A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Ned Herv kerk


 

 Hervormde Kerk vanaf 1795

 

 Dr. A.J. Rasker Beschrijving van twee eeuwen Nederlandse Kerk-en theologiegeschiedenis. Oorspronkelijk lag het in de bedoeling de geschiedenis der hervormde kerk tot omstreeks 1960 te beschrijven en daarna zou dan een laatste hoofdstuk onder de titel “Uitzicht” kunnen volgen. Ik geef hier een samenvatting van dit uitvoerige standaardwerkwerk. (29 blz.)

 De zin der kerkgeschiedenis

 De ruimte van de kerk is geen lege ruimte, want in de kerk geldt de communio  sanctorum. Vandaag is het historisch denken niet geliefd. Toch is dit nodig, want als we de radices, de wortels van het heden niet kennen, kunnen we niet 'radicaal 'denken. Telkens weer moeten we vragen naar de zin van de kerkgeschiedenis.Wat is dan die zin van de kerkgeschiedenis? Het antwoord is:Ze ze ligt in de gemeenschap met de belijdenis der vaderen. We mogen hen niet uit het oog en uit het gehoor verliezen. De theologische zin der kerkgeschiedenis is dat wij hen aan het woord laten. Ze moeten meespreken bij het nemen van onze beslissingen in onze tijd. Hun erfgoed mogen we niet laten liggen, maar ook niet blindelings nazeggen.De kerkhistoricus moet selectief te werk gaan. Het gaat altijd om het maken van een keuze. Het gaat steeds om een interpretatie. Daarbij kan hij nooit  puur objectief te werk gaan. Hij moet altijd subjectief zijn. Hij neemt immers een bepaald standpunt in. Vanuit dit subjectieve standpunt, moet hij een zo groot mogelijke objectiviteit in acht nemen.Tegelijk moet de kerkhistoricus zich altijd afvragen: wat  is het doel van de kerkgeschiedenis.? Ze is immers finaal gericht. Bovendien is de kerk er niet voor zichzelf. Ze is er voor de wereld. De wereld is het eigenlijke, de kerk is slechts een intermezzo (van Ruler)

II De kerk tussen Revolutie en Restauratie

 Waarom vanaf 1795? In dat jaar werd de Bataafse vrijheid verwezenlijkt.Het was Franse import..Die geïmporteerde vrijheid betekende toch geen radicale breuk met het christelijk geloof. In de onafhankelijke geest van de vrije Bataven bleef de algemene christelijke religiositeit met de verering van de Voorzienigheid en het Opperwezen gehandhaafd.!Een van de grondbeginselen van de revolutie was de scheiding van de kerk en staat. Een bevoorrechte kerk was is strijd met de beginselen van Gelijkheid, Vrijheid en Broederschap .Voor de rooms-katholieken en de Israëlieten betekende de Bataafse vrijheid de opheffing van een eeuwlange discriminatie.Gedurende de hele 19e eeuw was de onderwijswet van Van der Palm een zeer grote twistappel. Die wet was de aanleiding  voor een vele jaren durende schoolstrijd.Het onderwijs werd de taak van de overheid. Het hoofdbeginsel werd de opleiding tot alle 'maatschappelijke en Christelijke deugden'Bataafse Republiek verdween tijdens het Koninkrijk Holland. De inlijving bij Frankrijk in 1810 werd de eenwording gerealiseerd. Dat was een winstpunt. Maar de inlijving bij Frankrijk moeste vooral Franse belangen dienen. Predikanten kregen in die jaren weinig uitbetaald en moesten vaak bedelen.Maar in 1813 keerde het getij. Prins Willem van Oranje aanvaardde de soevereiniteit uit de handen van het volk. De Restauratie was in heel Europa een vorstenaangelegenheid. De in de Franse tijd genaaste kerkelijke goederen werden niet teruggegeven. De vorst beschikte er over ten bate van de kerken naar zijn goeddunken. In de grondwet van 1814 kregen alle godsdienstige gezindheden dezelfde burgerlijke en politieke rechten. De bevoorrechte kerk werd opgeheven. Geen staatskerk meer. Maar in plaats van de staat kreeg nu de vorst het voorrecht zich intensief te bemoeien met de kerkelijke zaken.Dat was helemaal in overeenstemming met de ideeën n van het verlicht despotisme. Wat houdt het Algemeen Reglement van 1816 in?  Het  bestuur over de kerk werd opgedragen aan de algemene synode, provinciale besturen en klassikale besturen.De leden van de synode en de besturen werden voor de eerste keer rechtstreeks door de koning benoemd. Bestaande uit 10 leden.In het vervolg zouden die door de koning benoemd worden op grond van ingediende voordrachten. Kenmerkend voor deze opzet was de hiërarchische structuur. De koning was de hoogste hierarch. Voor alle besluiten van enig belang was de goedkeuring van de koning vereist. Uiterst belangrijk was art. 9, dat tot 1950 onveranderd is gebleven. Men verwachtte van het nieuwe reglement dat het "verlichte godsdienstbegrip"van de koning zou doorwerken in de kerk. Bij dat godsdienstbegrip behoorde het vermijden van leergeschillen. Janssen had bij het ontwerpen van het Algemeen Reglement niet over leergeschillen willen reppen. Het mocht niet gaan over de leer, maar over het uitwendig kerkbestuur. Toch kwam er nog een aanvulling omdat sommigen het reglement  te vrijblijvend vond. Er kwam bij :het handhaven van de leer, maar dat  was een Fremdkorper temidden van de formele voorschriften van het bestuursapparaat. Er kwam wel een goed doordacht bestuursapparaat, maar het ontbrak aan een belijdenis over het wezen van de kerk. Dat was de bron voor alle kerkelijke problemen in de 19e eeuw! Er kwamen wel grote bezwaren tegen het Algemeen Reglement. Vooral van classis Amsterdam. De commissaris-generaal verklaarde met nadruk dat de Synode niet geroepen was om leergeschillen te beslissen, maar om de kerk te besturen. Geen tucht over de leer, maar – heel merkwaardig – wel tucht over het leven. Men kwam weer op voor de oud-vaderlandse deugden..De predikanten schikten zich, vooral ook omdat de tijd van bittere armoede voor de predikanten nu voorbij was. 

III  Theologie van de verlichting

 In de dogmatiek ging het over de verhouding tussen rede en openbaring. Er kwam een onorthodoxe theologie waarbij het  rationalistisch moralisme een grote rol speelde.Strijdpunten verdoezelde men.Toch waren er ook mensen die protest aantekenden.Opvallend is b.v. dat Teyler, doopsgezind predikant te Haarlem en oprichter  van het Teylers genootschap, pleitte voor bezinning op de inspiratieleer en het Testimonium Spiritus Sancti.De theologie van de Verlichting vond  in populaire vorm  haar neerslag in de psalmberijming van 1773 en de Evangelische Gezangen van 1807. Bijvoorbeeld: 'zulken die oprecht en rein  van zeden, met  vasten gang het pad der deugd betreden.' Sterk moraliserend. Kenmerkend voor de 19e eeuw was; men was zeer verdraagzaam ten aanzien van de leer, maar  de overheid duldde geen verzet.De overheid verplichtte predikanten gezangen te laten zingen. Het protest tegen de gezangenplicht was daarom voor velen aanleiding voor de waarheid te gaan strijden.Theologisch verschil kwam ook tot uiting in de Quia –quatenus kwestie van de proponentsbelofte.Aanstaande predikanten moesten  de leer ondertekenen::welke "overeenkomstig Gods Heilige Woord in de aangenomen formulieren is vervat."Het dilemma: omdat quia of voorzover (quatenus) zou een belangrijk strijdpunt worden.De "quatenus-interpretatie' liet  bewust ruimte voor eigen interpretatie!.Andere vraag was: Wordt met Gods Heilig Woord de Heilige Schrift bedoeld? De synode maakte zich bezorgd over een geest van separatie.Felle reactie op de tijdgeest van deze theologie kwam o.a. van Isaac Da Costa Bezwaren tegen de Geest der eeuw. Welke geest was dit dan? Dat was de geest van oeverloze verdraagzaamheid en van het rationalistisch supranaturalisme.Nu kwam een nieuwe theologie op die een hechter fundament probeerde te legen voor deze geest der verdraagzaamheid. De Groninger theologie  

