A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Qoemran / Pottenbakkerij


Qoemram /Pottenbakkerij 

 De Israëlische toparcheoloog Yitzhak Magen schreef in  Aug. 2006 dat er in Qoemran helemaal geen Esseense sekte is geweest.

 Dat is dus een heel ander geluid dan dat we steeds gehoord hebben.

Volgens hem werden de Dode Zeerollen van Qoemran niet verstopt door de Essenen, maar door leden van verschillende Joodse groepen binnen en buiten Jeruzalem die op de vlucht waren tijdens de opstand  tegen de Romeinen. Volgens hem was Qoemran geen nederzetting van de Essenen, maar een doodgewone pottenbakkerij. Het zouden juist genoemde Joodse groepen geweest zijn die in Qoemran kruiken gekocht hebben waarin zij hun kostbare documenten  hebben verborgen.

Sadduceeën  

Ik kan dit als niet-archeoloog niet beoordelen. Wel vind ik het heel interessant dat uit de grotten van Qoemran enkele geschriften tevoorschijn kwamen waarin gesproken wordt van de zonen van Zadok.

Zij werden genoemd de “priesters die het verbond bewaren’.Zij waren heftig boos over de ontwikkelingen in Jeruzalem waar andere ‘zonen van Zadok’ gemene zaak met de vijand gemaakt hadden. Ze hadden zelfs een unie gesloten met de koning. Hij behoorde tot de dynastie van de Hasmoneeën. Deze dynastie van de Hasmoneeën had echter het hogepriesterschap geclaimd. Dat was natuurlijk helemaal niet legitiem. Deze priesters bleven  die dynastie echter door dik en door dun steunen om zelf politieke invloed te krijgen. Vele andere Zadokieten verlieten de goddeloze omgeving van Jeruzalem en gingen wonen in  Qoemran. De Farizeeën gingen de Zadokieten die toegestaan hadden dat de koning zich het hogepriesterlijke ambt aanmatigde, Sadduzeeën noemen (zie Qoemran/Sadduceeën). 

Vroeger een fort 

In de periode van de achtste tot de zesde eeuw v. Chr. bestond er een nederzetting in Qoemran.

Met de  Babylonische verwoesting van Jeruzalem door Nebukadnezar in 586 voor Chr. hield ook de nederzetting van Qoemran op te bestaan. Gedurende 400 jaar bleef de plek verlaten. In de periode van de Hasmoneeën werd er een fort gebouwd om de Joodse staat te beschermen tegen aanvallen van de Nabateeërs in het oosten. In die periode (in het midden van de tweede eeuw vóór Chr.dus) zijn tal van Zadokieten neergestreken in Qoemran. Zie Qoemran/Sadduceeën.

Het fort diende als buitenpost voor een groter militair bolwerk. Toen de Romeinen in 63 v. Chr. de Joodse staat binnentrokken, was het bolwerk niet langer nodig. In dit fort zijn 3500 graven van mannen gevonden. Vrouwen hadden in dit fort niets te zoeken. 

Pottenbakkerij

 In de Romeinse tijd werd het fort van Qoemran volgens genoemde Joodse archeoloog veranderd in een pottenbakkerij, want het fort was  toen natuurlijk niet meer nodig.

Hoe  kun je nu weten dat er een pottenbakkerij is geweest? Dan kun je vermoeden op grond van de vele ovens die hier zijn gevonden.

Ook de vondst van veel aardewerk en munten bevestigen deze gedachte. Maar er was toch nergens klei te vinden in de woestijn dat nodig was voor het   bakken van de potten en kruiken? Jazeker  dat was er wel.

Via de nauwe passen in de bergen vloeide veel water  naar Qoemran. Dat water bevatte veel klei. Die klei zakte naar de bodem in speciale opvangbakken.

 De waterbekkens die in Qoemran gevonden zijn, zouden moeten dienen om  de klei te laten bezinken. Het zou op deze plek zijn dat vele Joden die tijdens de Joodse opstand tegen de Romeinen gevlucht waren, hier kruiken kochten.

Daarin  sloegen zij de manuscripten op die zij uit Jeruzalem en omstreken hadden meegenomen. Vervolgens verborgen zij die in de omgeving van Qoemran. De Dodezee-rollen zouden dus niet afkomstig zijn van de Essenen.

Deze manuscripten zouden afkomstig zijn uit verschillende bibliotheken in Jeruzalem en omgeving.