervaring normatief.

 Heilsgeschiedenis begint in Genesis 12

 Wij geloven daarentegen dat de heilsgeschiedenis in Genesis 12 is begonnen met de roeping van Abraham. Hij heeft de Stem gehoord en hij is op pad gegaan terwijl hij niet wist waar hij komen zou. Met de roeping van Abraham heeft God een nieuw begin gemaakt met de mensheid. God heeft Abraham niet alleen ergens heen geroepen, maar ergens vandaan Weg van Sin In de stad zijn de fundamenten gevonden van de maangod Sin, die in deze streek vereerd werd. En ook de sterren werden vereerd. De nachtelijke hemel was zelden bewolkt en tegen het blauwzwarte gewelf stralen de sterren met een helderheid die wij ons niet kunnen voorstellen. De puinheuvel van Ur heb ik niet gezien, maar wel ben ik in het noorden van Mesopotamië onder de indruk gekomen van de helderheid van maan en sterren in een gebied waar nergens enige verlichting is te bespeuren.In Genesis 15 :5 lezen we dat God de HEER Abram naar buiten roept en tot hem zegt “ Kijk eens naar de hemel en tel de sterren als je dat kunt. Zo zal het ook zijn met je nakomelingen”. De karavanen reisden in de nacht. Overdag was het te warm. Het was de maan die hen de weg wees. Maar dan moest de maangod je wel gunstig gezind zijn en zijn zacht, vriendelijk licht over de wijde steppe zenden. Ondanks de hoge beschaving in deze Sumerische stad, werden er ook mensenoffers gebracht. In de opgegraven  grafgewelven van de koningsgraven  zijn de resten  gevonden van deze offers. Soms van 6- 80 personen in één graf. Soldaten, muzikanten, slaven en slavinnen werden de koning in zijn dood meegegeven.  

Waarde van de enkeling 

 Wat de verhalen in de Tora over Abraham zo uniek maakt is dat daarin voor het eerst de enkeling in zijn waarde en betekenis tot zijn recht komt. Iets wat in de omringende cultuurwereld als onmogelijk moet worden beschouwd. Abraham zal de geschiedenis ingaan niet alleen als die enkeling die God riep, maar ook als de vertegenwoordiger van allen die geloven. Hij zal de “vader van alle gelovigen” genoemd worden. Joden, christenen en moslims vereren hem als ‘aartsvader’ . Met Abraham is iets begonnen wat ons allemaal aangaat. Abraham was een nomade, een zwerver. Hij heeft in Haran die stem gehoord: Abram, trek weg uit je land. En ga naar het land dat ik je wijzen zal” (Gen. 12) . Toen is hij gehoorzaam geweest aan die stem. Toen is hij op weg gegaan, niet wetende waar hij komen zou. Zo kwam hij in Sichem in het “heilige woud” der Kanaänieten, bij More.

 Weg van Sin, de maangod

 Als God roept, roept Hij de mensen niet alleen ergens heen, maar ook ergens vandaan. Abraham moest breken met de verering van Sin, de maangod. Hij mocht niet langer offers brengen voor Sin, de god van de maan, die in donkere nachten de nomaden de weg wees. Hij vereerde nu die éne God, de Almachtige, die niet gebonden is aan een bepaalde plaats. Hij is een God die met de mensen mee op weg gaat. Een menslievend God, die als een nomade met de mensen mee optrekt. Hij zal zich bekend maken als de God van Abraham, Isaak en Jakob. Niet een natuurgod, maar een God die als de Schepper ook de zon, maan en sterren tot aanzien riep. Abraham heeft op een beslissend ogenblik in zijn leven geweten, gevoeld en ervaren dat hij aangesproken werd. Dat kun je niet begrijpen en verklaren met je menselijk verstand. We kunnen met ons beperkte menselijke verstand niet uitleggen hoe die huiveringwekkende, overweldigende ervaring geweest is voor de aartsvaders die de levende God hebben ontmoet. In Genesis 12 begint met de roeping van Abram de geschiedenis van het volk Israël. In Abraham zullen alle volken der aarde gezegend worden, want in de grote Zoon van Abraham, Jezus de Heer, zal God zelf onder ons mensen verschijnen.

Sumeriërs 

Abraham leefde in de tijd van de Sumeriërs. We mogen hen wel dankbaar zijn als uitvinders van een schrift. Daarom zijn hun literaire voortbrengselen bewaard gebleven.

Ze gebruikten kleitabletten. Als zij perkament of papyrus gebruikt hadden voor het optekenen van hun gedachten, waren hun schrijfsels door het klimaat van Mesopotamië  al lang verloren gegaan. Ze gebruikten echter klei. Het lag daar overal voor het oprapen.

De klei werd gekneed tot een tablet, meestal tot de afmeting van een klein stuk toiletzeep. Dit schrift werd overgenomen door de Semitische volken, de  Babyloniërs en de Assyriërs die ook wel worden samengevat met de naam Akkadiërs.

Zij gingen echter over de Sumeriërs  heersen en lieten hen tenslotte ook verdwijnen. Nu vind ik het verrassend dat langzamerhand het Sumerisch en het Akkadisch vervangen zijn door het West Semitische Aramees, omdat dit schrift toch veel gemakkelijker was. Joden spraken ook Aramees. Zij konden daardoor de bewoners van hun gedwongen gastland goed verstaan.