IV De Groninger theologie 

Hier moet de naam van Hofstede de Groot genoemd worden.Hij stond in het begin in Ulrum, waar Hendrik de Cock hem was opgevolgd.Hij was het middelpunt van enkele vrienden, die met elkaar enkele handboeken uitgaven. Deze theologie ging uit van de romantische fase van het humanismeZij legden nadruk op het historisch bewustzijn. Zij wilden de oud-vaderlandse traditie  van Thomas a Kempis, Erasmus en anderen b.v. voortzetten. Geen Calvijn dus. Die had het volk belast met een formulierendruk van vreemde dogma's!In de tweede plaats legden zij nadruk op het gevoel, het gemoedslevenIn de derde plaats speelt  de opvoedingsgedachte een grote rol God was de grote opvoeder.Door die opvoeding klimt het menselijk geslacht steeds hoger. De wijsbegeerte maakt vroeger de Grieken rechtvaardig, de joden werden rechtvaardig door de ToraDe kerkgeschiedenis zagen zij als de geschiedenis van voortgaande openbaring.Heilige Schrift en kerkgeschiedenis waren voor de Groninger richting bronnen voor de dogmatiek.Jezus is niet van nature Gods zoon Hij wordt Gods zoon genoemd vanwege de volmaaktheid waarmee Hij heeft geleefd  Vooral Groen van Prinsterer heeft fel geprotesteerd tegen de leer van de Groninger school

 V  De Afscheiding

 Tegenover de invloed van de Verlichting en intellectualisme van de preken ontstond  behoefte aan praxis pietatis. Het was de geest van de Nadere Reformatie die in talrijke conventikels tot openbaring kwam. Zij hadden behoefte aan vaste, onwrikbare zekerheden,. Ze vonden geen steun in de zwevende opvattingen  van de moderne predikers. De nadruk kwam nu te liggen op de subjectieve heilszekerheid. De objectieve waarheid wordt vervangen door de bevindelijke waarheid. Zo doende was het conventikelwezen grondleggend voor de Afscheiding.Ook genoemd moeten worden  verschillende Reveilmensen Da Costa, Capadose, Groen van Prinsterer. Zij waren mensen van het Reveil, zij bleven afzijdig en gingen niet over tot de Afscheiding.Niet omdat zij tot de aanzienlijken behoorden, maar omdat ze de vrije kerk-gedachte afwezen.De bekendste voorman van de Afgescheidenen was Hendrik de Cock te Ulrum,opvolger  van Hofstede de Groot. Hij was erg fel:Hij publiceerde:De schaapskooi van Christus aangetast door twee wolven en verdedigd door H. de Cock.Dat was geschreven o.a. tegen collega . Reddingius, (die de conventikelmensen separatisten noemde).De Cock werd geschorst omdat hij twee achtenswaardige collega's had beledigd en omdat hij wanorde in de kerk veroorzaakte door het dopen van kinderen uit andere gemeenten.Daarnaast moeten genoemd worden verschillende collega's van Hendrik Peter Scholte. Namelijk Brummelkamp, van Velzen, Gezelle Meerburg en van Raalte.Zij vormden in Leiden de club van Scholte.De Cock was aanvankelijk niet zo'n voorstander van afscheiding, maar Scholte was veel beslister.De kerkvoogdij was niet op de hand van de Cock.Die vertegenwoordigde  de gezeten boerenstand.. Daardoor was er ook een sociale achtergrond bij deze kerkstrijd.Het was vooral de 'gewone man' die de acte van afscheiding en wederkering tekende.Men scheidde zich af van degenen die niet van de kerk zijn en voegt zich bij de gemeenschap der ware gelovigen.Afscheiding en wederkering  waren één.Het Algemeen Reglement kende geen zelfstandigheid der gemeente.Het presbyterambt was niet bekend en het beroep op het priesterschap der gelovigen waarop de Acte van Afscheiding zich beriep kon niet functioneren Dat de overheid zo streng was kwam ook door de grote behoefte aan rust na de crisis van de Belgische opstand. Afgescheidenen kregen wel steun van de Reveilmensen. Mr. van Hall sloot zich zelfs bij hen aan. Moeilijk in de samenwerking tussen de Afgescheidenen was dat de afgescheiden gemeenten zich niet als nieuwe kerkgemeenschap wilden presenteren.Zij pretendeerden de voortzetting  van de ware Gereformeerde kerk te zijn.Synode noemde zich Algemene synode van de Gereformeerde kerk onder het Kruis.Eenheid kwam pas toen in 1869 hereniging met de Gemeenten onder het Kruis tot stand kwam en de naam ChristelijkeGereformeerde kerk werd aangenomen. 

VI  Het Reveil in Europa en in Nederland

 Het was een geestelijke opwekkingsbeweging, die een afkeer had van het rationalisme van de Verlichting, maar ook geworteld was in de Romantiek, met grote nadruk op het gevoelsleven In Zwitserland had het Reveil geestelijke wortels in het Piëtisme.De Reveilmensen in Nederland keerden zich ook tegen het rationalisme van de Verlichting, maar zij wilden terugkeren naar de essentiële inhoud van de gereformeerde belijdenisgeschriften.Zij vonden aansluiting bij de bevindelijkheid van de Nadere Reformatie! Die aansluiting verliep niet via de aristocratische kringen, maar via de 'gewone man' Er waren vooral twee Reveilkringen; in Amsterdam Bilderdijk en Da Costa en in Den Haag Groen van Prinsterer .Bilderdijk was de 'ijsbreker van het Reveil',Docent in Leiden.Hij tekende protest aan tegen de tijdgeest, die niet van genade wilde leven, maar herhaaldelijk sprak van de rechten van de mens.Hij zag ook het gevaar dat men de duivel van de redeverheerlijking zou willen verdrijven met de Beelzebul van gemoedsvergoding.Hij verzette zich fel tegen de natuurlijke religie en de autonomie van de mens.Ook Isaac da Costa, verzette zich fel en hartstochtelijk ten de tijdgeest. Het bekendste geschrift is Bezwaren tegen de geest der eeuw.Hij gaat uit van de eenheid  van het Oude en Nieuwe Testament.We moeten het oude Testament nieuwtestamentisch en het Nieuwe Testament  oudtestamentisch interpreteren.Het is namelijk is het vlees geworden Oude Testament. De inhoud van de bijbel wordt bepaald door het vleesgeworden  Woord. De incarnatie staat  bij hem centraal. Ook in de leer van de inspiratie.De schrift is zo menselijk, maar daarin vertoont zich juist het openbaringskarakter/ Er is geen tegenstelling tussen het menselijke en goddelijke, net zoals bij de naturen  van Christus. Met deze gedachtengang bestreed hij de Groningers, die Ariaans dachten en de godheid van Christus loochenden.Nog veel feller en hartstochtelijker was zijn verzet tegen de moderne theologie die opkwam onder leiding van de Leidse hoogleraar J.H. Scholten en diens leerling Kuenen.Tenslotte stond niet alleen de incarnatie, maar ook de wederkomst van  Christus bij hem centraal, waarbij ook het herstel van Israël een centrale positie zou innemen.Uiteindelijk  vond hij zichzelf in zijn eschatologische verwachting.Het ging hem om de voleinding der geschiedenis.Hij was een profetische figuur.Onder de invloed van Da Costa stonden Abraham Capadose en Willem de Clercq, maar zij misten het profetische  van da Costa.Ze vonden elkaar in de Haagse Reveilkring. Capadose stichtte de Nederlandse zondagsschoolvereniging 

