A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Vrouwen in de Bijbel


 

Bezitsdenken

De vrouw was vroeger een gebruiksvoorwerp, een weggooiartikel.

Ze was het bezit van de man, een aanhangsel, een slavin en een sloofje van de man.

Het is opvallend dat engelen meestal als vrouwen afgebeeld zijn. 

Een heks is altijd een vrouw, omdat men dacht dat zij meer toegankelijk was  voor de duivel.

In 2 Joh.1:1 staat De oudste aan de uitverkoren  vrouw en haar kinderen.

In het Grieks staat Kyria, de vrouwelijke naam van Kyrios=Heer.

De kerk als Lieve Vrouwe, Our Lady, Notre Dame. Dus hier geen persoon!

Afgeleide identiteit!

De vrouw leidde haar identiteit af van de man. In Hebreeuws iesja, afgeleid van iesj=man.

In het Hooglied lezen we over een liefde zonder bijbedoelingen! Heel uniek in die tijd.

De vrouwen in Salomo's harem hadden een politiek-economische  functie.

Discipelen waren niet  verbaasd dat Jezus met een Samaritaanse sprak maar met een vrouw.

Waarom geen vrouwelijke discipelen? Jezus sluit zich aan  bij patriarchale samenleving.

Waarom 12  discipelen? Hij zocht aansluiting  bij de 12 stammen Israël.

Menstruatie en tempel

Een menstruerende vrouw mocht in de reinheidswetten niet in de tempel komen.

Vrouwen waren vrijgesteld van elke dienst in de synagoge en kregen geen tora-onderricht.

Er waren echter vele vrouwen die Jezus volgden. Jezus rehabiliteert haar allen Lucas 8:3.

Negen van de achttien mensen die Paulus in Rom.16 groet waren vrouw.

Vrouwen, kinderen, melaatsen, zondaren en tollenaren waren tweederangsburgers.

Jezus zoekt haar op.

Hij praat met vrouwen, laat kinderen tot zich komen en raakt melaatsen aan.

God is zoals Jezus is.

Zo Vader, zo Zoon.

In Efeze was de vrouw helemaal niet in tel.

Tempelprostitutie

Daar was in bijbelse tijd de tempelprostitutie bij de Artemistempel.

Geen wonder dat de apostel Paulus juist aan de Efeziërs zo uitvoerig over het huwelijk schrijft en tot twee keer de mannen oproept hun vrouwen lief te hebben net zoals Christus zijn gemeente liefheeft.(Efeze 5).

In Israël waren vrouwen tweederangs burgers.

De vrouwen in Salomo’s harem hadden een politiek-economische functie.

 De liefde van een man voor een vrouw had vaak bij-bedoelingen.

In de vaste machtsverhoudingen was de vrouw ondergeschikt aan de man, Hij was haar heer en zij was verplicht om te dienen en de man  was geroepen om te heersen.

Twee functies

De vrouw had twee functies: moederschap en arbeidskracht. In het Hebreeuws is het woord van man iesj en voor vrouw  iesja. Ze leidde haar identiteit af van de man. Ze mocht ‘geen naam hebben’.

Liefde zonder bijbedoelingen

Het Hooglied  bezingt de gelijkwaardigheid  van man en vrouw en een liefde zonder bijbedoelingen ‘Naar mij gaat zijn begeerte uit’’

Hier is niet bedoeld de begeerte als  bezitsdrang  en machtsdrang.

Maar de zuivere begeerte.

Zo wordt de relatie tussen God en zijn volk getekend;

Gods begeerte gaat naar ons uit!!

God is een hartstochtelijk God met heel zijn bestaan is Hij op ons gericht.

De vrouw van Petrus 

We weten dat Simon Petrus getrouwd is geweest en dat zijn vrouw mee op zendingsreis ging.(1 Kor.9:5). Zijn broer Andreas woonde bij het echtpaar in, dat ook nog de schoonmoeder van Petrus had gehuisvest. Dat lag in die tijd voor de hand .Er waren  nog geen bejaardentehuizen. Terwijl Lucas nog steeds gevangen zit in Caesarea, doorkruist Lucas het land om zoveel mogelijk informatie te krijgen over het optreden van Jezus. In die periode brengt hij onder andere een bezoek aan Maria (Luc.2) en bezoekt hij ook Petrus in zijn ruime woning te Kafarnaüm. Hieronder volgt een verslag. Hoogst waarschijnlijk heeft Jezus al geruime tijd in de woning van Petrus gelogeerd voordat Hij Petrus’ schoonmoeder genas. Simon was op de sabbat naar de synagoge gegaan  maar Simons schoonmoeder is echter tijdens de synagogedienst plotseling onwel geworden. Want pas na de synagogedienst vertellen de discipelen over de oude vrouw die  niet mee gegaan was naar de synagoge omdat ze zich blijkbaar al niet lekker voelde en daarom naar bed was gegaan (Marc.1:29).==============================================  Lucas in KafarnaÜm 

Terwijl Lucas het terracotta inktpotje, dat hij altijd door middel van een ring aan zijn gordel met zich meedraagt, te voorschijn haalt,vertelt ze haar verhaal.

