A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Meer Galilea / Mensenvisser


Meer Galilea / Mensenvisser 

Meer van Galilea in het jaar 1908!

In het jaar 2010 is tot  verbijstering van vissers en toeristen elke visvangst in het meer verboden.De vissen sterven uit.

 

 

 

Ik denk wel eens dat Jezus daarom zich aan het meer van Galilea heeft gevestigd omdat Hij daar zijn leerlingen zo goed kon laten zien wat hun taak zou zijn: mensen te vangen zoals de vissers op dat meer de vissen vingen.

Ik denk bijvoorbeeld aan de wonderbare visvangst waarover we lezen in Lucas 5. Met die wonderbare visvangst heeft Jezus heel concreet niet alleen willen laten zien wat de grote opdracht is voor zijn discipelen, maar ook hoe hun taak blijkbaar tegen alle menselijke logica indruist. Eerst scheept Hij zich in in het scheepje van Simon Petrus en vraagt Hij Petrus de zee in te gaan niet ver van de oever. Vanaf het schip verkondigt Jezus het Woord van God.

 Vreemde opdracht 

 Maar dan gebeurt er iets vreemds. Hoewel het klaarlichte dag is, zegt Jezus tot Petrus: “Ga naar diep water en zet de netten uit”. Dat is tegen alle wetten van de menselijke logica in. Vissen doe je als het donker is, in de nacht. En je netten uitzetten in diep water is helemaal zinloos. Diep zwemmende vissen kun je toch niet bereiken met je netten? Dat weet toch elke visser?  Je kunt wel zien dat de Meester timmerman is geweest en geen visser.”Meester, de gehele nacht door hebben we hard gewerkt en niets gevangen, maar op uw woord zal ik de netten uitzetten’ zegt Petrus.

Dat is het nu precies wat de leerlingen moeten doen als Jezus hen straks als zijn apostelen zal uitzenden; op zijn woord de netten van de evangelieverkondiging uitzetten.

 

Visvangst als beeld

 

Die wonderlijke visvangst moet hun wereldwijde taak

illustreren. “Ik zal jullie vissers van mensen maken”! Dat zal hun missie zijn. Daarom zullen zij door Jezus worden uitgezonden. Daarom worden leerlingen apostelen  en dat woord betekent ‘uitgezondenen’.

Ze moeten net als bij die wonderbare visvangst dit doen omdat Jezus hen die opdracht geeft en niet omdat dit voor de hand ligt. Het gaat immers tegen alle menselijk logicawetten in.

 Drie voorbeelden 

Jezus geeft in ditzelfde hoofdstuk, Lucas 5, een drievoudig voorbeeld. Kijkt u zelf maar even mee in Lucas 5. En wat Hij in deze drie voorbeelden doet is een telkens overtreffende trap van  goddelijke genade. Hij geneest  allereerst een melaatse,Hij geneest vervolgens een verlamde en tenslotte roept Hij tollenaar Levi Hem te volgen. Dat is toch wel het toppunt. Die man roept Jezus niet te hulp zoals de melaatse, hij heeft ook geen vrienden die dit voor hem doen zoals in het tweede voorbeeld van Lucas. Levi is wel een heel grote vis, maar die moet je toch wel heel diep ophalen. Jezus vist hem op. Volg Mij. Hij krijgt van Jezus ook een nieuwe naam: Matteüs.

 Hij geneest een melaatse.  

Melaatsen waren in de toenmalige samenleving onrein, dat wil zeggen uitgestoten uit de samenleving en uitgesloten van de eredienst in de tempel. Als een melaatse zijn medemensen ergens tegenkwam, moest hij luidkeels roepen “Onrein, onrein”. Als een volksgenoot hem toevallig aanraakte, deelde hij hetzelfde lot met hem. Een melaatse mocht niet aangeraakt worden. Deed je dit toch dan werd je zelf melaats en dus onrein. Hij roept Heer, als u wilt U kunt mij reinigen. Jezus zegt: Ik wil het en op hetzelfde ogenblijk strekt Jezus zijn hand uit en raakt hem aan. Maar dat is toch verschrikkelijk! Nu wordt  Hij dus zelf onrein, uitgestoten en uitgesloten uit de gemeenschap met God en mensen. Jezus neemt deze onreinheid mee naar Golgota. Dat is genade, want Hij laat zich besmetten met onze onreinheid om ons rein te maken. Hij wordt uitgestoten door God en wij door Hem aangenomen.

 Hij geneest een verlamde  

Van die man lezen we niets. Hij roept niet ‘Heer, als u wilt kunt u mij laten lopen’ Hij toont geen spatje geloof. Het zijn zijn vrienden die hem op een draagbaar tot vlak voor de voeten van Jezus vanuit het geopende dak laten neerzakken. Uit niets blijkt zijn vertrouwen op Jezus. Misschien  had hij zich er al lang bij neergelegd dat hij niet kon lopen. En wat zegt Jezus:En Jezus hun geloof ziende, zei Mens, uw zonden zijn u vergeven. Jezus geeft hem het hoogste dat Hij kan geven op grond van het geloof van zijn vrienden. Dat is een vergrotende trap van genade. Hij krijgt ongevraagd vergeving van zonden

 

Jezus roept een tollenaar

Tenslotte roept Jezus Levi de tollenaar. Die heeft geen enkel belang bij Jezus zoals de melaatse. Hij is immers niet ziek. Levi heeft alles wat zijn hart maar kan wensen. Hij leeft als een grote egoist.  Hij heeft ook geen vrienden die hem voor de voeten van Jezus willen brengen. Hij heeft alleen maar zijn geld en zijn riante inkomen. ‘Die man is toch onbereikbaar voor het evangelie’. Denken we. Dat is toch wel een erg grote vis, die je heel moeilijk kunt vangen. Die zwemt  in het diepe, waar niemand meer bij kan komen. Toch wel erg onlogisch om zo iemand te willen lokken met het evangelie. Jezus doet het. Dat is onmogelijk zou je zeggen.

Maar op het woord van zijn hemelse Vader werpt Jezus ook hier zijn netten uit. Hij zegt: Levi, volg mij. En wat is de reactie van Levi? Levi sluit zijn tolhuis, laat zijn rijkdom achter en volgt Jezus. Dat is toch wel de alles overtreffende trap van genade.

Dat past nu precies in het straatje van Jezus. Hij is niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars. Jezus is de grote mensenvisser.