VII  Het  Nederlands Reveil in kerk, politie en maatschaoppij

Hier moeten we de naam noemen van Groen  van Prinsterer. In zijn jeugd was hij enthousiast over Rouseau, maar door  de  hofprediker in Brussel tot andere gedachten gekomen. Hij kwam op voor het gezag der belijdenisgeschriften.Hij ergerde zich aan de beginselloosheid van zijn tijdgenoten. Fel keerde hij zich tegen de leer van de volkssoevereiniteit. Tegen autocratie (wat soms monarchie ook kan zijn). Revolutie is stelselmatig ongeloof.Hij sloot zich niet aan bij de Afscheiding, omdat hij  van mening was dat de strijd voor de waarheid niet buiten , maar binnen de kerk gevoerd moest worden. Hij was ook de oprichter van de Confessionele Vereniging in 1869. Hij schreef Ongeloof en Revolutie. Overheidsgezag is niet gegrond op het natuurrecht, maar op de geopenbaarde wil van God.Er is echter ook een revolutie die het om de soevereiniteit van God te doen is. Revolutie van de vrijheidsbeweging in Engeland en Amerika was gegrond op het chr. geloof, maar in Frankrijk was de vrijheidsbeweging tegen het christelijk  geloof gericht. Groen was ook wel voor een scheiding van kerk en staat, maar velen die deze scheiding voor stonden,wilden een bezieling van Staat, Kerk en School door de religie van het ongeloof.Vanuit zijn anti-revolutionaire beginselen kwam hij op voor de christelijke overheidsschool.Hij streed voor de vrijheid van het christelijk onderwijs.Het Reveil had in Heldring een vurig strijder voor maatschappelijk werk in christelijke geest.Wat kerkreorganisatie betreft, voelde Heldring  zich het meest verwant met de medische weg van Da Costa      

VIII  Kohlbrugge

 Hij streed net  als de Reveilmensen tegen de geest der eeuw.Tegen het zelfvertrouwen van de Verlichting. Maar er kwam bij hem nog iets bij. Hij streed ook tegen het zelfvertrouwen van de vrome mens.Tegen een dode orthodoxie, tegen vromen die de waarheid verdraaiden.Kenmerkend is zijn uitspraak Werp uw heiligheidskrukken toch weg. Ge kunt er de berg des Heren niet mee  beklimmen.Voor hem was Christus ook onze enige heiligheid.Het is voor 100% genade.Christus is niet alleen onze gerechtigheid, maar ook onze heiligheid.Wat is het dankbaarste schepsel van God ? (Catechismus) Antwoord:De hond. Waarin zal uw dankbaarheid bestaan? Dáárin dat ik bij de genade blijf gelijk de hond bij zijn meester.Piëtisten concentreerden zich op de vruchten. Maar het gaat om de stam zei Kohlbrugge.Vanuit die radicale stellingname streed hij op drie fronten 'tegen  de neologie, tegen Afscheiding en ook het Reveil. Door zijn felle strijd tegen de neologie kwam het tot zijn afzetting als proponent.Het lidmaatschap van de hervormde kerk in Utrecht werd hem geweigerd. De Hervormde kerk wilde een bewijs van goed zedelijk gedrag van de lutherse kerkenraad, maar die weigerde dit te geven.Kenmerkende tekst voor zijn theologie vinden we in Rom. 7:14: Denn wir wissen das das Gesetz geistlich ist, ich aber bin fleischlich, Achter dat woord  fleischlich staat een komma..Dat trof hem diep.  Daar moet je ophouden. Een vleselijk mens kan nooit de wet houden die geestelijk is..Hierdoor zag hij het hele hoofdstuk in een nieuw licht. Paulus zegt niet: Ik heb goede vorderingen gemaakt, maar tot ergernis van de Farizeeër zei hij ik ben vleselijk, zondig. Voor Kohlbrugge kwam alles aan op Gods belofte. Ook de wet is een belofte en niet de handleiding voor een moraal. De oude monnik in ons wil niet sterven De heiliging was geen zaak waarop men zich laten voorstaan. Ze was ook net als de godheid van Christus onzichtbaar. We redden het niet met goede werken.In Wuppertal kwam het tot de oprichting van een Niederländisch Reformierte Gemeinde. In Nederland was hij een uitgestotene.Later is hij gerehabiliteerd. Nu is er een actieve kring van "Vrienden van Kohlbrugge"

IX  Grondleggers moderne theologieDe eigenlijke vader van de moderne theologie is J.H. Scholten geweest. Daarin kwam de rede in plaats van de openbaring.Baanbrekend en invloedrijk was zijn boek De Leer van de Hervormde Kerk in hare grondbeginselen voorgesteld. De geest van de Restauratie maakte in zijn tijd plaats voor die van het Liberalisme.Tussen 1830 en 1840 vond er een stille overgang plaats  van het idealistische naar het empirische denken.In Christus is het ideaal der mensheid verwerkelijkt.Wat hij heeft bereikt kunnen wij ook bereiken.Alle nadruk komt bij hem te liggen op de ervaring van de mens. De bijbel is niet de grondslag maar de uitdrukking van het christelijk geloof.En de mens hoeft voor de kennis van God geen bovennatuurlijke openbaring.De weg tot God leidt via de menselijke rede, maar- en dat zag hij als zeer wezenlijk – alleen voor de mens met een zedelijk rein hart Hij kwam onder invloed  van de natuurwetenschap tot determinisme en evolutionisme. Scholten wilde de theologie op de hoogte van het eigentijdse wetenschappelijk inzicht brengen en daardoor gedreven zocht hij aansluiting bij het deterministische en evolutionaire denken  van de natuurwetenschappen.En natuurlijk bij wat wij proefondervindelijk kunnen ervaren.Dit was ook de visie van  Allard Pierson  die beweerde: Geloof is een kwestie van het gevoel en berust op vertrouwen, maar volstrekt niet op de empirie en daarom hebben geloven en kennis niets met elkaar te maken Hij werd scepticus en legde zijn ambt neer in 1865 X  Ethische theologieWie zijn nu de grondleggers van de ethische theologie ? We denken allereerst aan Chantepie de la Saussaye. Niet verwarren met   Chantepie junior. die  tot de latere ethischen behoorde en grondleggend is geweest voor de fenomenologische richting. Toen hij predikant van de Waalse gemeente in Leeuwarden werd, (later ging hij over tot de Hervormde Kerk) gaf daar de moderne theologie van J.H. Scholten de toon aan.Grote invloed had  Scholten daar met zijn boek De Leer der Hervormde Kerk.Chantepie moest daar niets van hebben en daarom lag hij er ook helemaal uit in de academische wereld.Fundamentele kritiek had hij op het openbaringsbegrip van Scholten.De natuurlijke godsdienst als kenbron der waarheid werd volgens hem  door  Scholten in de plaats gesteld van de geopenbaarde godsdienst. Chantepie legde daarentegen grote nadruk op het contingente, het eenmalige karakter   van de openbaring die aan Israël was gegeven en in Jezus Christus vervuld (invloed da Costa). De prediking moet niet op idealistische-humanistische grondslag staan maar op historisch Israëlitische!! Chantepie neemt zijn uitgangspunt niet in het natuurlijke, maar in het bovennatuurlijke, het geestelijke. Je moet niet redeneren vanuit het algemene naar het bijzondere, maar omgekeerd, vanuit het bijzondere (Israël, het contingente in Christus) naar het algemene.Het belangrijke tijdschrift van de ethisch-irenische richting was Ernst en Vrede, waar hij uiteindelijke de enige redacteur van was.Chantepie onderging wel invloed van Schleiermacher, maar wees diens grote nadruk op het afhankelijkheidsgevoel als grondslag van de theologie wees hij af, want theologie kan niet bouwen op een subjectieve grondslag, maar alleen op de vaste objectieve grondslag gegeven in de openbaring van Jezus Christus.Tegenover Scholten bleef Chantepie verdedigen dat de bijbel geen fatalistische, maar ethische God verkondigt.Wat is volgens Chantepie ethisch ? De waarheid is volgens hem ethisch..Met dit begrip bond hij de strijd aan tegen het intellectualisme  van het supranaturalisme en het rationalisme.De waarheid is persoonlijk.Ze gaat gaat door de mens heen.De godsdienstige waarheid is niet een leer, een objectieve waarheid, die ethisch toegepast kan worden, maar is  naar haar wezen ethisch. Het gaat om een persoonlijke zaak, om gehoorzamen of niet gehoorzamen.In de religieuze antropologie staan vrijheid en verantwoordelijkheid centraal in het gewetensbegrip. Maar voor Chantepie is geweten bewustzijn van zonde en schuld..Christus is de absolute inhoud van het geweten.Theologie is gegrond in het geloof der gemeente en het christendom is de vereniging van Christus met de gemeente door de Heilige Geest.Chantepie dacht sterk christocentrisch.Alle wetenschappen zijn antropologisch van karakter, bewegen zich om de mens als centrum. Maar de ware mens is theantropos, namelijk Jezus Christus.In Hem is al wat menselijk is verenigd en in dit menselijke is alles wat goddelijk is geopenbaard. Daarom moet Christus niet uit de geschiedenis maar de geschiedenis uit Christus verklaard worden.Bij de confessionelen kon hij zich niet zo gemakkelijk vinden. Hij voelde zich wel eengeestes met hen, maar hij had bezwaar tegen de kerkrechtelijke handhaving van de belijdenisgeschriften. Je krijgt de indruk dat Rasker zich sterk verwant voelt met Chantepie. XI   H.J.H. GunningChantepie kreeg een sterke medestander in  J.H.Gunning.Nu was Gunning oorspronkelijk geboeid door het wijsgerig denken van Opzommer en Spinoza en hun monisme. Weldra ontdekte  hij dat hij moest kiezen tussen Spinoza en Christus..Ook hij legde sterk de nadruk op het ethische karakter van de waarheid.We kunnen niet objectiverend over God denken.Daarom heeft hij ook zo'n afkeer van het rationalisme en supranaturalisme waarin geen sprake is van een geestelijke ontmoeting met God.De waarheid is in wezen ethisch. Ze heeft het karakter van een ontmoeting, de ontmoeting van de zondige mens met de Heilige God.Met Calvijn leerde hij dat we God niet kunnen kennen wie Hij is, maar hoedanig Hij voor ons is.Het kruis staat bij Gunning in het middelpunt.Juist in het kruislijden, juist in de zwakte openbaar zich Gods macht.Hij legde de nadruk op het Israëlitisch karakter van de Schrift, op het historisch, profetische messiaans karakter van de openbaring.Wie Christus losrukt van Israël vervalt tot docetisme.Heel het Oude Testament gaat zwanger van Christus. Ook bij Gunning staat de theantroposgedachte centraal. Dat houdt in dat niet de mens tot een hoger niveau opgewerkt wordt, maar dat God afdaalt Het is de neerdaling Gods die we zien in de theantroposgedachte.Heel het moderne denken was in de tijd van Gunning in de ban van het monisme, een visie op eenheid van het goddelijke en het menselijke waarin geen plaats was voor de idee van een persoonlijk God!Hij bestreed de modernen, maar sloot zich ook niet zonder voorbehoud aan bij de rechtzinnigen. Hij nam afstand van het intellectualisme van Kuyper, die in de Standaard het onderscheid tussen gereformeerden en ethischen typeerde als "de Heelen en de Halven"' Gunning had veel liefde voor de gemeente. De Una Sancta.Niet de leraar verkondigt het evangelie, maar de gemeente waarin de voorganger voorgaat.Wij beelden de toekomstige heerlijkheid al hier op aarde uit als de gemeente samenkomt.We komen niet samen om een leerrede  te horen.En omdat  de waarheid ethisch is, en de belijdende gemeente het werk van de Heilige Geest, kan de belijdenis niet met juridische middelen verdedigd worden.