-Ik weet het nog heel goed. Het was sabbat. Simon en Andreas waren naar de synagoge. Ik moest thuis blijven om moeder te verzorgen. Nauwelijks waren Petrus en Andreas naar de synagoge gegaan, of moeder werd plotseling onwel. Zoals je weet staat ons huis bijna naast de synagoge. Na de dienst ging mijn man met Andreas en Jezus onmiddellijk naar ons huis en ze schrokken vreselijk toen ze zagen dat moeder zo ziek was geworden. De broers riepen direct Jezus te hulp (Luc. 4:38). Jezus ging aan het hoofdeinde van haar bed staan, greep haar hand vast en liet haar opstaan (Marc. 1:31).

- Was de koorts onmiddellijk verdwenen? Vraagt Lucas op een toon die de arts in hem verraadt. – Ja, want ze stond direct op en begon mij te helpen de arme maaltijd uit de hooikist te halen.- De hooikist? Lucas kijkt haar verwonderd aan.

- Ja, die gebruiken we heel vaak omdat wij op sabbat geen maaltijden mogen klaar maken.- Het valt haar ineens op dat de handen van Lucas niet zo eeltig en ruw zijn als die van haar eigen man. Wat vreemd, dat ze daar nu op let. De handen verschillen net zoveel als de karakters. Simon is erg impulsief en zegt altijd wat hij denkt, maar Lucas schijnt elk woord dat hij zegt, twee maal overwogen te hebben. Maar wat kunnen ze goed met elkaar opschieten!  Beiden zijn met heel hun hart aan de zaak van Jezus verbonden! Lucas kijkt haar peinzend aan -  Kan hij soms gedachten lezen? Zijn blauwe ogen blijven haar aankijken. – Zeg, hoe is je man eigenlijk in contact met Jezus gekomen? Toch verrast de vraag haar niet. –Door mijn zwager Andreas (Joh. 1:42). Johannes en hij waren eerst discipelen van Johannes de Doper. Toen Johannes de Doper op zekere dag de Heer voorbij zag gaan,wees hij naar Hem en zei:Kijk, daar loopt nu het Lam van God, de Messias die komen zou. Jezus heeft hen toen beiden uitgenodigd en samen hebben ze  een hele dag bij Hem gelogeerd . De volgende dag heeft Andreas Simon naar Jezus gebracht (Joh. 1:43). Terwijl Lucas schrijft, giet ze wijn uit een amfoor in vier karaffen, lengt ze aan met water en giet wat olijfolie in een pan voor het bakken van enkele vijgenkoeken. Dan draait ze haar hoofd om en zegt:Dit is al de vijfde keer dat je bij ons komt, Lucas. Waarom kom je toch zo vaak bij Simon om informatie? Er zijn in Jeruzalem en in Caesarea toch veel meer mensen die je kunnen vertellen over onze Heer?

-Dat is niet zonder reden. Jouw man behoorde tot  het drietal dat onze Heer in bijzondere omstandigheden bij zich had (Marc. 5:37, 14:33).Nog meer dan aan de andere discipelen heeft Hij aan  hen het geheim van zijn lijden en heerlijkheid laten zien. Zij waren ook getuigen van Jezus’ strijd in de boomgaard van Getsémané.

- Kun je nog meer genezingen van Jezus vertellen? Vraagt Lucas.

- De Heer heeft ontelbaar veel wonderen verricht. Johannes heeft schertsend  eens gezegd, dat als alle tekenen van Jezus die Hij heeft verricht in boeken opgetekend zouden worden,de wereld te klein zou zijn om al die boeken te bevatten. (Joh. 21:25). Maar Simon kan je beter inlichten. Hij kan elk ogenblik thuis komen. De afwezigheid van haar man maakt haar vrijmoedig om de vraag te stellen, die al geruime tijd bij haar leeft:”Denk je ook niet Lucas, dat de plaats van de vrouw in de samenleving door de prediking van Jezus zal veranderen? Je weet ook heel goed dat de vrouw in de samenleving een volkomen ondergeschikte rol heeft. In het vrouwenvertrek mag ze spinnen, weven en koken, maar in het openbare leven heeft ze geen enkele invloed.

Wij vrouwen zijn uitgesloten van alle burgerrechten. We worden met slaven en vreemdelingen op één lijn gesteld. Lucas zwijgt een ogenblik. Dan zegt hij: “Ik heb van de discipelen gehoord  dat ze geschokt waren toen ze na hun terugkeer uit Sichar waar ze inkopen gedaan hadden, ze de Heer samen met een vrouw in gesprek aantroffen.  En dan nog wel in het openbaar! Uit heel het optreden van Jezus blijkt toch wel dat Hij mannen en vrouwen volkomen gelijkwaardig beschouwde. Trouwens je weet ook wel dat Jezus na zijn opstanding allereerst aan de vrouwen verschenen is. Dat zegt toch wel iets! -

Ik heb gehoord dat Paulus ook vrouwen ingeschakeld heeft bij de verkondiging van het Evangelie- Ja, Euodia en Syntyché (Fil 4:3) zijn de apostel tot grote steun geweest bij de verbreiding van het Evangelie. Voor God maakt het absoluut geen verschil tot welk geslacht of tot welke stand je behoort.(Gal. 3:28), want…..-Lucas maakt zijn zin niet af want Petrus is zo juist binnengekomen en onderbreekt hem:Wat een verrassing dat je weer hier bent, Lucas! Zit Paulus nog steeds  gevangen in Caesarea?

- Men zegt dat stadhouder Festus Paulus wel zou willen vrijlaten, als hij maar genoeg geld zou krijgen van Paulus’ vrienden.