A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Klein-Azie


Klein-Azie (Anatolie)

 

Dit is een mooie kaart van de verschillende bijbelse regio's in Turkije, Klein Azie genoemd. De Romeinse provincie Asia bevinddt zich ten westen vande stippellijn Helemaal in het oosten begint Mesopotamie

Het gebied ten oosten van de Bosporus  wordt  Anatolië (Klein-Azië) genoemd. Je hebt hier een duidelijk overzicht van de verschillende regio's in Klein Azië.

 

Plateau in Centraal Anatolie

Deze stenen leeuw kom je tegen in Amfipolis. Paulus heeft dit beeld ook gezien toen hij op weg was naar Tessalonica

Er wonen veel herders op het platteland

Trots laat een Turkse vrouw   het kleed zien dat zij heeft gemaakt.

De zeven gemeenten die in Openbaring   2 en 3 genoemd worden, zijn  Klein-Aziatische gemeenten. De ruïnes van de plaatsen waar die gemeenten zich bevonden liggen ten oosten van de Bosporus in het tegenwoordige Turkije.

Dit gebied wordt ook wel Anatolië genoemd.

 De apostel Paulus heeft zeer veel gereisd in Anatolië. Nu moeten we   niet vergeten dat de samenleving die Paulus op zijn zendingsreizen in dit gebied aantrof, meestal het stempel droeg van de Grieks-Romeinse beschaving.

In sommige streken  die dieper het binnenland in lagen dan de plaatsen  aan de kust, was dit niet het geval. Het is niet zo gemakkelijk  ons een beeld te vormen van de godsdienstige belevingswereld van de bewoners van Klein-Azië vóór de komst van de Grieks-Romeinse cultuur. 

Dat komt omdat allerlei plaatselijke  goden vergriekst werden in de tijd van het Hellenisme, waarin de toenmalige Westerse cultuur zo sterk beïnvloed werd door die van het Oosten. 

Allerlei oosterse elementen werden in de smeltkroes van het Hellenisme opgenomen in nieuwe voorstellingsvormen van de goden.

Het bekendste voorbeeld daarvan vind ik nog steeds  Artemis de stadsgodin van Efeze.

Ze droeg wel een Griekse naam, maar de gehele cultus rond deze godin herinnerde toch wel sterk aan de oude Frygische moedergodin Cybele. [1]

 De zuiver Griekse godin Artemis was een lieflijke, gracieuze godin van de jacht.

De Frygische Cybele daarentegen leek helemaal niet op de Griekse Artemis, maar had veel meer weg van de Efezische Artemis.

De Romeinen moesten trouwens ook niets hebben van  de orgiastische cultus van de Frygische godin. Ze waren daar veel te nuchter voor.

Bijgeloof

Behalve het geloof in de Klein-Aziatische moedergodin, was in Klein-Azië het bijgeloof zeer sterk verbreid.

De oorspronkelijke bevolking geloofde in het bestaan van allerlei   geesten en demonen die het leven op aarde zouden beïnvloeden.

Demonen

 

De bewoners waren in de ban van de angst voor de daimonia, de geestelijke krachten die hun leven zouden beheersen. Vooral in Frygië was dit bijgeloof zeer sterk en in  de brieven  van Paulus  aan de gemeenten te Efeze en Colosse worden we daaraan wellicht nog herinnerd. [2]

Paulus schrijft: mensen, welke machten, krachten overheden heerschappijen er ook mogen zijn, Christus staat erboven.

 Hij doet geen uitspraak over de vraag of die machten ook werkelijk bestaan.

Het bijgeloof  werd nog gevoed doordat uit allerlei onderaardse spleten en kloven in Anatolië zwaveldampen omhoog stegen. In die spleten  zouden de daimonia wonen. 

Magie en toverij

In die wereld waarin de angst voor geesten en demonen zo'n grote rol speelde, was er natuurlijk ook sprake van magie.

Er was in het oude Oosten geen land waar de magie zo'n dominante rol speelde als Egypte.  Heel de religie werd magisch geduid en gevuld. 

Maar ook  in Klein-Azië was de invloed van magische praktijken groot.

 

Farmacon

 

Men heeft in Klein-Azië veel toverpapyri gevonden, die ons laten zien, dat bijvoorbeeld in urine en speeksel volgens velen toverkracht aanwezig was. Toverij kwam heel vaak  voor. Magie werd dikwijls gebruikt om ziekten te weren.

Het Griekse woord farmakon komt ook in het Nieuwe Testament voor en betekent daar doorgaans tovermiddel. Het werken met farmaka (tovermiddelen) noemt de apostel    werken  van  het vlees. [3] Maar omdat men die tovermiddelen gebruikte om mensen te genezen, kreeg het woord farmakon ook de betekenis  van geneesmiddel. 

 We kunnen daarbij denken aan ons woord  farmacie

Paulus is op zijn reizen telkens in aanraking gekomen met de praktijken van geestenbezweerders en exorcisten.  Heel bekend is het optreden van de zeven zonen van Scaeva.  Zij maakten een magisch gebruik van Jezus' naam. Ik bezweer u bij de naam van Jezus die Paulus predikt. [4]

Nu zijn er allerlei toverboeken gevonden en midden tussen de namen van heidense goden treffen we soms ook namen van Jezus en Jehova aan. De heidenen stelden deze namen dus op één lijn met de namen van heidense goden. Magie en vertrouwen op God sluiten elkaar echter uit.