XII Strijd om de belijdenis

Zeer belangrijk was de wijziging van artikel 15 van het Algemeen Reglement. in het jaar 1852.Daarin werd de invloed van de koning aan banden gelegd. Eerst( in het Algemeen Reglement van 1816) kon de koning nog allerlei veranderingen aanbrengen , maar na 1852 kon hij alleen nog maar besluiten, die genomen waren door de Algemene Synode der Ned. Hervormde kerk bekrachtigen.Wat waren nu de belangrijkste veranderingen vergeleken met het reglement van 1816? Deze. In de eerste plaats werd de kerk niet meer geacht te bestaan uit  individuele leden, maar te zijn opgebouwd uit gemeenten..In de tweede plaats begon de opsomming der bestuursinstanties niet  meer van bovenaf, maar van onderop.Dat was een goede stap in de richting van een presbyteriale kerkregering.In de derde plaats:De kerkeraden hoefden niet meer de goedkeuring van de koning te vragen bij de benoeming van predikanten en vervulling vacatures en ouderlingenEen bezwaar was dat de vernieuwing niet radicaal genoeg was en niet ver genoeg ging omdat het financieel beheer bij de oude organen bleef.en er een scheiding kwam tussen bestuur en beheer. !!!De kerkvoogdij bleef het beheer houden over kerkelijke goederen en financiën. De kerkenraad en de synode hadden er absoluut geen zeggenschap over.Midden 19 eeuw werd ook de bisschoppelijke hiërarchie hersteld met een aartsbisdom in Utrecht en bisdommen in Haarlem, Roermond, Tilburg en Breda Er kwam via een handtekeningenactie fel verzet van  protestanten, die bang waren voor ultramontanisme In 1853 kwam er een nieuwe wet op de kerkgenootschappen waardoor  het rijk gelijke bescherming bood aan alle kerk-genootschappen. In het protestantse kamp kwam er strijd tussen rechtzinnigen en modernen.De eerste strijdbare richtingorganisatie in de hervormde kerk was de Confessionlele Vereniging.Zij verklaarde ondubbelzinnig en onbekrompen  vast te willen houden aan de belijdenis.Die was feitelijk een  synoniem van de "wezen en hoofdzaak" formule.Men bedoelde daarmee dat men de belijdenis niet zuiver formeel  wilde opvatten, maar zo inhoudelijk mogelijk Men was afkerig van een"genootschap tot bevordering van volksbeschaving". De rechtzinnigen wilden vooral vasthouden aan de lichamelijke opstanding van Christus als historisch feit.Een ontkenning daarvan door een kandidaat zou niet in strijd zijn met de proponentsformule Het moderamen van de Confessionele Vereniging maakte ook bezwaar tegen de doop formule "tot de naam des Vaders en des Zoons en des H. Geestes"  en ' tot geloof, hoop en liefde' en "tot inwijding in het christendom"Er verscheen ook een nieuwe vertaling: de zogeheten Leidse vertaling. Modern van opzet in overeenstemming met de resultaten van de huidige wetenschap  Hetgeen men in deze schriften leest , moet men niet beschouwen als het woord van God in feitelijke zin…..Er kwam ook een vervolgbundel evangelische gezangen, die een veel meer bijbelse geest ademde dan de Evangelische Gezangen XIII  Kuyper en DoleantieAls student was hij een enthousiaste aanhanger van Scholten en zijn leer van Gods volstrekte opperheerschappij en de redelijkheid der religie. In Beesd kwam hij in contact met een kleine groep vrome mensen die leefden uit de geest van de Nadere Reformatie.Die groep eiste van hem dat hij zich geheel zou overgeven aan de volle soevereine genade van God.Dat leek een beetje op de ideeën van zijn leermeester Scholten. Kuyper kwam op voor een vrije kerk, een kerk die vrij zou zijn van de staat, vrij van het geld en vrij van het ambt.Kuyper onderscheidde tussen de kerk als organisme en de kerk als instituut. Als organisme is zij onze moeder als instituut onze opvoeder.Het was hem te doen om de vrijmaking van de kerk.Een vrije kerk was het doelOp 20  oktober 1880 werd de Vrije Universteit geopend.Een dag later hield Kuyper zijn openingsrede Soevereiniteit in eigen kring.Hij stelde haar tegenover de volkssoevereiniteit.. De verschillende levenskringen mogen niet over elkaar heersen.Niet op de eenheid van het volk of het geheel der natie mag de nadruk vallen. In zijn “Tractaat van de Reformatie der kerken” gaat hij in op het begrip "doleren".. We noemen ons dolerend door de druk die een ingedrongen en vals kerkbestuur op ons uitoefent.Problemen werden acuut toen het classicaal bestuur besloot tot de afzetting van 8o kerkenraadsleden van Amsterdam.Het kwam tot "paneelzagerij"Brandende kwestie waren de autonomie van de plaatselijke gemeente en de  verhouding tussen bestuur en beheer.Wat was daarvan de oorzaak? Twee zaken speelden daarin een grote rol. namelijk de attestenkwestie en de proponentsbelofte.De synode had besloten dat  voor de nieuwe lidmaten de bevestigingsvragen gewijzigd zouden worden. Men zou een verklaring en belofte afleggen die veel ruimer was dan de gebruikelijke waarin men Jezus Christus als algenoegzame Zaligmaker. werd beleden. Het zou voortaan slechts moeten gaan om de geest en hoofdzaak van de in de bevestigingsvragen vervatte belijdenis. Deze formulering  was voor de kerkenraad veel te slap en te algemeen De kerkenraad van Amsterdam wilde slechts dan  iemand als lidmaat inschrijven, als hij dit wilde belijden. Toen verzonnen de leerlingen iets anders. Oke, zeiden ze, dan zullen we wel ergens anders ons laten inschrijven als lidmaten.. Geef ons dan een attest of getuigschrift van goed zedelijk gedrag, dan zullen we ergens anders ons wel laten inschrijven. Maar ook dit weigerde de kerkenraad.Ook de proponentsformule werd elastische gemaakt, doordat zelfs de vermelding het evangelie van Jezus Christus daarin geheel verviel.Bij de Doleantie  ging het vooral om de autonomie van de plaatselijke gemeente en de verhouding tussen bestuur en beheer. Heeft de kerkenraad de beschikking over de kerkelijke goederen of niet? Dat was de achtergrond van de "paneelzagerij'" .In 1892 werd besloten tot een vereniging van de Chr. Geref. Kerk en de Nederduitse Gereformeerde kerken en ontstonden de Gereformeerde kerken in Nederland. Opleiding in Kampen en aan de VU zouden gelijkwaardig naast elkaar blijven bestaan. toch ontstonden  aanvankelijk twee richtingen naast elkaar: Gereformeerde kerk A (die haar wortels had in de Afscheiding en Gereformeerde Kerk B, die haar wortels had in de Doleantie)Een kleine groep die niet kon meegaan met de fusie bleef bestaan met de oude naam Christelijke Gereformeerde Kerk in Nederland. XIV  Achtergrond Kuypers denkenCentrale gedachten in het denken van Kuyper zijn de predestinatie en de wedergeboorte. De predestinatie splitst het menselijk geslacht in twee stromen: namelijk  hen in wie het nieuwe leven van de wedergeboorte is gelegd en de anderen bij wie dit niet het geval is.Krachtens de wedergeboorte behoort men tot de kerk. Daarop kan ook de kinderdoop gefundeerd worden. De kerk doopt dus op grond van de onderstelling dat de  mens wedergeboren is.Önze kerken dopen niet als konden zij door de Doop iemand wederbaren, maar in de onderstelling dat de dopeling vooraf wedergeboren is.Verkiezing geschiedt niet  uitpikkkenderwijs, maar krachtens het genadeverbond dat God met de mensen sluit. Kuyper was vooral een cultuurmens. Hij wilde een integratie tussen natuur en genade.Maar die integratie vond plaats tegen de achtergrond van these en antithese.Ook specifiek voor Abraham Kuyper is de leer der Gemene Gratie.Met de leer der Gemene Gratie wilde Kuyper aangeven dat de genade van God ook werkzaam is onder niet-christelijke  volken. De kerk valt tegen, maar de wereld valt mee. Dat komt omdat Gods Gemene Gratie overal werkzaam is. Kuyper  ging uit van een antithese tussen wedergeborenen en niet wedergeborenen. en daardoor ook van tweeërlei culturele ontwikkeling.Zijn evenknie was Herman Bavinck.. Wat was nu zijn principiële kritiek op Kuyper? Hij vond het methodisch fout dat Kuyper de principiële tegenstelling tussen waarheid en leugen overdroeg op die van twee soorten mensen. Een antithese tussen 'Wedergeborenen  en onwedergeborenen'.Kuyper was vooral een wilsmens, Bavinck een denker.Bavinck fundeerde de doop niet in de wedergeboorte, maar in de objectieve sfeer van de verbondsbelofte.De Vrijgemaakte kerken zijn o.a. ontstaan vanwege hun bezwaren tegen de veronderstelde wedergeboorte. Ook zij leggen alle nadruk op het Verbond, dat God gesloten heeft. ""Voor u is de belofte en voor uw kinderen"  (Pinksterpeek van Petrus) Bavink had veel belangstelling voor de ethische theologie en nam de moderne theologie ook serieus.Maar hij zei ook dat de wetenschap ons God als een  "God van verre " doet kennen en het geloof  spreekt over een "God van nabij"  Bavinck  wilde echter niet zoals Kuyper aan de gemene gratie een zelfstandige betekenis toekennen en een eigen christologische fundering en eschatologisch perspectief. Wel was hij met Kuyper eens dat er  'kleine overblijfsen' van het beeld Gods tegen de verwoestende macht van de zonde overgebleven waren.Beide richtingen, die vertegenwoordigd waren bij Kuyper en Bavinck hebben elkaar  gevonden in 1905. Waarom is de synode van 1905 zo bekend geworden? Omdat de harde theocratische zinsnede uit art. 36 van de geloofsbelijdenis geschrapt is.. Het was die harde  zinsnede waarin beleden werd dat de overheid een taak had bij het handhaven van de ware religie en moest weren en uitroeien alles wat daartegen ingaat. XV  Maatschappij-problemenNaast de strijd tussen modernisme en rechtzinnigheid , de strijd op de zuivere leer, de redelijkheid van de religie, de autonomie van de moderne mens enz. waren er ook zeer grote maatschappelijke problemen..Er was in de industriesteden grote werkloosheid, Leiden had in 1817 op 28 000 niet minder  dan 14000 bedeelden. Er ontstonden tengevolge van het sociale vraagstuk enkele arbeidersorganisaties.Vele arbeiders leefden ongezond, ondervoed en ontderontwikkeld. In de grote strijd die hierover ontstond moet de naam van Domela Nieuwenhuis genoemd worden. Hij was aanvankelijk predikant maar later brak hij met de kerk.. In de stichting Patrimonium werkten werkgevers en werknemers met elkaar. Maar ook bij de roomskatholieken ontwaakte het besef van de noodzaak van verandering. In de encycliek Rerum Novarum wees Rome de klassenstrijd af en stelde daarvoor de weg van de verzoening, recht op particulier eigendom en voor de niet-bezittenden  en recht op arbeid en  rechtvaardig loon.Door zijn houding bij de grote spoorwegstaking in 1903 verloor Kuyper het vertrouwen van de socialisten dat hij aanvankelijk toch wel had bij hen. XVI  Latere modernen.De latere modernen sloten aan bij het historisch-kritisch onderzoek van de bijbel.Daarop viel alle naruk. Ze gingen die echter radicaliseren.Zo bijvoorbeeld Allard Pierson. Anderen gingen er van uit  dat Jezus geen historische persoon was,  maar symbolisering van bepaalde  ideeën.De oude modernen zoals Scholten hielden vast aan het liberale Jezusbeeld. Maar dat was niet meer te handhaven.Sommigen traden uit zoals Allard Pierson, Busken Huet en de gebroeders Hugenholz. Belangrijke vertegenwoordigers van de latere modernen waren Roessingh en Heering. Het ging  bij de eerste vooral om de relatie tussen Christus en de cultuur Hij maakte de 1e wereldoorlog intens mee en dat was de oorzaak dat hij brak met het 19e eeuwse optimisme. Roessingh is de vader geworden van het " rechtsmodernisme" dat aan zonde en genade, en de persoon veel meer recht wilde doen dan Scholten, maar het rechts-modernisme koos bewust voor de vrijzinnige richting omdat het vast bleef houden aan de autonomie van de mens.Bij de oud-modernen ging het om de vraag wie de historische Jezus was, maar bij Roessingh is dat helemaal niet belangrijk.Het gaat niet om de historische Jezus, maar om de Christusgeest. Het gaat  om de kosmische Christus.Heering was de auteur van "De zondeval van het christendom. Hij werd de leider  van de christen-pacifisten."Van een wezenstriniteit wil hij niet weten, wel van een openbaringstriniteit.Het is vooral  om de ontmoeting met de levende Christus in wie Heering gelooft..Lichamelijke opstanding blijft bij hem buiten beschouwing. Het gaat om de levende Christus.Alle nadruk legt hij op de verwachting van het Koninkrijk. van God.Ook al ervaren we niets , want het geloof rust niet in de ervaring, maar moet het hebben van wat komen gaat.Ook hij laat met Roessingh het negentiende-eeuwse optimisme los. Het leven uit de verwachting is daarop een antwoord en gaat uit van een totaal andere visie.dan de vroegere modernen.Heering maakt zich los van de filosofische religie  en vervangt haar door de correlatie geloof en openbaring. Heering en Roessingh schreven in de geest van het rechts-modernisme.  XVII  Latere ethischen De latere ethischen waren P.D. Chantepie de la Saussaye, G. van der Leeuw en O. Noordmans. Chantepie de la Syssaye verbreedde de vraag van de relatie van christendom en cultuur tot die van het christelijk geloof en andere godsdiensten.Waarom het christelijk geloof? Groots opgezet was zijn werk Lerhbuch der Religonsgeschichte, resultaat van 10 jaar studie..G. v.d. Leeuw  hield zich vooral bezig met de  godsdienstgeschiedenis, met de zin van de geschiedenis en onze eigen existentievragen. De primitieve religies en de meest culturele vragen  bestudeerde hij intens. Hij ging uit van de 'verstehende"methode”. Niet direct met de waarheidsvraag, maar toch zag hij achter alle verschijningsvormen van de godsdienst Gods openbaring in Christus.Hij was vooral bekend om zijn fenomenologie en sommigen verweten hem daarom van relativisme.. Maar hij bleef volhouden dat echte theologie altijd incarnatietheologie is. En incarnatietheologie is scheppingstheologie.Ze  begint ook altijd bij het Kruis.. Van der Leeuw moet niets hebben van een natuurlijke theologie.Geen pansacramentalisme.Wel  gebruikt hij graag analogieen uit de vergelijkende godsdienstwetenschap om elementen van de christelijke sacramentstheologie te analyseren en begrijpelijk te maken.Oepke Noordmans.Bij de vroegere ethischen was er altijd het pogen openbaring en cultuur tot een synthese te brengen.Maar dat is helemaal niet het geval bij Oepke Noordmans.Bij hem is herschepping een centraal theologisch thema.Alles draait om de herschepping en het Rijk Sterke nadruk legt hij ook op de predestinatie. Gods verkiezing is altijd herscheppende genade. Oepke had oog voor de radicale genade-theologie van Kohlbrugge. Onze zaligheid hangt er niet van af dat we met Luther tree voor tree de Pilatustrap beklimmen  mar dat God zijn aangezicht naar ons toewendt. Opeke Noordmans wil een sobere liturgie. Het gaat om het Woord dat de wereld in moet trekken.. Geen omtuining van het mysterium, geen vergoddelijkt leven in een templum. Daarom heeft hij ook bezwaren tegen de liturgische beweging die onder leiding van van der Leeuw opkwam in de dertiger jaren.Die wil veel ontlenen aan het liturgisch centrum van de vroege en de Oosterse kerk.De Reformatie heeft terecht het offer uit de cultus verwijderd en midden in het leven gezet.Bei beiden ging het om twee zaken: om een eigentijdse doordenking van het gereformeerd belijden en om grote openheid voor de cultuur.Oepke Noordmans was vooral erg kritisch ten opzichte van de eigentijdse cultuur.Hij had het verlangen naar synthese afgelegd.. Het ging hem vooral om Woord en Geest., niet om het geloof der gemeente.als drijvende kracht Bij hem was er de  invloed van Kohlbrugge en Karl Barth.Het ging hem om de herscheppende kracht v an het Woord, niet om de gestalte van de kerk. Van der Leeuw daarentegen had veel meer behoefte aan de gestalte, de vormende kracht van het Woord in de cultuur.Daarom schreef hij een Liturgiek en een sacramentstheologie.Van de Leeuw was de man van de godsdienstwetenschap en de fenomenologie, Hij stond open voor de cultuur maar het antwoord op de waarheidsvraag zocht hij niet dáár maar in het evangelie.Hij had groot bezwaar als de dogmatiek de preek ging beheersen. Preek is scheefgetrokken dogmatiek. We prediken niet voorzichtig alles tegelijk maar één ding met kracht!  XVIII 

De confessionelen en de Gereformeerde Bond

 In 1864  heeft - mede op het initiatief van Groen van Prinsterer- de stichting van de Confessionele Vereeniging plaats gevonden. Het was de eerste strijdbare richtingsorganisatie in de hervormde kerk. Zij verklaarde zich onbekrompen en ondubbelzinnig zich te houden aan de belijdenis.Wat is nu het verschil tussen de strategie van de ethischen en de confessionelen ? De ethischen kozen voor een medisch-ethische weg en de confessionele voor confessioneel- polemische weg.Groen had jaren lang contact met Wormser. Samen waren zij de mening toegedaan dat kerk en volk bij elkaar hoorden.De kerk mag niet gegrond worden in het geloof der gelovigen. Dat is te individualistisch gedacht.Kerk en staat zijn gegrond in het genadeverbond.De mensen moeten worden aangesproken op de doop Dat is basis van

Volkskerkgedachte

Inwendige zending. (tegenover 'uitwendige' zending, voor verre landen

Hoedemaker. was de man van de volkskerkgedachte. Héél de kerk en héél het volk. We mogen geen zieke delen van het lichaam afsnijden, maar we moeten die genezen Hij behoorde tot de eerste drie hoogleraren theologie aan de V.U.Tussen haakjes: In okt. 2005 is dr. W.J. op 't Hof aangetreden als kerkelijk hoogleraar aan de VU.voor de predikantenopleiding van de Hersteld Hervormde kerk.. Zijn kring had altijd veel kritiek op de V.U -.Hoedemaker hield vast aan het openbaringskarakter van de Heilige Schrift. Hij streed met Kuyper tegen het modernisme, maar hij had bezwaar tegen Kuypers partijbewustzijn en partijregistratie.en natuurlijk ook tegen zijn houding in de attestenkwestie.Tucht was volgens hem geen zaak van de afzonderlijke kerkenraad, maar van de synode van de gehele kerk.De breuk tussen Hoedemaker en Kuyper kwam toen Kuyper opmerkte Ge kunt dan wel in de Hervormde kerk achterblijven, maar weet wel :al Gods volk gaat mee met mij en gij zult daar achterblijven met niets dan  Jan Rap en zijn maat. Op dat moment was voor Hoedemaker duidelijk; dat zijn plaats is in de Hervormde kerk was. Ook de partijvorming van de confessionelen stuitte bij Hoedemaker op bezwaren.Hij wilde reformatie door reorganisatie.En niet door de kerk te verlaten.Geen andere kerk, geen ander partij maar de huidige organisatie moet bestreden worden. We moeten niet de kerk verlaten maar de haar opgedrongen organisatie.Tegenover Kuyper heeft Hoedemaker vastgehouden aan art. 36 van de Ned. Geloofsbelijdenis. Hij wilde dat artikel niet schrappen, want hij hield vast aan de christelijke staatsgedachte.Haitjema behoorde ook tot de confessionlen. Hij schreef  De richtingen in de Hervormde kerk.Het was de eerste keer dat de synode iemand als hoogleraar benoemde met een uitgesproken confessionele signatuur.In Kuypers cultuuridealen zag hij teveel van de Verlichting, zij het met omgekeerd voorteken. Kuyper ging immers uit de gemene gratie en  de wedergeboorte-idee. Haitjema wilde twee lijnen verbinden :die van Kohlbruge/Kierkegaard met die van  de volkskerkgedachte.

Geref. Bond 

De Bond had  verschillende motieven om tot een eigen organisatie te komen. Vrees voor uithollling van het gereformeerd belijden door samengaan van Hoedemaker en Gunning  bij de confessionelen en  er was ook de begeerte om het programma  van de Nadere Reformatie tot leven te brengen.Aanleiding  was de procedure  van  Ds Bähler uit Oosterwolde die het Boeddhisme had aangeprezen.Een grote rol bij de oprichting van de Gereformeerde bond speelde Hugo Visscher. Hij was tegen de volkskerkgedachte en voor de autonomie van de plaatselijke gemeente. Doelstelling van de bond was  te arbeiden tot ""  "verbreiding en verdediging van de Geref. waarheid in het midden van de Neder. Hervormde kerk Vandaar de naam "de Waarheidsvriend"  Haitjema merkte op "Het gevaar dreigt van een verschuiving van de verkiezende God naar de verkoren mens  De waarheid ligt volgens de Bond niet zo zeer in het objectieve waarheidsbegrip, maar in Wahrheid als Begegnung. Er zijn Twee richtingen in de Bond Aan de ene kant was er een stroming die legde de nadruk op de belofte (Woelderink) aan de andere kant  degenen die nadruk legden op de werkelijkheid (Severein)..Severein dacht meer in de lijn van Kuyper, de vernieuwing van de psychische mens.door een ingestort pneumatisch levensbeginsel.Bij Severein gaat het om de ware  bevinding..In het piëtistisch waarheidsbegrip zou het gaan om een bevindelijke waarheid.Bij geloven hoort 'ervaren', om existentieel denken.Om onderwerpelijke prediking. Geen voorwerpelijke prediking  Voor afstandelijke, voorwerpelijke prediking  waren de bonders bang.In oktober  van dit jaar is namens de Geref. bond Dr. Hoek verbonden als hoogleraar in Kampen aan de Theol Universtieit Oudestraat. Aan de V.U. is nu niet alleen een islam-theologie, een pinkstertheologie , een charismatische –theologie en tenslotte ook een pietistische theologie in de figuur van 'Op t Hof  binnengehaald XIX   Reformatie door reorganisatieIn het Algemeen reglement van 1816 stond vermeld dat de synode niet geroepen was leerstellige geschillen te beslissen maar om de kerk te besturen. Deze scheiding van functies werkte echter niet.Het is vooral Hoedemaker geweest die van de organisatie van 1816  af wilde, want de besturenorganisatie was een macht die in strijd was met het wezen van de kerk.Hij wilde eerst reorganisatie, en daarna pas reformatie. Niet omgekeerd.De kerk diende zich op een gééstelijke manier bezig te houden met het bestuur.Om tot reorganisatie te komen werd de stichting kerkherstel en de vereniging  kerkopbouw in het leven geroepen.Kerkherstel was vooral confessioneel en  bij kerkopbouw behoorden vooral de ethischen. Er waren ook anderen zoals bijvoorbeeld Sevenster, die in de hervormde kerk twee stromingen vaststelde; een bijbels-humanistische en een calvinistisch-reformatorische stroming.Bekend is zijn christologie van het Nieuwe Testament.Toch vond men elkaar niet,. Toen brak aan het einde va de jaren dertig het besef door dat men van onderop moest beginnen. Veel meer vanuit de gemeenten. Zo ontstond "Gemeenteopbouw" dat veel werk verzet heeft, Hier was de leidinggevende man Kraemer. XX  Nationaal –socialismeOndertussen waren de pogingen om tot een geestelijke eenheid te komen nog steeds niet gelukt. Van 1816 tot 1939  handhaafde het bestuurlijke stelsel slechts de uiterlijke eenheid., maar  de strijd voor een kerkelijke reorganisatie raakte in een impasse.Een nieuwe tegenstander kondigde zich aan in het nationaal-socialisme.De ideologische verering van  bloed en bodem leidde tot een verachting van andere volken dan het Germaanse.Op 9 en 10 november 1938 leidde de Reichtkristallnacht  de Ënlösung der Judenfrage  in.Het verzet van de kerk begon met de publicatie van Karl Barth"Theologische Existenz Heute. Hij richtte zich hierbij niet allereerst tegen het nationaal socialisme, maar tegen  de leer van de Deutsche Christen. In die leer ging het  om een harmonisch samengaan van kerk en staat, zodat de kerk gewillig aan de leiband van de staat zou lopen.In de Pfarrernotbund die opgericht werd (Martin Niemoller, Asmussen) ging het niet om een bestrijding van het nationaal socialisme, maar om de vraag of een lid van de Pfarrer Notbund ook lid kon zijn van de Deutsche ChristenDie vraag spitste zich toe op de kenbronnen van het christelijk geloof. De kenbron was voor hen uitsluitend de Heilige Schrift. Men duldde geen openbaringsbronnen die aan de Schrift vreemd waren..In de tweede verklaring van Barmen werd  bovendien ook  duidelijk beleden dat Jezus Christus het enige woord van God is waarnaar wij moeten luisteren en waaraan wij ons moeten toevertrouwen.Openlijk werd het nationaal-socialisme met haar bloed en bodem religie niet veroordeeld maar wel indirect.Door de Duitse kerkstrijd kwam de vraag naar het belijdend karakter van de kerk in ons land weer op de voorgrond. te staan. Miskotte had  heel goed aangevoeld waarom het ging  toen hij het werk Edda en Thora schreef,, een strijd tussen Germaanse mythe en geloof in Gods openbaring. En hoe actueel was het belijden in deze nieuwe situatie! Onder leiding van J.Koopmans werd een studiegroep gevormd die nog dieper inging op de vraag van  het belijdend karakter en ook het antisemitisme scherp veroordeelde.Tijdens de bezetting wilde de rijksoverheid een geleidelijke omschakelingGedwongen door de nood werd in de oorlog het Convent van kerken opgericht. en ontstond er onder leiding van een aartsbisschop het Interkerkelijk Overleg  Het kwam topt een interkerkelijk protest. Allereerst tegen de Nurnberger wetten  en met name tegen de Arierparagraaf. Geen personen van joodsen bloede mochten benoemd worden als ambtenaar.Daardoor kon de scheiding tussen joden en niet-Joden administratief geregeld worden.Koopmans schreef toen;Zij gaan er uit en zij gaan er aan.!Studenten moesten loyaliteitsverklaring ondertekenen.Door de komst van de bezetter kwam er niet alleen een interkerkelijk overleg, maar ging de kerk ook  weer duidelijk belijden. Zij deed dit in de Amersfoortse thesen waarvan J. Koopmans de stimulerende figuur was. De Amersfoortse thesen sloten aan de bij de Barmer Thesen van de Duitse belijdeniskerk, maar zij gingen op principieel ook in op het antisemitisme, wat  in de Barmer thesen niet gebeurde.God wordt alleen gekend door Jezus Christus.Niemand buiten J.Christus kan in totale zin heer zijn over ons.De Amersfoortse thesen waren veel krachtiger dan het protest van het interkerkelijk overleg.Centraal staat daar in de these over Israel. Aan Israel heeft God zijn Woord toevertrouwd, zodat wie tot God komt bij Israël wordt ingelijfd. De verklaringen  tegen het antisemitisme waren veel fundamenteler dan de drie argumenten van het convent in 1940 Men hoopte dat de synode het zou aannemen als confessie, maar dit gebeurde niet.Daarna kwam het eerste herderlijk schrijven.Het grote verschil met de Amersfoortse thesen was.dat het geschrift thetisch, niet antithetisch  was.Het  kerkelijk protest betrof dus vier zaken 1) Arierverklaring, 2 Amersfoortse thesen en 3 Herderlijk schrijven.4. Het tweede herderlijke schrijven Die tweede herderlijke schrijven was veel feller veroordelend. Miskoote (Edda en Thora!) had er aan meegewerkt Het was veel krasser geformuleerd en daarom werd het via koeriers naar de kerkenraden gebracht..:Het nationaal socialisme werd een godsdienstig verschijnsel, genoemd, het was een belijdenis van een andere god.Het is puur heidendom.Ook de Doornse stellingen waren christocentrisch, geheel in de lijn van de Amersfoortse en de Barmerthesen.Belangrijke figuren waren ook J. Koopmans (Nederlandse Geloofsbelijdenis) en vooral ook K.H.Miskotte die het wezen van het nationaal socialisme door had als modern heidendom. Hij schreef Edda en Thora en Als de goden zwijgen. Hij was bekend door zijn enorme belezenheid en feilloos geheugen.Hij was een van de eersten die Karl Barth introduceerde in Nederland.Hij werd helemaal gewonnen voor de dialectische theologie.. Verder mag hier genoemd worden Johan Eykman, oprichter van het Instituut Kerk en wereld. XXI Consolidatie na de oorlogIn de oorlogstijd heeft de kerk zich zelf herontdekt.Er was een ontwaken van een nieuw confessioneel bewustzijn.Er ontstond een werkelijk reveil, dat gekenmerkt werd door het christocentrisch karkater  van haar belijdenis(1)en een nieuwe ontmoeting met Israël (2)en een overwinning van de richtingentegenstellingen in een gemeenschappelijke roeping(3), Hoe heel anders dan in 1816!!.Toen ging het vooral om de uiterlijke eenheid. Over de leer mocht toen niet gesproken worden. Het ging immers om het besturen van de kerk. De organisatie van 1816 was paternalistisch. Opperkerkvoogd was de koning.Maar er kwam nu een nieuw begin. Een nieuw reveil.Vernieuwing en reorganisatie zou nu moeten komen van onderop.Niet van bovenaf. Zo ontstond de werkgroep Gemeenteopbouw, waarbij vooral de naam van de zendingsman H. Kraemer genoemd moet worden.De eerste vergadering van de generale synode was op 31 oktober 1945;Er kwam een nieuwe kerkorde   met nieuwe richtlijnen. Wat waren die richtlijnen? 

De 19 e eeuwse bestuurs inrichting moest door een ambtelijke, presbyteriale kerkorde worden vervangen/ Het ambtelijk karakter krijgt alle nadruk. Iets nieuws is dat ook bedieningen worden ingesteld.

Het  oecumenische apostolaire karakter moet volle aandacht krijgen.Het gesprek met Israël wordt genoemd en de taak van de kerk in en voor de wereld.

Schrift en belijdenis moesten erkend worden in hun normatieve kracht. In dankbare gehoorzaamheid aan de H. Schrift als bron der prediking en enige regel des geloof wil de kek "in gemeenschap met de belijdenis der vaderen”belijdenis doen van de openbaring van de Drie-enige God. Sommigen vonden dit te vaag. Het moest volgens hen ook zijn in overeenstemming met de belijdenis der vaderen"en een heel belangrijke zinsnede was dat de kerk weert al wat haar belijden weerspreekt.

Diaconaat en kerkvoogdij worden ten volle ambtelijk ingeschakeld.

 Het eerste belijden  van de synode was geformuleerd in Fundamenten en perspectieven. Daarin stond de verwachting van het Koninkrijk Gods centraal. Ook de verkiezing en de toekomst van Israël.Het was slechts een Proeve en officiële aanvaarding vond nooit plaats. Geref. Bonders en de Vrijzinnigen hadden grote bezwaren. Algemeen werd als gemis ook gevoeld het ontbreken van een leer over de Heilige Schrift.. De zwijgende kerk  was nu een sprekende kerk geworden.Een bevattelijke uiteenzetting kwam later in de brochure “Klare wijn”.Maar ook in allerlei kerkelijke bladen liet de Hervormde Kerk van zich horen, (niet alleen via Synode) maar ook bijvoorbeeld in Hervormd Nederland en het blad voor ambtsdragers Woord en Dienst. Synode gaf ook kanselboodschappen uit b.v. over communisme en verder  liet zij zich horen allerlei ethische vraagstukkenNa de oorlog  was er ook een toenemende aandacht voor de relatie tussen kerk en wereld.Die  kwam tot uiting in de oprichting van de stichting "Kerk en wereld"  waaraan vanaf het begin de naam van J. Eykman is verbonden. Hij wilde een groot centrum dat gericht was op "kerstening van de samenleving''  [Tussen haakjes het zou  later van Ruler zijn die in zijn theocratische passages de gedachte van de kerstening weer zou stimuleren] .De opening van de stichting "Kerk en wereld"vond plaats in 1945 op het landgoed "De Horst" in Driebergen. Later kwam meer de nadruk te liggen op het apostolaat, omdat de kerstening van de samenleving wel erg pretentieus was.Daarnaast werd er een theologisch seminarium opgericht, dat aanvankelijk plaats kreeg in het Eykmanhuis te Driebergen. Later kreeg het seminarium een plaats in het nabijgelegen Hydepark. Ook in Driebergen dusGenoemd moet worden ook de "Doorbraak"..Dit was een bewuste poging om de verzuiling en de antithese politiek te doorbreken. A.A. Van Ruller.Deze theoloog ging weer uit van de traditie van het theocratische denken. Zijn dissertatie ging over de Vervulling van de Wet .Het Oude Testament had voor hem een meerwaarde boven het Nieuwe, omdat het in het O.T. gaat over de schepping en het Rijk van God.Het is te begrijpen dat van Ruler daarom veel aandacht vroeg voor het aardse  karakter van het Oude Testament en de oudtestamentische rijksgedachte en hij van mening was dat  vanuit die rijksgedachte over Christus gesproken en gepredikt  moest  worden.Alles draait om de vervulling van de wet.In de Thora gaat het om de ware humaniteit, het heil als de redding van de existentie.Het gaat dus weer om de kerstening van de samenleving, maar we moeten nooit vergeten dat die kerstening een messiaans gebeuren is door de Geest.Het is God niet om de kerk, maar om de wereld te doen.Het is niet voldoende als  we op de wereld een christelijk stempel drukken, het gaat om een totale transformatie.Om schepping en heerlijkheid.Maar het blijft een torso en daarom is het werk van de Geest nodig.Ook moet hier de naam van  W.Banning genoemd worden. Hij was o.a. docent "Kerk en wereld". Ook de grondlegger van de kerkelijke sociologie.Dippel stelde als eerste de verhouding theologie en natuurwetenschap aan de orde.Van Niftrik was een fanatieke vertolker van de theologie van Karl Barth. XXII ApostolaatHet gesprek met Israël en de kerstening van het volksleven kregen grote aandacht.na de oorlog. Dat was al zo in Fundamenten en perspectieven.Vroeger sprak men van "zending onder de joden" Maar nu werd het  "het gesprek met Israël. Men ging weer inzien dat de grondstructuren ook van de nieuwtestamentische toekomstverwachting Israëlitisch karakter dragen Israël is ouder dan de kerk .Jezus is de Messias van het aan Israël beloofde en door  Israël verwachte Koninkrijk Gods.Ook Miskotte had grote aandacht voor Israel. Hij was in zijn boek “ Het Wezen der joodse religie” wel  heel kritisch over het Jodendom die hij beschuldigde als een correlatie leer waarbij God en mensen samenwerkten. Deze kritiek op het joodse denken kwam niet in mindering op zijn liefde voor IsraelBij de oprichting van de "Raad  voor Kerk en Israël werd het woord"zending"helemaal losgelaten. Het kwam nu aan op gesprek en ontmoeting.Daarom sprak men voortaan van "deelgenoten in verantwoordelijkheid" In Indië werd de zending allereerst een taak van de overheid. Met name van de Oost-Indische compagnie. Gedurende twee eeuwen werden 900 predikanten uitgezonden en duizenden onderwijzers en krankenbezoekers.Het samengaan van zendingswerk en kolonialisme ontmoette veel kritiek. In 1793 begon een ander soort initiatief. Nu niet van de overheid maar van particulieren.Hier moet genoemd worden het Zeister zendingsgenootschap.De samenwerkende zendingscorporaties kregen een opleiding in Oegstgeest. in 1917.In 1971 kwam er in deze plaats het Hendrik Kraemer instiuut voor opleiding  van zendingsarbeiders. De diverse zendingscorporaties gingen ondertussen sa